Gedenkteken gepland voor Jodentransporten Cosel
In de periode tussen 29 augustus 1942 en 10 december 1942 werden achttien deportatietreinen met Nederlandse Joden uit het doorgangskamp Westerbork, die op weg waren naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau, tot stilstand gebracht in het stadje Cosel (Koźle) in Opper-Silezië. In totaal ongeveer 3500 Joodse mannen en jongens in de leeftijd van 15 tot 50 jaar werden hier met geweld gescheiden van hun gezinnen en te werk gesteld in Joodse dwangarbeiderskampen in de regio. Minder dan tweehonderd van hen overleefden en keerden na de bevrijding terug naar Nederland.
De ‘Coselgroep’ is in omvang de derde groep Nederlandse Joodse slachtoffers van de Holocaust, kleiner dan de groepen die werden gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau en naar Sobibor, maar groter dan de groepen slachtoffers van Bergen-Belsen, Theresienstadt en Mauthausen. Toch is in de Holocaustliteratuur zeer weinig te vinden over Cosel.
De plaats van het stationnetje in Cosel was bij niemand bekend. De Limburgse historicus Dr. Herman van Rens en zijn vrouw konden, tijdens veldonderzoek naar het lot van Limburgse Joodse slachtoffers, de exacte plaats lokaliseren. Het station is nog aanwezig en onveranderd ten opzichte van 1942. Enkele personen die onder leiding van Van Rens Cosel bezochten, besloten actie te ondernemen om op het station een waardig herinneringsteken aan te brengen. Er werd een Stichting Gedenkteken Jodentransporten naar Cosel opgericht.
De Stichting Gedenkteken Jodentransporten naar Cosel wil graag in contact komen met eventuele overlevenden of met nabestaanden van slachtoffers uit de Coselgroep.
Meer informatie op holocaustlimburg.nl.
