Zoektocht naar Israëlische producten mag van Koenders
Minister Bert Koenders (PvdA) van Buitenlandse Zaken vindt het geen probleem dat pro-Palestijnse activisten de supermarkten afgaan om te speuren naar producten uit de Westelijke Jordaanoever en Golan Hoogvlake. Volgens de activisten gaat het om ‘bezette gebieden’, waar een label op moet staan dat het gebied eigenlijk niet bij Israël zou horen. Koenders heeft geen bezwaar tegen de actie, maar wil niet dat de speurders producten kapot maken. Dit zei hij tegen leden van de Tweede Kamer.
Kamerdebat labels
Donderdag debatteerde de Kamer over nieuwe EU-regels, die voorschrijven dat producten uit de West Bank en Golan Hoogvlakte niet langer het label ‘Made in Israël’ mogen hebben. Deze producten moeten van Brussel een label krijgen waarop staat dat ze uit ‘bezet gebied’ komen. Het is aan de Kamer om aan deze regels een exacte invulling te geven, zo stelt de EU. Hoewel andere lidstaten de regelgeving al hebben omarmd, is dat in Nederland nog niet het geval.
Echter, sinds enige tijd bezoeken activisten van het Diensten Onderzoek Centrum Palestina (DocP) supermarkten om producten op te sporen. Ter plekke roepen ze dan op tot een boycot van de volgens hen ‘besmette producten’. Dit euvel kwam tijdens het Kamerdebat eveneens ter sprake. In andere landen zijn dergelijke acties verboden verklaard en SGP-voorman Kees van der Staaij wilde daarom weten of dit in ons land ook mogelijk is. Koenders verklaarde dat dit niet mag vanwege de vrijheid van meningsuiting.
Terwijl binnen het Kamerdebat aan de gang was, werden buiten demonstraties gehouden door pro-Israelische en pro-Palestijnse groepen. Het ging er soms hard aan toe en een presentator van het tv-programma Pownews werd aangevallen:
DocP op pad
De activisten van DocP doorzochten deze week in onder andere Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Leiden en Den Haag schrappen van supermarkten. Dat deden ze met groepen van zes tot acht zelf benoemde ‘inspecteurs’. Wanneer er een product uit een ‘bezet gebied’ gevonden werd, sloegen de pro-Palestijnse activisten alarm. Vervolgens gaven ze de supermarktmanagers lijsten met ‘besmette producten’, van sinaasappels tot vegetarische vleesvervangers. Verder deelden ze flyers uit aan de klanten, waarin werd aangeraden geen Israëlische producten meer te kopen.
De groep komt voort uit de omstreden BDS-beweging (afkorting staat voor Boycot, Disinvesteren, Sacties). DocP staat in ons land geregistreerd als een goed doel en profiteert daardoor van belastingvoordelen bij schenkingen. De boycotbeweging is niet alleen actief in Nederland, maar ook in veel andere landen. Intussen is er een scheidslijn te zien van landen die BDS verbieden en landen die het toestaan. Tot de landen die het verbieden behoren onder andere Groot-Brittannie en Frankrijk. BDS probeert ook lokale overheden te bewegen om tegen Israël in actie te komen. In Spanje weigerde de gemeente Gijon onlangs om concerns uit de West Bank te betalen voor hun diensten. De rechter moest daar een stokje voor steken, want dit is ongrondwettelijk en discriminerend.
