Raad voor Journalistiek deelt tik uit aan NRC over publicatie ‘Het verraad van Anne Frank’

wikipedia commons, vysotski, eigen werk

De Raad voor Journalistiek oordeelt dat NRC (voorheen NRC-Handelsblad) deels onzorgvuldig is geweest in zijn eerste publicatie over ‘Het verraad van Anne Frank’. Dat gebeurde in januari toen het boek over het werk van een coldcase-onderzoek naar wie het Joodse meisje verraden zou hebben. De nabestaanden van de beschuldigde notaris Arnold van den Bergh eisten tevergeefs rectificatie van de krant en stapten daarom naar de Raad voor Journalistiek. NRC nam volgens de Raad ‘onvoldoende afstand’.

De eerste NRC-publicatie over het ‘Verraad van Anne Frank’ vond plaats nadat het boek op 17 januari verscheen. In het artikel werd ‘onvoldoende afstand’ genomen van de conclusies van het coldcase-team uit het boekwerk. Het team wees de Joodse notaris Van den Bergh aan als ‘zeer waarschijnlijk’ de verrader van Anne Frank, haar familieleden en de andere onderduikers in het Achterhuis. Deze conclusie werd daags na publicatie van het boek door externe experts als onhoudbaar gezien. Na een onderzoek van wetenschappers die de conclusie van het team aan flarden schoot, haalde de uitgever het boek uit de handel.

Eerder had NRC een embargo ondertekend dat tot 17 januari 2022 zou duren en waarin ook stond dat er geen externe experts mochten worden geraadpleegd. ‘Door de wijze van presenteren van het nieuws in het eerste artikel in combinatie met het gewicht dat aan het onderzoek is gegeven, heeft NRC onvoldoende distantie in acht genomen tot de conclusie uit het boek’, schrijft de Raad voor Journalistiek. ‘Gelet op de grote gevoeligheid van de kwestie had NRC terughoudender daarover behoren te berichten. Door dit na te laten en in het eerste artikel over de zaak te berichten zoals is gedaan, heeft NRC journalistiek onzorgvuldig gehandeld’.

Wel heeft de krant in een tweede artikel, een hoofdredactioneel commentaar, voldoende afstand genomen tot de conclusie uit het boek van schrijfster Rosemary Sullivan. Ook heeft NRC en op het eigen handelen gereflecteerd, aldus de Raad. ‘Ten slotte heeft NRC serieus op de klacht gereageerd. Op deze punten was de handelwijze zorgvuldig’. Op zitting voerde NRC aan dat het eerste artikel voldoende slagen om de arm had en dat er wel sprake was van ‘grondig onderzoek’. Op al deze punten stelt de Raad de krant in het ongelijk.

Twee nazaten van Arnold van den Bergh vroegen eerder om een rectificatie, maar kregen die van NRC niet – een gesprek met hoofdredacteur René Moerland verliep volgens ingewijden ook onbevredigend. Omdat ze dat niet vonden kunnen en omdat ze een abonnement op de krant hadden, besloten ze om naar de Raad voor Journalistiek te gaan. Volgens de nabestaanden heeft NRC bijgedragen aan het verspreiden van antisemitische vooroordelen, maar daar gaat de Raad niet in mee. Zodoende dat er gesproken wordt van ‘deels onzorgvuldig’ en niet van ‘onzorgvuldig’.

Lees ook:
Nieuw onderzoek naar coldcase-project: ‘Er is met nog veel meer bronnen geknoeid’

Er is een nieuw onderzoek naar de werkwijze en bevindingen van het coldcaseteam dat uitzocht wie de verrader was van Anne Frank. In het rapport van researcher Natasha Gerson komt een beeld naar voren van een team dat heeft geknoeid met zowel schriftelijke als levende bronnen. 


Categorie: |

Home » Nieuws » Raad voor Journalistiek deelt tik uit aan NRC over publicatie ‘Het verraad van Anne Frank’