‘Abou Jahjah voormalig Hezbollah-militant’

De Belgisch-Libanese activist Diyab Abou Jahjah heeft zich vroeger aangesloten bij Hezbollah om tegen Israël te vechten. Dat meldt de Jerusalem Post in een bericht naar aanleiding van informatie van het Israëlische ministerie van Diasporazaken. Momenteel voert Abou Jahjah een stichting aan die Israëlische militaire doxt en in westerse landen voor het gerecht wil brengen.

Abou Jahjah, de man achter de Hind Rajab Stichting en de Arabisch Europese Liga (AEL) heeft toegegeven dat hij zich in zijn jonge jaren bij Hezbollah heeft aangesloten. Hij emigreerde daarna naar België en engageerde zich in Vlaanderen. Het was de bedoeling om terug te keren naar Libanon om te vechten in de oorlog van 2006 tegen Israël, aldus teksten op de site van de AEL en een eerder interview in de New York Times.

Terug

Tegelijkertijd zijn er documenten van het Israëlische ministerie van Diasporazaken die bevestigen dat Abou Jahjah inderdaad bij Hezbollah zat, zo meldt de Israëlische krant Jerusalem Post, die de documenten in handen heeft. Deze verwijzen onder andere naar de AEL-site en het interview in de Amerikaanse krant. Destijds, in 2003, werden die op de site gezet, maar later zijn ze verdwenen. Nu zijn de documenten weer terug.

Doxing

De Belgisch-Libanese activist is sinds enige tijd bezig om Israëlische militairen via de Belgische stichting Hind Rajab te doxen en vervolgen. Doxing is het al dan niet met kwalijke bedoelingen online openbaar stellen van de adres- en persoonsgegevens van een individu of organisatie. In Nederland is dit strafbaar. Israël heeft al verschillende militairen in Europa naar huis gehaald omdat ze anders vervolgd kunnen worden.

AEL

Abou Jahjah kwam begin jaren 2000 in de belangstelling met zijn AEL, waarmee hij eerst furore maakte in Vlaanderen en daarna ook in Nederland redelijk succesvol mee was. Een van de doelstellingen van de club was om aanklachten tegen Israël te doen. Halverwege jaren 2000 werd het plots stil rond Abou Jahjah, waarna hij sinds een paar jaar weer terug is in het publieke debat.