Nederland vraagt Israël opheldering over intrekken reispas Palestijnse minister
De Nederlandse regering wil van Israël weten waarom het de reisvergunning van een minister van de Palestijnse Autoriteit (PA) heeft ingetrokken. Vorige week had demissionair minister Stef Blok (VVD) van Buitenlandse Zaken in Den Haag een ontmoeting met de vertegenwoordiger, die daar was vanwege de zaak tegen Israël bij het Internationaal Strafhof (ICC). Nederland vindt dat het als gastland van het ICC dat het Stafhof ongehinderd zijn werk moet kunnen doen.
Afgelopen week reisde PA-minister Riyad al-Maliki naar Den Haag af voor een ontmoeting met hoofdaanklager Fatou Bensouda. De PA heeft een zaak tegen Israël aangespannen voor het mogelijk plegen van oorlogsmisdaden in de Gaza-oorlog van 2014. In de zaak wordt de handel en wandel van terreurorganisatie Hamas eveneens onderzocht. Na zijn gesprek met Bensouda, waar hij aandrong op haast, ging Al-Maliki door naar minister Blok voor een treffen. Vervolgens reisde hij terug naar huis.
De Israëlische overheid heeft naar alle waarschijnlijkheid de reisvergunning van Al-Maliki ingetrokken. Het gaat om een speciale grenspas waarmee hij zonder gedoe de grens van door de PA bestuurde gebieden en Israël over kan, maar ook waarmee hij naar het buitenland reizen kan. Israël reageerde niet officieel op deze actie, maar onder andere de nieuwssite Axios meldt dat anonieme Israëlische ambtenaren bevestigen dat het intrekken van de zogeheten VIP-reisstatus een vergelding is voor het bezoek aan Den Haag.
De regering van Israël is ontzet over de aangekondigde zaak bij het ICC. Volgens premier Benjamin Netanyahu is er sprake van ‘puur antisemitisme’ en zal hij er alles aan doen de zaak tegen te gaan. De Israëli’s hebben het verdrag voor het ICC nooit ondertekenen en erkennen het hof ook niet.
Lees ook:
Strafhof Den Haag zet zaak tegen Israël door, Netanyahu: ‘dit is puur antisemitisme’
Premier Benjamin Netanyahu van Israël is geërgerd over de zaak tegen zijn land en belooft dat alle burgers en militairen van het land voor de regering ‘op alle mogelijke manieren beschermd zullen worden van vervolging’.
