Waarom de inname van delen West Bank slecht is – column Salomon Bouman
Met achterhaalde juridische en politieke argumenten wordt de annexatie van delen van de bezette Westelijke oever van de Jordaan door premier Benjamin Netanyahu gerechtvaardigd. Volgens zijn medestanders berust de kritiek op dit verregaande besluit op fabeltjes.
Wat de juridische en politieke argumenten ook zijn om vierkant achter Netanyahu te staan, wijs ik erop dat Likud-leiders in Israël nooit in een tweestatenoplossing hebben geloofd. Voor hen was en is een onafhankelijke Palestijnse staat een ideologisch taboe. Als correspondent van de NRC stond ik op 17 mei 1977 in Beit Jabotinsky in Tel Aviv op enkele meters van Menahem Begin toen Likud de algemene verkiezingen won.
“Er zullen honderden nederzettingen [in Judea en Samaria, SB] worden gesticht,” was één van de eerste zinnen die Begin uitsprak. Met die woorden vierde hij de overwinning van de ‘ondeelbaarheidsgedachte van Erets Israël’ (het land van Israël). Honderden nederzettingen werden in bezet gebied gebouwd, legaal en illegaal, om de stichting van een Palestijnse staat te blokkeren.
Enkele jaren later legde de Likoed-premier Yitzhak Shamir me uit dat Israël de in 1967 veroverde Westoever moest behouden voor de opvang van Joden die volgens hem wegens antisemitisme massaal naar Israël zouden immigreren. Ook voor hem was een Palestijnse staat naast Israël volgens het VN-delingsplan voor Palestina uit 1947 om ideologische redenen onaanvaardbaar.
Huidig Likud-premier Benjamin Netanyahu heeft het ‘Vredesplan van de eeuw’ van president Trump aanvaard in de wetenschap dat het Palestijnse leiderschap nooit een in dat plan voorziene Palestijnse ministaat zou aanvaarden. Zo’n Palestijns staatje zou volledig door Israël worden gecontroleerd en door geannexeerd gebied worden omsingeld.
Historische precedenten en juridische argumenten worden vandaag de dag aangehaald om Israëls aanspraken op de Westoever aannemelijk te maken:
- Israël is in 1948 gesticht volgens een besluit van de VN en niet op basis van een besluit van de Volkenbond in 1922.
- Het recht op verkregen gebied in een verdedigingsoorlog is sedert 1945 niet meer van kracht.
- In resolutie 242 wordt gesteld dat het ontoelaatbaar is door middel van oorlog verkregen gebieden te verwerven. In deze resolutie wordt Israël opgeroepen zich terug te trekken uit gebieden die in 1967 werden bezet. 242 erkent het recht voor Israël om in vrede te leven binnen veilige en erkende grenzen. Likud heeft deze zinsnede uit deze veiligheidsresolutie uitgelegd als recht op inlijving.
- Het Oslo-akkoord uit 1993 erkende de PLO Israëls bestaansrecht en Israël erkende de PLO als rechtmatige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. In fasen, via Palestijnse bestuursautonomie zouden de Palestijnen, volgens de intentie van het akkoord uitzicht krijgen op een Palestijnse staat op de in 1967 door Israël bezette Westoever. De moord op premier Yitzhak Rabin in 1995 heeft de weg naar een Palestijnse staat naast Israël geblokkeerd.
- Het VN-verdrag inzake de rechten van inheemse volken definieert die rechten niet met betrekking tot annexatie.
Het is een terechte constatering dat de Palestijnen, op Oslo na, alle vredesinitiatieven hebben afgewezen. Geen enkel vredesinitiatief opende voor hen echter het vooruitzicht op een levensvatbare, onafhankelijke Palestijnse staat. De aangevoerde argumenten over Palestijnse verwording van een corrupte politiestaat zijn voor de discussie over het recht van de Palestijnen op onafhankelijkheid irrelevant.
Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren