Meijers: ‘Zondag zijn wij weer in De Bijenkorf’

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

Als journalist ben ik kien op scoops. Da’s mijn aard. Daar verdien ik de kost mee. Waardoor ik voorkom dat wij samen met onze hypotheekverstrekker omvallen. Goede redenen dus om voortdurend op zoek te zijn naar interessant journalistiek materiaal. Een hoofdredacteur zei ooit, toen ik verzuchtte dat er bij ons (ik woonde/werkte in Arnhem) nauwelijks nieuws is: “Duw een weerloos vrouwtje de Rijn in. Spring de drenkeling na. Red haar. Droog je af en schrijft een denderend artikel over een weerloos vrouwtje dat door een onverlaat (blanke man, circa veertig jaar) de Rijn is ingeduwd. Een koene jongeling, blank en drijfnat, redde haar uit het kolkend water. Met gevaar voor eigen leven. Man, da’s nieuws!”

Zondag liepen mijn eega en ik in de Kalverstraat, die we normaliter mijden aangezien het een commercieel gekkenhuis is, bestemd voor geborneerde toeristen en ik tegen de 24-uur-economie ben. In dat beroerde oord is echter een filiaal van De Slegte, alwaar een vriendin een boek scoorde dat ook ik graag wil hebben. Vandaar.

Nadat het boekwerk was aangeschaft en het richting de Dam ging, hoorden we Ivriet. Ik spitste de oren. Israëli’s hebben altijd mijn aandacht! Jawel. Het stel dat achter ons liep had het (vrij vertaald) over overhemden voor hem en de laatste mode voor haar in ‘zùh Bainkorv’. Ik herkende haar stem, verdomd als het niet waar is. Dat temerige. Dat zeurderige. Dat kindvrouwtje-achtige. Dat latent bazige. Waar kende ik die stem van? We lieten hen passeren. Bazig stemgeluid had lang blond haar – volgens eega een pruik – een extreemgrote zonnebril – volgens eega een goedkoop prul – en droeg een strakke – volgens eega té strakke voor zo’n diktoges – suède broek en hooggehakte schoenen van krokodillenleer. Gelukkig verzekerde eega mij dat het imitatieleer is. Hij droeg een loodgrijs kostuum, echte rundleren schoenen en extreemgrote zonnebril, daar is alles mee gezegd. O ja, eega zag dat ie een parelgrijze snor had – volgens mij een opgeplakte.

We slopen achter hen aan De Bijenkorf in, afdeling damesmode, alwaar zij alles overhoop haalde. En zij teemde maar door, daarbij consequent verkoopsters beledigend. De man stond er dociel bij, hij vermaakte zich met het consequent begluren van aantrekkelijke dames. Tussen twee beledigingen door verweet ze hem (vrij vertaald) iets onzinnigs. Ik raakte steeds meer overtuigd dat mens te kennen. Dat stemgeluid…

Na haar zoveelste charge op zijn integriteit mopperde de man dit niet langer te pikken (serieus vertaald): “Anders gaan we volgende week niet naar zùh Bainkorv. Weet jij überhaupt wat vliegtickets de belastingbetaler kosten, Sara?” Sara! Eureka! Hoera! Sara! (Kiryat Amal, 1958) Maar dan moet hij Bibi zijn. Dé Bibi! (Tel Aviv, 1949) Na intensief observatiewerk (de parelgrijze snor is vals), (Sara ook) zijn we 100% overtuigd dat het de Netanyahu’tjes zijn. Zondag zijn wij weer in zùh Bainkorv.

Categorie:

Home » Nieuws » Economie » Meijers: ‘Zondag zijn wij weer in De Bijenkorf’