Aanvaller Heintz niet vervolgd: gebrek aan bewijs
De man die onlangs rabbijn Aryeh Heintz op straat aanviel en hem vroeg waarom hij er was en zich kleed ‘als een Jood’, wordt niet vervolgd. Er is een gebrek aan bewijs. Dat heeft het Openbaar Ministerie (OM) meegedeeld. Volgens het OM was er ook geen sprake van mishandeling of discriminatie door de man, die zich vlak na het incident zelf bij de politie had gemeld. Heintz en zijn advocaat Herman Loonstein overwegen een klacht in te dienen tegen het OM..
Het incident
De Utrechtse rabbijn werd op 29 maart op straat in de wijk Overvecht aangesproken door een voorbijganger op zijn kleedstijl. Volgens Heintz zou de man hebben gezegd: “Waarom ben je hier en kleedt jij je als een Jood?” Er ontstond discussie en de rabbijn vluchtte de winkel Action in, waar hij werd geduwd en geslagen. Twee Marokkaanse vrouwen zouden de belager van hem af hebben weten te houden. Heintz werd echter door de manager weggestuurd omdat het niet toegestaan was te filmen met zijn telefoon.
Ontgoocheld
Het incident – volgens velen met een overduidelijk antisemitisch karakter – kwam snel in het nieuws en rabbijn Heintz deed aangifte. Hij en zijn vrouw Bracha, de rebbetzin, waren ontgoocheld. Ook meldde de veertigjarige man zich bij de politie. Hij werd aangehouden. Op dat moment werd hij nog als verdachte gezien. Kort daarna is hij naar huis gestuurd met een contact- en verbiedverbod. Het OM deed onderzoek en komt nu tot de conclusie dat er geen sprake zou zijn geweest van mishandeling of een vorm van discriminatie zoals antisemitisme.
‘Tikje tegen de hoed’
Volgens het OM is het grootste deel van de ruzie op videobeelden vastgelegd. ‘Er is te zien dat verdachte en aangever elkaar meerdere keren benaderen, dat de aangever de verdachte vervolgens probeert te filmen, dat er geduwd wordt en dat omstanders de verdachte de winkel uitzetten. Niet te zien is dat er op enig moment wordt geslagen’, aldus een verklaring. ‘Ook zijn er geen getuigen die de klap hebben gezien. Wel heeft de man bij het maken van een handgebaar tegen de hoed van de rabbijn getikt’.
Ontkenning
De verdachte man ontkende voor de politie en later bij het OM antisemitische uitlatingen te hebben gedaan. Het OM gaat daar in mee. Getuigen zeggen eveneens niets in die richting te hebben gehoord. Er is wel één getuige die zegt dat er na het incident een antisemitisch scheldwoord is geroepen, door wie is niet duidelijk geworden, aldus het OM. ‘Dat wil niet zeggen dat de situatie niet als onprettig, ongewenst of onfatsoenlijk beschouwd zou kunnen worden’. Beide partijen hebben aangegeven waarde te hechten aan een gesprek over het incident.
Formeel
Het Openbaar Ministerie stelt zich formeel op en benadrukt dat het niet haar taak is om te oordelen of het moment van treffen onprettig of onfatsoenlijk is. ‘De taak van het OM beperkt zich tot opsporen en vervolgen van in de wet vastgelegde strafbare feiten’, aldus de verklaring. Wel wil het OM meedenken over het gesprek tussen Heintz en de man. ‘Over de vorm waarin dit kan gebeuren, zal nog nader gesproken worden’.
Verbaasd
Rabbijn Heintz heeft advocaat Herman Loonstein in de hand genomen om hem bij te staan. Loonstein Advocaten schrijft op zijn site: ‘Het slachtoffer is met zijn raadsman zeer verrast over het feit dat het OM thans heeft besloten de zaak te seponeren en de zaak niet voor de strafrechter te zullen brengen. Het antisemitische motief in de zaak is overduidelijk en zeker anno 2024, waarbij antisemitische incidenten fors toenemen en Joodse personen niet meer veilig over straat lijken te kunnen, is onbegrijpelijk dat het OM nu tot deze beslissing is gekomen’.
Mogelijke klacht
Heintz beraadt zich over de sepotbeslissing en overweegt een klachtprocedure te beginnen bij het Gerechtshof om de verdachte alsnog vervolgd te krijgen, aldus Loonstein. Over een gesprek met de verdachte wordt op de site van het advocatenkantoor niet gerept.
