Nederland blijft boetes Palestijnse boeren betalen

Nederlandse gelden voor ontwikkelingssamenwerking, worden al jaren ingezet om boetes te betalen die Palestijnse boeren krijgen van de Israëlische autoriteiten. Met het geld betalen de agrariërs de dwangsommen opdat ze hun graafmachines en bulldozers terugkrijgen die door het Israëlische leger in beslag zijn genomen, dit meldt het AD. Uit de berichtgeving kan worden opgemaakt dat Buitenlandse Zaken voorlopig doorgaat met het betalen van de boetes. “Dit voelt niet lekker,” zegt Irene van Staveren, hoogleraar ontwikkelingseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Ontwikkelingsgeld gaat wel vaker op aan bureaucratisch gedoe, maar in dit geval zou het logisch zijn als Nederland er bij de Israëlische overheid op aandringt geen boetes uit te delen bij hulpprojecten.”

Het ministerie van Buitenlandse Zaken erkent dat er wordt afgetikt omdat de Palestijnse boeren het geld niet zelf kunnen opbrengen. In de periode 2013-2016 zou het gaan om enkele tienduizenden euro’s. In totaal besteedt de Nederlandse overheid in deze periode een kleine negen miljoen euro ontwikkelingsgeld aan Palestijnse landbouwprojecten. Daarvan zijn in 2014 en 2015 tot nu toe drie boetes betaald, variërend van 1.650 euro tot 6.500 euro. De kosten worden uit reserves betaald, aldus een woordvoerder van het ministerie. Uit de verklaring: ‘Het project wordt uitgevoerd in een politiek complexe omgeving’ en dat ‘dit soort risico’s verwachtbaar zijn’.

Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) is niet te spreken over de geldsteun. “Als hiervoor Nederlandse subsidies worden gebruikt, is dat een vreemde zaak,” meent medewerker Elise Friedmann van het CIDI. “Zeker als de in beslag genomen landbouwmachines zijn gebruikt voor geweld.” Het CIDI laat verder niet weten welke vervolgstappen te ondernemen. Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken worden er nog steeds ‘actieve diplomatieke inspanningen geleverd om geconfisqueerde machines terug te krijgen en bijkomende boetes te voorkomen’.