UNESCO: ‘oude stad Hebron is van Palestijnen’
De UNESCO heeft de oude stad Hebron op de Westelijke Jordaanoever tot ‘een beschermde zone’ van het werelderfgoed verklaard en ‘toegewezen’ aan de Palestijnen. In de binnenstad van Hebron – de belangrijkste stad voor het Jodendom na Jeruzalem – wonen nog enkele honderden Joden die omringd worden door meer dan honderdduizend Palestijnen en momenteel beschermd worden door het leger van Israël.
Als het aan de werelderfgoedorganisatie van de Verenigde Naties (VN) ligt, zijn die Palestijnen straks ook de baas in het oude centrum van de stad. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu noemt deze beslissing ‘krankzinnig’. De UNESCO kwam bijeen in de Poolse stad Krakau en heeft Hebron inmiddels als Palestijns werelderfgoed toegevoegd aan haar bekende werelderfgoedlijst. De stad wordt tegelijkertijd ook als ‘bedreigd’ bestempeld.
Op de vergadering werd over het voorstel gestemd. Dat gebeurde na scherpe diplomatieke confrontaties tussen Israël en de Palestijnen. Twaalf leden van het UNESCO-comité stemden voor, zes onthielden zich en drie stemden tegen. Met het oog op de onthoudingen, was de vereiste meerderheid tien stemmen. Het waren wederom de Arabische landen die binnen de organisatie lobbyden voor deze status van Hebron.
Vorig jaar kwam het eerder tot een conflict tussen Israël en de UNESCO nadat de VN-organisatie een resolutie had aangenomen die de Tempelberg in Jeruzalem tot een Palestijnse plek verklaarde en daarom niet zo zou mogen heten. Netanyahu sprak toen schande van de verklaring en trok zijn land tijdelijk terug uit de organisatie. Begin dit jaar schroefde zijn regering de jaarlijkse VN-afdracht aanzienlijk terug.
