CJO en CIDI doen aangifte tegen jaarlijkse nazi-beurs in Houten

BNNVARA

De organisatie van een beurs waar ieder jaar nazi-spullen worden verkocht, moet binnenkort mogelijk naar de rechter wegens een aangifte van het Centraal Joods Overleg (CJO) en het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Beide Joodse organisaties kondigden de aangifte zaterdagavond in het tv-programma Kassa aan. Dat toonde aan dat er op de Militariabeurs in Houten onder andere een gele Jodenster met de gegevens van de draagster worden verkocht. Volgens de organisatoren is er altijd toezicht op de beurs, die er zou zijn voor ‘doodgewone verzamelaars’. CJO-voorzitter Ronny Naftaniel vindt geld verdienen aan deze nazi-ideologie ethisch onverantwoord en verwerpelijk.

Verborgen opnamen
Het consumentenprogramma van omroep BNNVARA maakte vorige week opnamen met een verborgen camera op de beurs. Ruim de helft van alle spullen bleken gerelateerd aan nazi-Duitsland. Onder meer dolken met hakenkruizen en SS-leuzen, SS-insignes, eremedailles met hakenkruizen en vaandels worden er te koop aangeboden, vaak voor honderden euro’s, aldus de redactie in een bericht. Op de beurs werd ook een gedragen Jodenster te koop aangeboden, met een informatieboekje waarin persoonsgegevens van de draagster staan. Prijs: 2.500 euro. Naast nazi-attributen worden in Houten ook spullen van de geallieerden verkocht.

Naftaniel geschrokken
In de uitzending kwam voorzitter Ronny Naftaniel van het Centraal Joods Overleg (CJO) aan het woord, die de verhalen over de beurs kende. Meer dan de helft van de koopwaar in Houten is nazi-materieel. “Het is heel veel, wat daar getoond wordt,” zegt hij. “Het is afschuwelijk om te zien dat aan deze verderfelijke politieke ideologie zoveel geld wordt verdiend.” Hij noemt de verkoop van de spullen onverantwoord en verwerpelijk. “Waarom dit niet zou mogen, is omdat er zoveel van die troep bij elkaar ligt en dat iedereen dat kan gebruiken voor zijn eigen propaganda-doeleinden.” Hakenkruisen en SS-tekens zijn het symbool van haat tegen de Joden, aldus Naftaniel. In de neonazi-scene zijn swastika’s een belangrijk symbool.

Aangifte
De redacteuren kwamen dus ook een gele Jodenster tegen, die in de Sjoa op de jas van een Joodse burger moet hebben gezeten. De verkoper gaat er prat op een uniek exemplaar te hebben, omdat er ook een omschrijving van het slachtoffer bij verkocht wordt. Naftaniel: “Dit is eigenlijk: de een zijn dood is de ander zijn brood. Daar komt het op neer. Dit is echt walgelijk.” Hij concludeert dat de verkopers doen alsof er niets aan de hand is en noemt dat ‘heel erg kwalijk’. Het hoeft toch niet te zijn dat kopers de nazi-ideologie aanhangen. “Dingen kunnen in een museum terechtkomen of in een wetenschappelijk onderzoeksinstituut. Maar er is geen enkele maatstaf, geen enkele zeef die het goede van het kwade onderscheidt.” Naftaniel kondigde in de uitzending aangifte aan tegen deze nazi-beurs en wil dat de rechter oordeelt.

‘Gewone verzamelaars’
In de studio kwam ook de organisator Gaston Vrolings van de beurs aan het woord. Hij geeft Naftaniel gelijk. “Als ik deze beelden zou zien, zou ik me ook doodschrikken, maar de werkelijkheid is anders,” aldus de organisator. Volgens hem hebben de beurzen een educatief doel en vindt er niets ontoelaatbaars plaats. “Al veertig jaar bestaan deze beurzen en het zijn doodgewone verzamelaars die de beurs bezoeken.” Hij verwerpt de aanname dat bezoekers sympathie zouden hebben voor het nazi-gedachtegoed. “Handhavers lopen hier ook regelmatig rond en die hebben nog nooit iets geks gezien. Het zijn gewoon mensen die geïnteresseerd zijn in spullen die met de oorlog te maken hebben.”

Ingrijpen
In de laatste jaren jaren hebben twee personen een verbod gekregen om de beurs te mogen bezoeken, aldus Vrolings. Dat komt door het gedrag dat ze vertoonden. Hij stelt in te grijpen zodra hij een bezoeker over de schreef gaat met extreemrechtse uitingen. “Die mensen worden meteen verwijderd van de beurs.” Vrolings vertelt ook dat er Joodse klanten op de beurs komen, die bijvoorbeeld op zoek zijn naar lesmateriaal over de Sjoa. Over de Jodenster zegt hij: “Die objecten, die zijn er.” Hij stelt dat de Duitse objecten nu eenmaal opduiken. “Deze spullen vertegenwoordigen nou eenmaal een bepaalde waarde. Je kunt er beter lering uit trekken. Nederland kent ook veel kleine musea en verzamelaars die goed zorg dragen voor de spullen.” De organisator zegt zich te houden aan de wet.

Grijs gebied
Antisemitismecoördinator Eddo Verdoner reageert: “Het is naïef te denken dat het hier alleen gaat om een aantal stoffige verzamelaars, zeker ook als je kijkt naar het opkomend extremisme in Europa.” Hij zal demissionair minister Grapperhaus (CDA) van Justitie en Veiligheid vragen om dit soort beurzen te verbieden. De bewindspersoon zegt dat hij dit laat onderzoeken. Volgens juristen bevindt de verkoop van dergelijke oorlogs- en nazi-attributen zich in een grijs gebied. Grapperhaus onderschrijft dit. “Strafbaar is: het anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving verspreiden of ter verspreiding in voorraad hebben van voorwerpen waarin een discriminerende uiting is vervat,” zegt de CDA’er. “Het verkopen van nazi-voorwerpen kan onder de strafbaarheid zoals bedoeld in dit artikel vallen. Of het verkopen van de voorwerpen daadwerkelijk strafbaar is, dient van geval tot geval te worden beoordeeld.”

Wetgeving?
In het verleden zijn eerder rechtszaken geweest over nazi-spullen en het bezit ervan. Zo oordeelde de Arnhemse rechtbank in 2012 dat het in bezit hebben van nazi-dolken strafbaar is. Het ging toen om een partij in beslag genomen namaak-dolken. Los daarvan is de wetgeving in Nederland niet duidelijk over het bezit van en de handel in nazi-objecten.

Lees ook:
Overstroming legt nazi-collectie bloot
In een huis in het Duitse stadje Hagen is een grote collectie nazi-spullen gevonden. De documenten en voorwerpen lagen verborgen achter een gipswand in de woning. Ze kwamen te voorschijn toen de bewoners en hun familie de ravage opruimden na de overstromingen van de afgelopen week. Een neef verwijderde een doorweekt stuk van de wand en zag toen een krant uit 1940. Toen hij die weghaalde, bleken er meer attributen te liggen. 

Categorie:

Home » Nieuws » CJO en CIDI doen aangifte tegen jaarlijkse nazi-beurs in Houten