Israël Producten Centrum boos over boete om ‘fout etiket’ op wijnen

Een verkeerd label op flessen Israëlische wijn heeft het Israël Producten Centrum (IPC) een boete opgeleverd. Het gaat om een bedrag van 2.100 euro, uitgeschreven door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). Dit meldt het Reformatorisch Dagblad. De instantie controleert of verkopers zich houden aan de volgens de Europese Unie bepaalde etikettering van producten uit de betwiste gebieden in Israël. Het IPC is de winkel van de groep Christenen in Israël CvI in Nijkerk. “Wij zijn verbolgen over het feit dat de NVWA zich laat leiden door enkele klachten van anti-Israëlactivisten die maar één doel hebben: Israël dwarszitten en boycotten.” Inmiddels hebben de BoerBurgerBeweging (BBB) en de SGP een Kamermotie ingediend.

BDS in actie
De boete werd opgelegd na een waarschuwing van circa twee jaar geleden. In april 2019 kwam de NVWA in het productencentrum langs ter controle. Toen bleek dat bepaalde Israëlische wijnen uit betwiste gebieden niet goed gelabeld waren. Volgens de EU moeten deze wijnen een etiket hebben waarop staat dat ze uit ‘bezet gebied’ komen. De NVWA deelde een waarschuwing aan de winkel van CvI uit. De de vermelding ‘product uit Israël’ op de wijnen moest aangepast worden, anders zouden er boetes komen.

Het productencentrum paste de labels aan met de vermelding: ‘Product uit een Israëlisch dorp in Judea en Samaria’, waarna anti-Israëlische activisten van Boycot, Desinvesteren en Sancties (BDS) in het verweer kwamen. Zij deden een oproep onder hun achterban en het regende mailtjes met klachten. In juli 2020 kwam de NVWA weer in actie en nu is de boete uitgedeeld. De instantie stelt dat de labels weliswaar zijn aangepast, zoals gevraagd, maar niet voldoende.

Verbolgen
Het IPC is ontsteld over de heffing. Directeur Pieter van Oordt stelt dat er nog een procedure loopt. Al op 21 juli 2020 is er bij de NVWA een verzoek ingediend op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). “Een WOB-verzoek moet altijd binnen maximaal acht weken gehonoreerd worden, maar tot op de dag van vandaag, ruim acht maanden na dato, heeft IPC nog steeds, ondanks herhaaldelijke verzoeken, geen enkel document ontvangen. De reden: te hoge werkdruk bij de NVWA. Maar hoe komt het dan dat de NVWA wél de tijd vindt om de boete op te leggen aan IPC?”, aldus Van Oordt in de krant.

Van Oordt vindt de boete onterecht. “Wij zijn verbolgen over het feit dat de NVWA zich laat leiden door enkele klachten van anti-Israëlactivisten die maar één doel hebben: Israël dwarszitten en boycotten. De NVWA mengt zich daardoor in een politieke discussie en kiest daarin heel duidelijk partij. Want deze handhaving en het opleggen van boetes doet zij alleen met producten uit Israël. Geen enkel betwist of bezet gebied ter wereld wordt door de NVWA zo aangepakt als Israël.”

Koop nu!
Het IPC vindt het fout dat de NVWA de etiketten gebruikt om ‘een politiek spel uit te vechten, een kwestie waar maar liefst vier ministeries bij betrokken zijn: Buitenlandse Zaken, Economische Zaken, Landbouw en Volksgezondheid. Uiteraard zal IPC bezwaar indienen tegen de boete bij de NVWA’, aldus de directeur in het dagblad. Momenteel klimt de achterban van Christenen voor Israël in de pen. Er is een voorbeeldbrief opgesteld en de christenen zullen de NVWA daarmee plat bombarderen. Van Oordt: “Ook roepen we u op om juist nú onze producten uit Judea en Samaria te kopen.”

Motie BBB en SGP
De Tweede Kamerfracties van de BoerBurgerBeweging (BBD) en SGP hebben woensdag een motie gemaakt aan de hand van de ontstane situatie. Ze vinden dat producten uit Israël gelijkwaardig moeten worden behandeld ten opzichte van producten uit de Westelijke Sahara, een betwist gebied dat momenteel door Marokko wordt gecontroleerd. Wat Caroline van der Plas (BBB) en Roelof Bisschop (SGP) betreft is het gelijke monniken gelijke kappen. In de motie roepen ze op tot een gelijke behandeling. Volgende week wordt er over het voorstel gestemd. Mogelijk haalt de motie het omdat de het kabinet momenteel demissionair is en de christelijke en rechtse partijen samen een Kamermeerderheid hebben. Deze partijen staan bekend om hun pro-Israëlische houding.

ChristenUnie kritisch
Het Tweede Kamerlid Eppo Bruins (ChristenUnie) liet eerder in het Reformatorisch Dagblad al zijn ongenoegen blijken. Hij noemde het ‘een geestelijke strijd die niet rationeel te verklaren is’. Bruins: “Als het gaat over andere bezette of betwiste gebieden, zoals Tibet, de Krim, Noord-Cyprus of de Westelijke Sahara, is de internationale gemeenschap immers stil. Alsof de situatie van de mensen daar er niet toe doet. Het is helder dat deze eenzijdige focus niet veel goeds tot gevolg heeft. Die draagt niet bij aan veiligheid van het Joodse gezin, noch aan een goede toekomst voor Palestijnse jongeren.”

Volgens de parlementariër is ‘gemaakt in een Israëlisch dorp in Judea en Samaria’ als aanduiding ‘feitelijk juist’. Bruins: “Het is extra frappant dat producten uit de Westelijke Sahara, al lange tijd door Marokko bezet, sinds 2020 behandeld mogen worden alsof ze uit dat land zelf komen. Weer die eenzijdige behandeling en die onbegrijpelijke obsessie als het om Israël gaat. Irrationale eenzijdigheid heeft een naam: discriminatie. En deze discriminatie moet stoppen.”

Omstreden EU-richtlijn
Discriminatie of niet, het is en blijft een gegeven dat de Europese Unie de labeling bij Israëlische producten uit de betwiste gebieden wil. Volgens Brussel moeten mensen weten dat een product uit een door Israël ‘bezet gebied’ komt. Over andere betwiste gebieden in de wereld zijn dergelijke regels er niet. Dat maakt het voor velen een omstreden bepaling. In de afgelopen jaren was er veel getouwtrek over de richtlijn. Zo voeren Griekenland en Hongarije hem niet uit. Nederland was in eerste instantie onverschillig over de uitvoering, maar sinds twee jaar zit de NVWA er dus bovenop.