Palestijns lesmateriaal demoniseert Israël
Lesmateriaal voor Palestijnse kinderen demoniseert al jaren Joden en Israël. De door de Palestijnse Autoriteit gebruikte boeken zijn ook dit schooljaar niet veranderd, zo bericht het CIDI. De haatdragende teksten worden ook door UNRWA gebruikt, waarmee de VN volgens het CIDI bijdraagt aan het radicaliseren van Palestijnse scholieren.
Het lesmateriaal voor dit schooljaar zet een traditie voort van haatzaaierij en verdraaiing van de geschiedenis onder Palestijnse kinderen. Op kaarten is de staat Israël niet te vinden. In plaats daarvan wordt het hele gebied Palestina genoemd. Jonge steden zoals Tel Aviv bestaan volgens de boeken niet. Joodse connecties met historische en heilige plekken in het land worden ontkend. De Tempelberg, de Grot van de Aartsvaders, de Tombe van Rachel; volgens het lesmateriaal betreft het allemaal islamitische heilige plekken die door Joden bedreigd zouden worden. Hun aanspraak op deze plekken is volgens de werken vals. Joden hebben slechts ‘hebzuchtige ambities’, aldus de schoolboeken.
Geweld wordt verheerlijkt of goedgepraat. Het gooien van vuurbommen naar een Israëlische bus wordt een ‘barbecuefeestje’ genoemd. Terroristen worden geëerd. Zo wordt Dalal Mughrabi, die 38 doden op haar geweten heeft, in een Palestijns schoolboek als heldin geprezen. Dit zijn slechts enkele van de vele voorbeelden.
De inhoud van de nieuwe Palestijnse schoolboeken is aan het licht gekomen door een onderzoek door het Center for Near East Policy Research, het Simon Wiesenthal Center en het Middle East Forum. Onder leiding van dr. Aron Groiss zijn meer dan 150 boeken voor diverse schoolvakken van dit schooljaar onderzocht. Voor dit jaar zijn vijfenzeventig van de boeken door de PA gepubliceerd.
Volgens de onderzoekers is het lesmateriaal voor dit jaar nog slechter dan voorgaande jaren. Zo wordt er dit schooljaar niet meer van het Arabisch-Israëlische conflict, maar van het Arabisch-Zionistische conflict gesproken. Er is dus sprake van een intensivering van het ontkennen van het bestaansrecht van de staat Israël.
UNRWA, de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen, verzorgt onderwijs voor de nakomelingen van Palestijnse vluchtelingen. Bijna een half miljoen kinderen gaat naar deze scholen. Ook in de Palestijnse gebieden verzorgt UNRWA onderwijs en hier maakt het gebruik van de boeken van de PA.
De VN-organisatie intervenieert niet in het haatzaaiende onderwijsbeleid van de PA. De auteurs van de studie concluderen daarom dat UNRWA een oorlogszuchtig beleid ten aanzien van Israel propagandeert. Dit is in strijd met het beleid van de VN zelf, dat zegt een vreedzame tweestatenoplossing na te streven. Deze tweestatenoplossing is ook het uitgangspunt van de Oslo-akkoorden. De onderzoekers vinden dat UNRWA haar morele plicht om te zorgen voor het welzijn van Palestijnse kinderen, verzaakt. De VN-organisatie is hiermee medeplichtig aan het klaarstomen van de Palestijnse jeugd voor het ontplooien van terroristische activiteiten tegen Israël, aldus de onderzoekers.
In Nederland zijn deze schoolboeken al jaren onderwerp van discussie. De Nederlandse regering doneert elk jaar miljoenen aan de PA en UNRWA. In april stelden verschillende Kamerleden nog vragen aan de minister van Buitenlandse Zaken over het radicale lesmateriaal. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken antwoordt steevast de zorgen te delen, maar tot daadwerkelijke actie wordt niet overgegaan. Zo betaalt ook Nederland mee aan het zaaien van haat onder Palestijnse kinderen.
Bron: CIDI
