Weerzin – column Ya’akov Almor

Ya'akov Almor

Ik schrijf met enige, nee, met grote weerzin deze column over hoe de ultra-orthodoxe Joodse steden en wijken in Israël de centrale  brandhaarden van het coronavirus zijn geworden. Weerzin, omdat hoe ik het ook keren of wenden zal, door wat hieronder gerapporteerd en gezegd wordt, ik het niet mooier kan maken dan het is. Het goede nieuws dat, in een recent rapport, Israël als een van de veiligste landen ten tijde van deze pandemie wordt benoemd. Dat is bemoedigend, maar dit kan nog veranderen.

Het slechte nieuws is dat sinds een paar dagen zo’n tiental steden, dorpen en wijken zijn geidentificeerd als brandhaarden van het coronavirus. Ze zijn op bevel van de regering door de politie en legertroepen afgesloten van de buitenwereld. Het gaat vooral over gemeenschappen die religieus-Joods, en voornamelijk ultra-orthodox zijn. Het aantal besmettingen stijgt er snel,  vooral in de stad Bnei Brak, waar zo’n 200.000 vooral ultra-orthodoxe mensen wonen. Het is al zo erg dat het lokale ziekenhuis al uitpuilt en assistentie van andere ziekenhuizen heeft gevraagd.   

Hoe heeft dit kunnen gebeuren? De strenge, tot zeer strenge door regering aangekondigde maatregelen werden toch nageleefd en waren toch effectief? De bevolking houdt zich toch aan de voorgeschreven regels en opgelegde beperkingen Zeker, maar er is een belangrijke uitzondering.

In de ultra-orthodoxe gemeenschappen lapte men die regelgeving vanwege de overheden namelijk aan hun laars. Het verbod op samenscholing werd genegeerd. De synagoges, de jewshivot (Talmoedscholen voor jongeren) en kollels (leerhuizen voor volwassen mannen) bleven open. Begrafenissen trokken vele honderden rouwenden, en dat ondanks het duidelijke verbod.

Waarom, vraagt u?

Omdat die gemeenschappen de autoriteit van de overheid, waaronder ook politie en leger, niet erkennen. Beter gezegd, de leden van die gemeenschappen geven de voorkeur aan de autoriteit van hun eigen religieuze leiders. Politiemannen worden er regelmatig, en ook  nu, op straat voor ‘nazis’ uitgescholden. Wanneer vrouwelijke soldaten de fout maken er in uniform te verschijnen, worden ze bespuugd en voor hoeren uitgemaakt. Zeker, dat zijn de excessen, maar feit is dat het gebeurt, en dat wanneer het gebeurt niemand ingrijpt of er iets van zegt. En dat zegt veel.

Wie een beetje bekend is met de maatschappelijke, politieke en religieuze verhoudingen in Israël, kijkt van die laatste gegevens niet op. In de politiek wordt de seculaire meerderheid keer op keer geconfronteerd met de politieke slagkracht van de ultra-orthodoxe partijen, die het politieke spel van chantage tot in de puntjes beheersen. Elke Israëlische staatsburger weet dat de huidige ‘status quo’ van het dagelijks maatschappelijk leven door de orthodoxie, incluis de ultra-orthodoxie, in stand wordt gehouden.

Enige voorbeelden:

Vele tienduizenden ultra-orthodoxe mannen werken niet maar worden door de staat onderhouden met een stipendium om in jewshivot en kollels te leren. Ze dienen niet in het leger, noch wordt hen verplicht alternatieve dienstplicht te verrichten. Ze krijgen aanzienlijk meer geld dan dienstdoende soldaten en drie of vier dubbel zoveel dan ouderen die van de AOW moeten leven.

Er rijdt geen openbaar vervoer op de sjabbat. Dat zou de meerderheid van de burgers graag zien  veranderen. Ook ElAl vliegt niet op sjabbat – terwijl dat voor de meeste luchtvaartmaatschappijen de meest rendabele dag in de week is. En er is nauwelijks ruimte, en zeker geen politieke en geldelijke steun, voor pluriformiteit in het beleven van het Jodendom.  De orthodoxie heeft een monopolie.  Wanneer deze zaken ter discussie komen, haalt de gemiddelde Israeli berustend zijn schouders op: “Het is niet anders.”

Waarom hielden de ultra-orthodoxen zich toch niet aan de regels? Waarom kon het coronavirus zich zo snel verspreiden in deze ultra-orthodoxe steden, dorpen en wijken? Omdat ze geleid worden door oude mannen die, in sommige gevallen half blind, half doof, geen idee hebben en niet willen hebben van wat zich in de buitenwereld afspeelt.

Deze oude mannen – die door hun volgelingen op handen gedragen worden en blindelings vertrouwd worden – weigeren in de moderne wereld te leven. Ze onthouden bewust hun volgelingen (jongens, meisjes, mannen en vrouwen) ervan een behoorlijke algemene scholing en opleiding te krijgen zodat ze als volwaardige leden van de moderne maatschappij kunnen fungeren. De staat en de Israëlische maatschappij staan hen ten dienste. Seculieren vinden zij erger dan goyim.

Deze zelfde oude mannen – rabbijnen – weerhielden gedurende vele, kritieke dagen hun volgelingen ervan de getroffen maatregelen omtrent het coronavirus te gehoorzamen. Met alle gevolgen van dien. Toen deze gebrekkige rabbijnen eenmaal het licht zagen, was het al te laat, veel te laat.

En nu, nu is het opeens, wat betreft de meerderheid van Israël’s burgers helemaal anders. Nu zijn die ultra-orthodoxe gemeenschappen niet alleen een blok – politiek, economisch, cultureel –  aan het been van de moderne staat, maar ook een levensbedreiging voor clal Israel – heel Israel. Wat je vooral in de media hoort en leest, maar ook op straat hoort, is dat de overgrote, seculaire  meerderheid van Israël’s burgers het helemaal gehad heeft met het gedrag van de ultra-orthodoxie.

Er is een nu duidelijke rode lijn overschreden.

Een van Israel’s meest populairste presentatrices, Rina Matzliach, verwoordde dit gevoel eergisteren tijdens een uitzending op Channel 12. Vrij vertaald zei ze: “Het is tijd dat de ultra-orthodoxie de staat van Israël accepteert, ten goede en ten kwade. Het is tijd dat zij zich aan de staat verplicht voelen.” Ze kreeg een stortvloed van kritiek over zich heen. Batia Cahana Dror, een columnist van Ynet, nam het voor Matzliach op. “Het was een authentieke uitspraak die de absurde verhouding van de ultraorthodoxie tot de staat aan de kaak stelde,” zei zij.

“De kritiek op Matzliach’s uitspraak probeerde te verdoezelen dat het de ultra-orthodoxe rabbijnen zijn die de onmiddellijke verantwoordelijkheid dragen voor de hoge mate van besmettingen hun gemeenschappen. Dit is ook het moment om het gebrek aan participatie van de ultra-orthodoxie in de Israëlische maatschappij ter discussie te stellen,” aldus Dror. Anshel Pfeffer, een columnist in Haaretz, concludeerde dat de huidige crisis  en het falen van de rabbijnen consequenties zullen hebben voor hoe ze door hun volgelingen worden gezien. Ze bleken faalbaar te zijn en hadden geen keus zich in plaats van naar de religie naar de autoriteiten te voegen.

Hoop doet leven.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Beeldmerk Jonet.nl.Waardeert u dit artikel?

Donatie
Betaalmethode
American Express
Discover
MasterCard
Visa
Maestro
Ondersteunde creditcards: American Express, Discover, MasterCard, Visa, Maestro
 
Kies uw betaalmethode
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren

Categorie: |

Home » Nieuws » Weerzin – column Ya’akov Almor