Turkije en Israël weer nader tot elkaar

Een rechtbank in Turkije heeft de rechtsaak tegen Israël laten vallen over de inval op de Mavi Marmara, het schip dat deel uitmaakte van het konvooi Freedom Flotilla in 2010. De Flotilla wilde de Israëlische blokkade tegen Gaza doorbreken, maar werd door het IDF onderschept. Er vielen toen negen Turkse doden, waarna de relatie tussen beide landen jarenlang bekoeld was. Turkije onderhoudt immers  banden met de Palestijnse terreurorganisatie Hamas, die de Gaza-strook regeert.

Een Turkse aanklager heeft de rechtbank gevraagd de zaak te laten vallen. Dit gebeurde na de diplomatieke verzoening tussen Israël en Turkije die sinds vorig jaar plaatsvindt. De families van de Turken die omkwamen bij de bestorming door de Israëlische marine wilden echter dat de zaak werd doorgezet. Tevergeefs. De Turkse president Tayyip Erdogan aanvaardde afgelopen week de geloofsbrieven van de nieuwe Israëlische ambassadeur in Ankara, waarmee formeel een einde is gekomen aan zes jaar van gespannen verhoudingen.

Israël stemde er langs zijn kant mee in om schadevergoedingen te betalen aan de families van de slachtoffers. Daarmee is een bedrag van twintig miljoen dollar (zo’n 18,58 miljoen euro) gemoeid. In ruil voor de compensatie worden de Israelische officieren die schoten niet vervolgd. Tevens is afgesproken dat Turkije ondanks de blokkade humanitaire hulp en andere niet-militaire producten naar de Gaza-strook mag brengen.