‘Monument of gewoon leven’
‘De plannen voor een Holocaustmonument in het Wertheimpark gaan op de lange baan: het Stadsdeel Centrum besloot gisteravond deze zomer met groepen omwonenden over het moument te gaan praten en pas later een besluit te nemen. Ik hoop dat het monument er niet komt. Niet in deze omvang, niet op deze plaats, niet voor dit geld.
Niet omdat ik niet vind dat de in de oorlog vermoorde Joden geen herdenkingsplaats verdienen. In tegenstelling tot Belgie, Duitsland, Macedonië, Oostenrijk, Hongarije, Frankrijk, en zo kan ik nog wel even doorgaan, is er in Nederland geen nationaal monument ter herinnering aan de shoah. Hoe het staat met de plannen van de Hollandse Schouwburg om een Nationaal Shoah Museum en Herinneringscentrum te worden, weet ik niet. Daarnaast is er een prachtig digitaal monument dat meer aandacht en onderhoud verdient. Nederland kan het feit dat bijna de gehele Nederlandse Joodse bevolking is vermoord maar moeilijk een plaats geven.
De beste manier om te laten zien dat de nationaal-socialisten hun plannen niet (althans niet volledig) uitgevoerd hebben, is door een Joods leven op te bouwen. In Nederland is dat niet makkelijk. Slechts een klein gedeelte van de Nederlandse Joden is lid van een Joodse organisatie, en deze handvol mensen en organisaties betaalt het beheer en onderhoud van de gebouwen en begraafplaatsen, de beveiliging die, helaas, steeds meer nodig is, de zorg en het onderwijs. Daar is veel op aan te merken. Het beheer is vaak niet goed geregeld, overheidssteun wordt steeds moeilijker en de allerhoogste prioriteit zou onderwijs moeten zijn. Als er nu al 5 miljoen Euro opgehaald zou moeten worden, zou dat voor Joods onderwijs en Joodse infrastructuur moeten zijn.
En dan de plaats. Ik was een keer op een bijeenkomst waar een prominente vertegenwoordiger van een aantal organisaties uitlegde dat de Holocaust onder andere was begonnen omdat de Joden zo veel geld hadden en weigerden dat geld aan te wenden voor het nut van het algemeen. Het incident staat beschreven in Afri van Jutta Chorus. Een wijdverbreid en hardnekkig misverstand, om niet te zeggen een antisemitische leugen. Verreweg de meeste Nederlandse Joden, en zeker de Amsterdamse, behoorden tot wat nu de lagere middenklasse heet, of zelfs het proletariaat. De uitzonderingen, de gegoede of zelfs rijke Joodse burgers, toevallig de mensen die in de Joodse Raad zaten, woonden in de buurt van waar het monument nu geplaatst zou worden. Op zijn minst smakeloos. Daarnaast staat er al een monument (het Auschwitzmonument van Jan Wolkers), en om daar een monument naast te zetten is geen goed idee.
Ik zei het net al: met herdenken op zich overwin je niets. Mijn grootmoeder werkte tijdens de Kristallnacht als verpleegster in een ziekenhuis in Hamburg. Op haar 9oe verjaardag, een paar jaar geleden, waren al haar kinderen en kleinkinderen aanwezig en zei ze “They tried to kill us all, and look at us now”. Door er te zijn, door geboren te worden, te eten, te werken, te slapen laten we zien dat er Joden zijn. Maar door een actief Joods leven er op na te houden, laten we zien dat er een cultureel en religieus Jodendom bestaat.
Het is een misverstand om te denken dat er Joden teruggekomen zijn na de Tweede Wereldoorlog. Van de 107.000 Nederlandse Joden, en de handvol die ondergedoken zijn geweest, heeft een aantal het overleefd. Maar teruggekomen zijn ze niet: er was niets om in terug te komen. Families, organisaties, winkels, bedrijven: ze bestonden gewoonweg niet meer. Er was geen Joods leven, nauwelijks Joodse infrastructuur en die is sindsdien maar nauwelijks verder opgebouwd. Het leed van de overlevenden en hun kinderen werd op zijn best mondjesmaat onderkend, maar mijn (andere) grootmoeder hoorde in in 1950 al dat “dat gezeur over die oorlog eens moest ophouden”, en als je de pech had communist te zijn, kon je al helemaal niet op sympathie rekenen.
Het is dan ook niet vreemd dat er onder de huidige Joodse bevolking verwarring bestaat over wat Joodse identiteit nu behelst. Nou, dat moet ieder voor zich maar uitmaken. Maar: er zijn mensen die Joden het liefst als slachtoffer zien. Of als een ander stereotiep. En het slechtste wat Nederlandse Joden kunnen doen, is zichzelf voegen naar die wens van anderen.
We zijn geen slachtoffers. Onze identiteit mag niet bestaan uit slachtofferschap.
Dat er geen nationaal shoah-monument is, is een gemis. Maar er zijn andere prioriteiten, de plaats is niet goed, de vorm waarschijnlijk ook niet, en er zijn belangrijker zaken om ons mee bezig te houden. De toekomst. Gewoon leven.’
Robbert Baruch is bestuurder en lobbyist. Hij dong in 2013 mee naar het lijsttrekkerschap van de PvdA voor het Europees Parlement.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren