Troostijs? – column Bart Vink

Vink
Bart Vink

Daar stond de ijsbeker. Midden op de eettafel, begin 2020. Met mijn favoriete bananensmaak, chocolaatjes en stukjes walnoten: ‘chunky monkey’. Troost gaf dat heerlijke ijs mij in een droevige tijd toen mijn relatie eindigde en ik tijdelijk een kleine studio bewoonde. Het was het ijs dat ik ook mijn opgroeiende dochters van kleins af aan serveerde. Het ijs dat mij deed denken aan de ijsfabriek in het Amerikaanse Vermont die ik in 2002 met toenmalige vrouw en dochtertje bezocht. Dat ijs stond voor veel. En ja, ook een relatie startte met degene die het ijs begin 2020 voor me meenam. De liefde en het geluk lachte mij zo maar weer toe. Niet toevallig: dit ijs was niet zo maar ijs.

Sinds mijn bezoek aan de ijsfabriek wist ik dat de twee Amerikaans-Joodse oprichters van het ijsmerk niet alleen geweldige ijsco maakten, maar ook heel sociale en duurzame ambities hadden. In het Nederlandse Hellendoorn, waar ze ook ijsjes gingen produceren, stonden ook deze ambities hoog in het vaandel, net als bij al hun andere ijsfabrieken in de wereld. Lekker ijs én mooie ambities voor een betere wereld: het was echt een droom. Wat zou je nog meer kunnen wensen?

Zoals vaker blijken de meeste mooie dromen echter niet uit te komen. De fabrikant verkoopt namelijk haar ijsjes in grote delen van de wereld, ook in landen waar het officiële beleid haaks staat op duurzaamheid en milieu (Brazilië bijvoorbeeld), op sociale omstandigheden (denk aan Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten) en op mensenrechten (onder andere Maleisië). Steniging van overspelige vrouwen, doodstraf op homoseksualiteit en het kappen van bomen en slopen van inheemse dorpen en het Amazonewoud, houden de ijsproducent niet tegen. Dat geldt ook voor Amerikaanse staten die de doodstraf opleggen en uitvoeren, homorechten (LHBTI) hebben ingeperkt of abortus strafbaar hebben gemaakt. Niets houdt Ben & Jerry’s tegen, hoe mooi de woorden op hun website en in hun jaarverslagen ook zijn.

‘Groene lijn’
Maar het bedrijf heeft nu dus wel bedacht dat het de ijsverkoop gaat staken aan bewoners van plaatsen waar Israëli’s wonen wanneer die zich buiten de bestandslijnen van 1948 bevinden. Het bedrijf negeert dat Palestijnen en Israëli’s in Oslo vastlegden dat in de gebieden op de Westelijke Jordaanoever waar Israëli wonen de Joodse staat geacht wordt om daar zowel het civiele bestuur als het politionele en militaire gezag uit te oefenen. Tevens negeert het dat winkels dus ook bevoorraad worden zoals andere binnen de ‘groene lijn. De beide oprichters van het concern zeiden dat ze graag zien dat Israëli’s en Palestijnen hun conflict oplossen, dat ook Palestijnen een eigen staat krijgen en er een einde komt aan het Israëlische militaire gezag op de gehele Westelijke Jordaanoever. Die wens spreekt ook mij aan, maar wat dat met ijsproductie en -verkoop te maken heeft, is mij een raadsel.

Het lijkt trouwens eerder een anti-Israëlische maatregel, ook omdat ze onuitvoerbaar klinkt zoals die nu is geformuleerd. In sommige wijken van Jeruzalem mogen van Ben & Jerry’s winkels en restaurants het ijs namelijk wel; in andere het ijs niet verkopen. Daarmee lijkt de oorspronkelijk door het bedrijf gewenste boycot van heel Israël er door de praktijk toch te kunnen komen.

De Joodse staat biedt de nabestaanden van een eeuwenlang onderdrukt en vervolgd volk een veilige, eigen plek onder de zon in zijn historische ‘moederland’. Die bevrijding van de onderdrukking, achterstelling en vervolging was en is helaas nodig. Het antisemitisme blijkt immers niet te verdwijnen, zoals ook andere vormen van achterstelling, racisme en discriminatie steeds weer de kop opsteken. Steun voor de Joodse staat, inclusief steun voor vrede en op termijn twee staten ten westen van de rivier de Jordaan, lijkt dan ook eerder te kunnen helpen dan boycots zoals die van Ben & Jerry’s.

Coëxistentie
Misschien nog belangrijker is dat Palestijnen juist de dupe worden van deze bedrijfsmaatregel die zegt het tegenovergestelde na te streven. Geen ijsjes, geen werkgelegenheid en geen projecten die coëxistentie en samenwerking tussen Joden en Arabieren bevorderen. Nee, het bedrijf kiest voor polarisatie die oplossingen niet dichterbij brengen en wil van grote afstand en van buitenaf bepalen hoe de oplossing van het langjarige conflict eruit zou moeten zien. Om die reden is intussen zelfs de Palestijnse (!) vredesactivist Bassem Eid (uit Jericho) een juridische procedure begonnen tegen ijsproducent Ben & Jerry’s en moederbedrijf Unilever.

Dat de actie van de Amerikaanse ijsproducent in de Verenigde Staten op veel kritiek stuit en diverse staten afscheid willen nemen van hun belangen en investeringen in het bedrijf en het moederbedrijf, werd de afgelopen tijd ook duidelijk. Nu ook de staat New York recentelijk het bedrijf een ultimatum heeft gesteld voor het terugdraaien van de maatregel, is duidelijk dat het besluit serieuze gevolgen kan krijgen op de thuismarkt van het concern.

Dit alles onderstreept hoe scheef de schaats is die de ijsjesproducent rijdt. De producent produceert en verkoopt ijs op tal van plekken in de wereld, maar zet dus als enige de Israëli in de kou én neemt maatregelen die nota bene ten koste gaan van Israëli én Palestijnen. Dat geeft het ijs een vieze bijsmaak. De troost die het mij eerder bood, geeft het mij daardoor intussen niet meer. Ik ben dan ook gestopt het ijs te kopen. En ja, dit heeft mij een illusie armer gemaakt. 

Lees ook:
De voetballerij moet eens ballen tonen – column Bart Vink

‘Je kunt schrijven over grote misstanden in de wereld. Onrecht dat bijvoorbeeld Jezidi’s of Oeigoeren wordt  aangedaan. Of Afghaanse en Iraanse vrouwen. Afghaanse tolken en andere helpers van de geallieerde landen die na twintig jaar loyale inzet en hulp ineens aan hun lot werden overgelaten. Vooral dat kreeg veel aandacht de afgelopen dagen, al ging het daarbij meer over de positie van Nederlandse ministers dan over de ellende van Afghanen of de rol van Nederland daarbij. Tegen die achtergrond oogt veel ander nieuws misschien als ‘klein bier’…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: | |

Home » Nieuws » Troostijs? – column Bart Vink