CJO geschokt over uitkomst Europees antisemitisme-onderzoek
Het rapport van het Europese Agentschap voor de Fundamentele Rechten naar de ervaringen van Europese Joden met antisemitisme biedt een zorgwekkend beeld, meent het Centraal Joods Overleg (CJO). Uit dit onderzoek, dat maandag gepubliceerd is, komt naar voren dat 38 procent van de Europese Joden emigratie overweegt omdat zij zich niet langer veilig voelen. Het CJO maant de lidstaten van de Europese Unie tot actie. De strategie die de Europese Raad vorige week heeft aangenomen om Jodenhaat in de EU tegen te gaan, moet volgens het CJO snel geïnterpreteerd worden en ten uitvoer gebracht worden. Aan de Europese enquête deden bijna 16.500 Joden uit twaalf EU-lidstaten mee, waaronder 1,202 uit Nederland.
Veertig procent van de deelnemers is bang binnen een jaar lichamelijk te worden aangevallen. Zeker 85 procent beschouwt antisemitisme en racisme als het ernstigste probleem binnen de EU. Onder deelnemende Nederlandse Joden is dit 73 procent. Negen op de tien ondervraagden vindt antisemitisme op het internet en in de sociale media het meest problematisch. Opmerkelijk is dat zeventig procent van mening is dat pogingen van nationale regeringen om antisemitisme te bestrijden niet effectief zijn. Vier op de vijf Joden, die in de afgelopen vijf jaar een ernstig antisemitisch incident meemaakten, hebben dat niet gemeld bij de politie of een andere organisatie. Ze denken namelijk dat het niet helpt. In Nederland is de meldingsbereidheid iets groter.
Deze schokkende percentages maken het, volgens het CJO, noodzakelijk dat de 28 Europese lidstaten onmiddellijk en zonder voorbehoud de strategie van de Europese Raad implementeren. De Raad verklaarde ‘ernstig bezorgd te zijn dat antisemitisme in Europa nog zo wijd verbreid is’ en verlangt dat alle lidstaten de juridisch niet-bindende IHRA definitie van antisemitisme aanvaarden. Ook moet er betere beveiliging van Joodse gemeenschappen komen en moet de registratie door de politie van haatmisdrijven verbeteren. Verder wil de Raad meer training over alle vormen van intolerantie, racisme, haat en antisemitische vooroordelen. Tot slot moeten er, zoals in Duitsland nu al het geval is, landelijke ‘coördinatoren antisemitismebestrijding’ worden aangesteld.
Het CJO roept de Nederlandse regering op om de aangekondigde EU-maatregelen met spoed over te nemen. ‘Het wetsvoorstel over antisemitisme dat Tweede Kamerleden van de ChristenUnie en VVD momenteel voorbereiden, biedt volgens de Joodse koepelorganisatie ‘een uitstekend aanknopingspunt’. Uit een persbericht van het CJO: ‘De Europese lidstaten hebben de plicht discriminatie en racisme tegen ieder mens te bestrijden, maar ten aanzien van het Joodse volk bestaat, gezien de lange geschiedenis van Europees antisemitisme, een extra verantwoordelijkheid’. Meer dan 73 jaar na de Sjoa heeft Europa een keuze, aldus het CJO. ‘Door het implementeren van de strategie van de Europese Raad kunnen de lidstaten tonen dat ze in het nieuwe Europa het welzijn van hun Joodse inwoners serieus nemen en aanvallen tegen hen zien als een aanval op onze fundamentele waarden en mensenrechten’. Als de EU-landen dit onvoldoende doen, verliezen ze niet alleen de strijd tegen het antisemitisme, maar sturen ze ook een boodschap de wereld in dat ze de gelijkwaardigheid van hun burgers niet kunnen garanderen.
