Trump negeert vraag over antisemitisme
Tijdens een gezamenlijke persconferentie van president Trump en premier Netanyahu in het Witte Huis afgelopen woensdag stelde een Israëlische journalist een vraag over het sterk toegenomen antisemitisme in de Verenigde Staten sinds de verkiezing van Trump tot president. Hij tekende daarbij aan dat velen, waaronder ook veel Joden, bang zijn dat de oorzaak ligt in de verkiezingsretoriek van Trump.
Een mooie kans voor de nieuwe president om de incidenten te veroordelen en toe te zeggen er alles aan te zullen doen om dit te stoppen. Over de feiten bestaat geen verschil van mening: de Anti-Defamation League zegt dat het antisemitisme in de Verenigde Staten een niveau heeft bereikt dat niet meer is gezien sinds de jaren 1930. Onder de vele incidenten zijn ook reeksen bomdreigingen tegen Joodse instellingen
Maar Trump negeerde de vraag en zijn antwoord bracht zelfs de gewoonlijk onverstoorbare Netanyahu uit zijn evenwicht: “Ik wil alleen maar dat dat wij, weet je wel, zeer vereerd zijn met de overwinning die wij haalden – 316 stemmen in het Electorale College,” zei Trump. “Er werd verwacht dat we de 220 niet zouden halen. Dat weet je toch? Er was geen kans dat we 221 zouden halen, maar toen zeiden ze dat 270 echt onhaalbaar was. En er is een enorm enthousiasme overal.”
Trump beloofde dat “er vrede zal zijn in dit land” en hij zou “misdaad een halt toeroepen”. Over racisme en antisemitisme zei hij alleen dat er al “heel lang nare dingen” gebeurden. Hij voerde zijn Joodse schoonzoon en Joods geworden dochter op om zijn geloofwaardigheid te vergroten en zei dat hij veel Joodse vrienden had.
Trump’s antwoord op de vraag over antisemitisme kreeg zeer veel kritiek in Israël en elders. Daarom herhaalde een andere journalist de vraag op een persconferentie op donderdag. Trump beval de journalist te gaan zitten voordat deze zijn vraag had kunnen afmaken en reageerde met: “Ten eerste: ik ben de minst antisemitische persoon die je ooit in je leven hebt gezien, Ten tweede: racisme. De minst racistische persoon.” Trump deed de vraag verder af als “zeer beledigend”. Ten slotte haalde hij Netanyahu aan die de vorige dag, op hun gezamenlijke persconferentie, gezegd had dat er “geen grotere supporter van het Joodse volk en de Joodse staat” is dan de nieuwe Amerikaanse president.
