Politie Montana slaat mezoeza aan op bureau
De politie van Whitfish in Montana, de plaats van de neonazi-mars die niet doorging, heeft een mezoeza aangeslagen bij de deur van hun bureau als teken van solidariteit met de geterroriseerde Joodse gemeenschap aldaar, zo meldt de Forward.
Tijden een visite aan Whitefish van een groep orthodoxe rabbijnen uit de Verenigde Staten en Canada, vroeg Rabbijn Adam Scheir uit Montreal aan de hoofdcommissaris William Dial of hij wilde overwegen een mezoeza bij de deur van zijn kantoor aan te slaan. Rabbijn Scheir schreef op zijn Facebookpagina dat de hoofdcommissaris reageerde met: “Nee, niet op de deur van mijn kantoor. Ik wil hem op een meer centrale plek, waar iedereen hem kan zien.”
Vervolgens sloegen Scheir en Dial de mezoeza, afkomstig uit Israël en gemaakt van Jeruzalem steen, aan op een deurpost “waar iedere politie-agent langskomt als hij het bureau binnen gaat,” aldus Scheir in zijn bericht op Facebook.
Nog maar een paar weken geleden zwoer de neonazi-blogger Andrew Anglin een gewapende mars te zullen houden in dit ski-resort, gericht tegen leden van de Joodse gemeenschap. De ‘blanke nationalist’ Richard Spencer, die de term ‘alt-right’ populair maakte, woont in Whitefish. De mars van de neonazi’s werd georganiseerd als steun aan Spencer en zijn gezin die, volgens ‘blanke nationalisten’ onterecht het doelwit waren van Joodse activisten.
De mars van Anglin ging niet door omdat hij geen vergunning kreeg, maar de Joden in het stadje werden wekenlang online bedreigd. Anglin heeft beloofd zijn mars alsnog te houden, misschien volgende maand. Het is niet bekend of hij over een maand wel een vergunning krijgt.
De mars is onderdeel van een zorgwekkende ontwikkeling sinds de verkiezing van Donald Trump tot president: het aantal haatmisdrijven is sinds 8 november vorig jaar sterk gestegen, met bijna een verdubbeling van de antisemitische incidenten. De New York Times meldde vandaag dat deze trend zich voortzet.
