Archeologen ontdekken twaalfde grot in Qumran
Archeologen van de Universiteit van Israël en de Israëlische Overheidsdienst voor de Antieke Oudheid melden de ontdekking van een twaalfde grot in Qumran. De gravers spreken van ‘een van de meest opwindende archeologische vondsten in de grotten van Qumran en de belangrijkste vondst van de laatste zestig jaar’. Nieuwe rollen zijn niet gevonden. Die zijn mogelijk verdwenen bij een plundering van de grot.
In 1947 ontdekten twee geitenhoeders op deze plaats in verborgen potten met gesloten deksels een eerste delen van de Dode Zeerollen. Tot 1956 werden in elf grotten in Qumran, aan de noordwestkust van de Dode Zee, meer dan negenhonderd Hebreeuwse en Aramese documenten teruggevonden, waaronder tweehonderd handschriften van de Hebreeuwse Bijbel. Deze vormen een van de belangrijkste bronnen van informatie en referentie voor de overlevering van de Bijbelteksten.
Het team van archeologen Ahiad Ovadia en Oren Gutfeld vond in de pas ontdekte grot een blanco stukje perkament in een pot. Ook vonden de onderzoekers zeven kapotte potten zoals die in de andere Dode Zeegrotten, een leren riem voor het binden van rollen en een doek waarin de perkamenten werden gewikkeld om te bewaren. Er werden ook nog vuurstenen, messen, pijlpunten en een stempel aangetroffen.
In de grot te Qumran werd ook nog een pikhouweel teruggevonden. Op basis daarvan vermoeden de archeologen dat de grond omstreeks 1950 moet zijn geplunderd en dat de rollen werden meegenomen of in een van de andere grotten werden gelegd. “Misschien zijn er ook meer dan twaalf grotten. Deze ontdekking zaait twijfel over het feit of alle rollen wel oorspronkelijk in de elf grotten waren opgeslagen,” zegt een van de archeologen.
Israel Hasson van de archeologische overheidsdienst vraagt de regering om de nodige middelen vrij te maken voor nieuwe systematische opgravingen, omdat er wellicht nog andere grotten met belangrijke vondsten zijn.De grot ten westen van Qumran, op de bezette Westelijke Jordaanoever, bevatte geen geschriften maar talrijke bewijzen van hun aanwezigheid, waaronder fragmenten van aardewerk waarin ze bewaard werden en leren banden die rondom de geschriften gebonden waren, preciseerde de archeoloog.
