‘Rembrandt, erelid van de nazi-Kulturkammer’

Awraham Meijers
Facebook

‘Zolang de mensheid bestaat worden oorlogen gevoerd, zolang oorlogen worden gevoerd bestaat oorlogspropaganda. Een ‘primitieve’ vorm kennen wij uit Bijbelse tijden, ietwat geavanceerder werd het tijdens het Romeinse Rijk. In onze tijd is propaganda geperfectioneerd via film, radio, televisie en internet. Zie bijvoorbeeld Islamitische Staat, die de wereld ongevraagd op de hoogte houdt van de wederzijdse liefde tussen Allah en de koene IS-strijders, waardoor eclatante overwinningen een logisch gevolg zijn. Uiteraard zijn de vijanden laf, zij maken zich schuldig aan oorlogsmisdaden, verkrachtingen en kindermoord. En het allerergste: Onder andere christenen, Joden en sjiieten zijn goddeloze honden. Daarom verdienen zij, laffe kafirs die ze zijn, de dood door middel van onthoofdingen. Allah staat garant voor een onstuitbare opmars.

Tragikomisch voorbeeld van bombastische propaganda is de persconferentie (mei 2003) die de Irakese minister van ‘voorlichting’ gaf tijdens de laatste dagen van Saddam Hoesseins bewind. In ferme bewoordingen schetste hij hoe het heroïsche Irakese leger de Amerikaanse vijand een halt wist toe te roepen en dat deze voor een lafhartige aftocht had gekozen. Op dat moment sloegen links en rechts Yankeegranaten in. Life op tv.

Domme nazi’s.

Het wellicht belangrijkste doel van oorlogspropaganda is het overtuigend bewijs te leveren van de inferioriteit van de vijand, om aldus de bevolking klaar te stomen voor oorlogshandelingen en (nieuwe) politieke mores. Dat daarbij de realiteit vaak bewust over het hoofd wordt gezien is evident. In 2006 was het dankzij dergelijke ‘voorlichting’ dat de Israëlische bevolking niet kon bevroeden dat Hezbollah wel degelijk een geduchte tegenstander is, die duizenden raketten in Libanon had opgesteld, waardoor het omnipotente Israëlische leger voor pijnlijke verrassingen kwam te staan.

Voordeel van hedendaagse communicatie is de snelheid waarmee reële feiten worden doorgegeven. Maar met diezelfde snelheid wordt ook oorlogsdemagogie op ons wordt losgelaten. De inval in Irak door Amerikanen en Britten (2003) was gerechtvaardigd op grond van ’keiharde bewijzen’ over enge wapenarsenalen, waarmee we zodanig werden geïndoctrineerd dat dit als waarheid werd geconsumeerd.

Door uitgekiende propaganda van de geallieerden in WO II wisten soldaten en burgers niet beter dan dat de nazi’s een stel hersenloze scharrelaars waren. Op een gegeven moment werkte dat beeld tegen diezelfde propagandisten, want helaas waren de moffen niet dom!

Rembrandt en Joodse oplichters.

Stel dat Vincent van Gogh door Geert Wilders als partij-ideoloog wordt gelanceerd. Wilders kan namelijk aan de hand van ‘wetenschappelijk onderzoek’ aantonen dat Van Gogh zijn programmapunten niet alleen zou onderschrijven, maar vanwege zijn patriottisme en islamofobie de basis heeft gelegd van Wilders’ doelstellingen. Te gek voor woorden, inderdaad.

Toch presteerden de nazi’s het om via ‘wetenschappelijke bewijzen’ Rembrandt van Rijn voor hun propagandistisch karretje te spannen. Zijn ‘Onafhankelijke geest en volkse kracht’ waren immers karakteristieke Germaanse eigenschappen! Nou dan.

Om Rembrandt als nationalistisch symbool te introduceren en gelijktijdig de rol van vuige Joden – die uiteraard zijn leven ruïneerden – te onderstrepen, werd op initiatief van Joseph Goebels, de Vader van alle Oorlogspropaganda, de speelfilm ‘Rembrandt’ gefabriceerd, met als Leidmotief: ‘De geniale Rembrandt overwint alle obstakels, maar verliest zijn strijd voor erkenning door toedoen van Joodse oplichters’. Waarmee de visie van regisseur Hans Steinhoff geen millimeter afweek van de nazi-ideologie. De film, met in de hoofdrol Ewald Balser, beleefde zijn première in oktober 1942 in het Amsterdamse Rembrandt Theater.

Door Henk Badings werd een paar jaar later, in de Duitse taal, een Rembrandt Opera gecomponeerd, die eind ’44 (!) in première ging.

Joodse taferelen.

Het idee om Rembrandt als Germaans Übermensch en slachtoffer van ‘de Joodse samenzwering’ te lanceren ontstond eind negentiende eeuw door toedoen van de obscure schrijver, cultuurcriticus en filosoof Julius Langbehn (1851- 1907). Hij had de gotspe om in zijn boek ‘Rembrandt als Erzieher’ de goede man te karakteriseren als ‘De meest Dietsche van alle Duitse kunstenaars’. Dat diens wieg in Leiden stond telde niet, daar Langbehn er van overtuigd was dat Nederland tot het Duitse Rijk behoorde. Enkele decennia later omhelsde ook de NSB de leer van deze malloot. In NSB-clubblaadjes als De Schouw kreeg Rembrandt de eretitel van edelgermaan. Enkele partijleden opperden dat hij zich nogal vaak door Joodse onderwerpen had laten inspireren. Maar aangezien Hitler en Göring werk van hem verzamelden (lees: roofden) verstomden die stemmen al snel.

Nieuwe nationale feestdag.

In 1940 werden pogingen gedaan de geboortedag van Rembrandt, vijftien juli, nationale feestdag te laten worden, in plaats van Koninginnedag. Op die datum werd In 1941 door Jeugdstorm Amsterdam op het Rembrandtplein een krans bij het standbeeld van de kunstenaar gelegd, er was een herdenking in de Westerkerk. Toch bleef de animo voor een nationale Rembrandt-dag klein en was dit voor het einde van de oorlog al verdampt.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » ‘Rembrandt, erelid van de nazi-Kulturkammer’