De kracht van woorden – column Judith Zilversmit

Judith Zilversmit leest sinds kort iedere week de parasja, een soort Joodse ‘voorbeschouwing’ voor de sjabbat. Woorden doen ertoe en scheppen werelden, zo blijkt daaruit vaak. Dat slaat volgens de columniste op de misinterpretaties en verkeerde beelden die mensen bij bepaalde woorden zoals ‘zionisme’ hebben. ‘Woorden zijn geen loze lucht. Ze kunnen genezen, verbinden, maar ook breken en verdelen’.
Sinds een paar maanden heb ik een nieuw ritueel. Op donderdagochtend, vaak nog met een slok te hete koffie in mijn hand, lees ik de parasja – de sidra van de week. Ik haal hem uit de app van de Liberaal Joodse Gemeente (LJG), onder het kopje Sidra van de Week, of ik blader in het boek ‘Reizen door de Tora. Van het begin naar de berg: Genesis en Exodus’. Niet dat dat iets bijzonders lijkt – iedere sjabbat lezen we immers uit de Tora – maar om het al doordeweeks, bewust, te lezen is nieuw voor mij.
Daarna bel ik met een vriendin die hem ook gelezen heeft. We hebben het dan over de tekst, maar minstens zo vaak over de actualiteit. Eigenlijk is dat donderdagochtend-gesprek een soort mini-sjoel, maar dan via de telefoon: twee mensen, een parasja en de vraag hoe een 3.300 jaar oude tekst zich opeens bemoeit met wat er nu speelt. En het wonderlijke is: dat doet het bijna altijd.
Vooruitlezen
Deze week las ik alvast – voor deze column – vooruit: parasja Mattot-Masé, over de kracht van woorden. ‘…. Laat hij zijn woord niet schenden; alles wat over zijn lippen is gekomen, moet hij doen’. (Num. 30:3). De Tora is streng: beter geen gelofte doen dan een belofte niet nakomen. De Talmoed wijdt er pagina’s aan. Rabbi Meïr zegt: beter geen belofte doen. Rabbi Juda vindt het nobeler een belofte te doen en na te komen. Maar ze zijn het eens over de kern: woorden scheppen werelden. Ze kunnen nieuwe werkelijkheden openen, maar ook grenzen trekken – soms harder dan een gebod.
Oude wijsheid
Op de site van ParDes vind ik een citaat van Martin Buber. Hij verwoordde het prachtig: “De oorsprong van elk conflict tussen mij en mijn medemensen is dat ik niet zeg wat ik bedoel, en niet doe wat ik zeg.” Die oude wijsheid klinkt misschien theoretisch, maar kijk eens om je heen. Woorden worden tegenwoordig gegooid als stenen, vaak zonder dat mensen weten wat ze precies betekenen.
Neem het incident met Douwe Bob, die wegliep bij een optreden vanwege een flyer met het woord zionisme – zonder te weten wat dat woord inhoudt. Of het spandoek dat vorige week ’s nachts bij Paradiso opdook, gericht tegen het optreden van de Britse punkband Bob Vylan: ‘Amsterdam zal opstaan en vechten als het optreden doorgaat’. Paradiso deed meteen aangifte.
Dat spandoek was geen neutraal protest. Bob Vylan heeft zich eerder antisemitisch uitgelaten. Maar wat betekent dat woord vechten? Is het een metafoor – opkomen voor een zaak – of een letterlijke dreiging? In de huidige gespannen wereld is dat niet meer eenduidig. Woorden verschuiven van betekenis, worden geladen, gekaapt, misbruikt. En precies dat maakt deze tijd zo explosief.
Negatieve stereotypen
Hans Vuijsje schreef onlangs in Het Parool: “Je hoeft geen antisemiet te zijn om negatieve stereotypen over Joden te verspreiden. Maar de gevolgen zijn er niet minder om.” Voor Joden in Nederland is dat extra voelbaar. We zien hoe Joodse scholen en synagogen steeds zwaarder worden beveiligd, hoe ouders hun gedrag aanpassen. Hoe studenten wegblijven van universiteiten en hoe sommigen hun identiteit verbergen. Het voelt soms alsof er een dun laagje ijs onder ons ligt: één verkeerd woord, één verkeerd beeld – en de wereld keert zich tegen de Joden.
Tegelijkertijd worden we in de media vaak neergezet als één homogene groep – alsof er zoiets bestaat als de Joodse mening. Die uniformiteit is een illusie. We zijn net zo divers als elke andere bevolkingsgroep: van liberaal tot orthodox, van Oy vey tot Bnei Akiva, van Likud-stemmers tot uitgesproken links. Kijk maar even in een van uw appgroepen.
Zorgvuldigheid
Juist daarom vind ik het donderdagochtendritueel zo belangrijk. De Tora lezen vóór sjabbat geeft houvast. Ze nodigt uit tot zorgvuldigheid: niet alleen praten, maar ook luisteren, wegen, denken. Welke woorden zet ik in de wereld? Als woorden werkelijk werelden scheppen – zoals de parasja leert – dan hebben we allemaal de verantwoordelijkheid ze niet achteloos te gebruiken.
En misschien is dat precies wat we nu nodig hebben. Dat niet alleen wij Joden, maar ook media, artiesten, politici, journalisten en ja – ook mensen met spandoeken – zich dat realiseren. Woorden zijn geen loze lucht. Ze kunnen genezen, verbinden, maar ook breken en verdelen. Als we dat weer serieus nemen, hebben we misschien een kans om iets te herstellen. Want tijden gaan op en neer, maar woorden doen er altijd toe.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren