Scheiding van kerk en staat – column Marc de Hond

Marc de Hond
Jonet

‘Dat er in Nederland scholen zijn voor vrijwel elke religieuze windrichting, vond ik altijd een mooi gegeven. Ik woonde vlakbij het Maimonides. Mijn ouders lieten mij zelf kiezen toen ik elf was: naar deze Joodse middelbare school of naar een openbare scholengemeenschap. Ik koos uiteindelijk voor het openbaar onderwijs. Simpelweg omdat mijn beste vrienden daar ook heen gingen.
Achteraf ben ik blij dat ik op een school zat waar géén religie werd onderwezen. Sterker nog, ik vraag me zelfs af of het wel goed is dat er in Nederland scholen bestaan waar vanuit een religieuze visie wordt lesgegeven.

Voor mijn nieuwe theatervoorstelling verdiepte ik mij in de werking van ons brein. Ik wilde graag weten waarom mensen wereldwijd allemaal beschikken over ongeveer dezelfde herseninfrastructuur, maar dat we er compleet andere ideeën op na kunnen houden.
Nu blijkt dat het helemaal niet zo is dat ons brein eerst kijkt naar de objectieve feiten en daar vervolgens onze mening op afstemt. Het werkt juist precies andersom: we hebben een mening en vervolgens zoeken we daar de feiten bij die die onze mening bevestigt. Als we feiten tegenkomen die in tegenspraak zijn met onze mening, dan schrijven wij die af als “onbetrouwbaar” en neigen we ernaar deze niet te geloven.
Over kwantummechanica heeft u waarschijnlijk nog niet zoveel gehoord. Daarom is de kans groot dat u er nog voor open staat als ik u voorzie van nieuwe feiten over deze natuurkundige theorie. Over besnijdenis van Joodse jongens, over het eten van varkensvlees en over Zwarte Piet heeft u waarschijnlijk een veel sterkere mening – als ik hierover iets zeg waar u het vanuit uw reeds bestaande opvatting niet mee eens bent, zelfs als dit een objectieve waarheid zou zijn, zou uw brein hier toch tegen in verzet komen.
Een jong kind is een onbeschreven blad en heeft nog nergens een mening over. De verhalen die we in de beginjaren van ons leven meekrijgen over God en religie bepalen de manier waarop we in ons verdere leven de argumenten voor of tegen het bestaan van God zullen wegen. Het is geen toeval dat het overgrote deel van de mensen, als zij religieus zijn, geloven in dezelfde God als de God waar hun ouders in geloven. Doorgaans zullen ouders die werkelijk in God geloven, er van overtuigd zijn dat het voor hun kinderen ook belangrijk is om op dezelfde manier te geloven, en daarom hun kinderen hier van jongs af aan over vertellen. Een gelovige zal spreken over het doorgeven van een mooie levensopvatting en traditie. Een ongelovige zal spreken van indoctrinatie van jonge kinderen.

Zelf ben ik grootgebracht in een liberale familie waar Joodse tradities en feestdagen vooral een cultureel onderdeel waren van ons leven, maar waar het nauwgezette geloof in God niet centraal stond. De manier waarop met Pesach over de uittocht uit Egypte werd gesproken, gaf mij in mijn jongste jaren wel het gevoel dat dit allemaal letterlijk gebeurd was. Mijn grootouders leerden mij (gelukkig) dat niet alles dat waar voélt ook precies waar hoeft te zíjn, en dat ik vooral altijd zelf moet blijven nadenken. Mijn leraar op mijn openbare basisschool leerde mij eerst naar objectief bewijs te kijken en op basis daarvan te oordelen. In mijn opvoeding (zowel thuis als op school) bleek uiteindelijk voldoende ruimte om zonder dat dit voor de band met mijn familie negatieve consequenties had tot een eigen oordeel over mijn geloof te komen: in mijn beleving bestaat er geen alwetende schepper die mij voortdurend in de gaten houdt. De Tora is voor mij een boek waar ik inspiratie uit kan halen, zonder dat de verhalen die erin staan letterlijk gebeurd hoeven zijn.

In Nederland gaat maar liefst zeventig (!) procent van de leerlingen naar het bijzonder onderwijs. Dit zijn scholen met een godsdienstige of een levensbeschouwelijke grondslag. Dit zijn voornamelijk protestants-christelijke en Rooms-Katholieke scholen, maar ook Joodse en moslimscholen. Op veel scholen is anno 2018 “godsdienstles” slechts een apart vak; waar naast de eigen religie ook andere geloven worden onderwezen en daarbij (bijvoorbeeld) ook atheïsme aan bod komt. Maar er blijven voldoende scholen over waar vooral aandacht is voor de eigen religie, niet alleen tijdens de aparte godsdienstlessen, maar ook in meer of mindere mate tijdens de lessen in andere vakken.
In Nederland krijgen kinderen les op scholen waar de docent geschiedenis gelooft dat de Aarde slechts 5779 jaar geleden is geschapen in zeven dagen, waar de docent aardrijkskunde gelooft dat de huidige opwarming van de aarde niet (mede) door de mens wordt veroorzaakt omdat alléén God invloed kan hebben op het klimaat; en waar de docent biologie niet gelooft in evolutie. Het schoolbestuur, dat er dezelfde opvattingen op nahoudt, zal niet ingrijpen (of moedigt het zelfs aan) als er tijdens lessen zaken worden onderwezen vanuit het geloof, waarvoor dus geen wetenschappelijke basis is.
Op veel moslimscholen zijn er – zoals geregeld in het nieuws komt – problemen met het onderwijzen over de Holocaust.

Hoe kwalijk is dit? Onze voorouders hebben miljoenen jaren kunnen overleven in een wereld waarin geloof werd gehecht aan allerlei “feiten” waarvan wij inmiddels weten dat ze onwaar zijn. Mijn bet-overgroot-opa dacht nog dat de wereld plat was. Toch had hij een prima leven.

Dus wat kan het nou precies kwaad?
Het is gevaarlijk een democratie te hebben waarin kiezers massaal vatbaar zijn voor het geloof in onwaarheden. Ik ben ervan overtuigd dat het in een moderne wereld, waarin manipulatie door fake news aan de orde van de dag is, cruciaal is dat wij een volgende generatie Nederlanders opleiden tot kritische geesten. Tot burgers die het verschil weten tussen wat feitelijk en bewezen is en dat waar géén bewijs voor is. Ik betwijfel ten zeerste of dit op een geloofwaardige manier kan gebeuren op scholen waar vervolgens de Bijbel, Tora of Koran wordt opengeslagen als lesboek.
Bovendien sluiten scholen waarin groepen kinderen gesegregeerd van elkaar les krijgen niet aan op onze maatschappij waar culturen en religies door elkaar heen leven en werken.

Als ouders thuis hun kinderen willen wijsmaken dat God bestaat, of Allah, Jezus, Sinterklaas of Mickey Mouse, dan is dat hun eigen verantwoordelijkheid. Ik denk dat dit anno 2018 niet meer de taak is van scholen. We hebben in Nederland sinds 1795 een scheiding van kerk en staat. Bijna 225 jaar later wordt het wat mij betreft tijd voor scheiding van kerk en onderwijs.

De grootste uitdaging wordt om mensen hiervan overtuigen die hier anders over denken; en op basis daarvan bij voorkeur willen kijken naar feiten die deze reeds bestaande mening bevestigen.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Scheiding van kerk en staat – column Marc de Hond