Deel Joodse bewoners Schilderswijk wil weg

Het Joodse Hofje in de Haagse Schilderswijk (beeld: JandeWandelaar)
Het Joodse Hofje in de Haagse Schilderswijk (beeld: JandeWandelaar)

Een deel van de joodse bewoners uit de Haagse Schilderswijk wil de buurt verlaten na aanhoudende antisemitische incidenten. In de Schilderswijk bevindt zich al honderddertig jaar ‘een Joods hofje’. Veel bewoners voelen zich bedreigd. Sommigen eisen een nieuwe onderkomen van de gemeente.

Even valt het stil in de woning van Fabrice Schomberg als op zijn computer een Turkse jongen in een filmpje verklaart dat ‘Hitler een onbegrepen staatsman is’. “De dag gaat komen dat Hitler gelijk krijgt dat hij alle Joden heeft vermoord”, zegt het ventje met zijn armen over elkaar. In de kamer waar het fragment wordt afgespeeld bevinden zich twee Joden. Schrijver Fabrice Schomberg en studente Ezra Mordechai schudden mismoedig het hoofd wanneer ze naar het antisemitische geraaskal luisteren. “Ziek! Maar helaas menen ze het”, zegt Mordechai. De uitspraken worden gedaan in een uitzending van Onbevoegd Gezag. De Turkse snotaap in zijn Lacoste-shirt zit op een bank met drie even Jodenhatende pubers.

Mordechai is bij Schomberg op bezoek in zijn met aantekeningen bezaaide appartement. De afwas van de sjabbatmaaltijd van gisteravond staat nog op het aanrecht. De bijna-buren spreken over de gebeurtenissen die zich enkele dagen daarvoor op enkele honderden meters van deze woning voltrokken.

Dood aan de Joden
Ook toen werd er “Dood aan de Joden!” geschreeuwd. Niet door baldadige schooljochies, maar door honderden betogers, waarvan een deel zich openlijk vereenzelvigde met de islamitische moordcommando’s van IS. Schomberg en Mordechai zijn twee bewoners uit een hofje in de Haagse Schilderswijk, dat op vijftig meter afstand ligt van het epicentrum van waar de haatspreekkoren opstegen. Het wijkje dat aan het einde van de negentiende eeuw werd gebouwd om mindervermogende Joodse bewoners te huisvesten, is nog steeds een Joodse mini-enclave in een wijk waar de meerderheid moslim is.

“Ik weet niet hoe lang ik hier nog wil blijven”, zegt Schomberg. De in Engeland geboren en in Israël getogen auteur woont al vijftien jaar in Nederland, maar constateert dat de sfeer rondom de wijk de laatste weken ten kwade is gekeerd. “Een tijd ben ik religieus geweest en liep ik tijdens sjabbat met een keppeltje naar de synagoge. Daar ben ik mee gestopt, nadat ik werd uitgescholden op straat. De oprecht religieuze moslims hebben veel respect voor gelovigen. Die groeten je op straat en helpen je met het vinden van goede producten in winkels. In sommige winkels mocht ik zelfs mee naar achteren om de beste tajine uit te zoeken. Maar helaas heb ik ook andere ervaringen. Sommigen hebben toegang tot radicale informatie die de situatie verslechtert. Die zeggen nu ook: ‘Kankerjood, Ik haat alle Joden.’ Wat ik dan doe? Joh, ik loop gewoon door.”

Midden-Oosten
Het laatste jaar zijn de haatkreten heftiger geworden. Schomberg meent dat er een aantal momenten waren die de anti-Joodse sentimenten hebben aangewakkerd. Natuurlijk de oorlog in het Midden-Oosten. “Maar ook de toonzetting in het debat over ritueel slachten hebben niet bij gedragen aan enig begrip. De joden werden weggezet als barbaren omdat ze de rituele slacht verdedigden, terwijl uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het met een mes doden van een dier minder pijnlijk is dan elektrocuteren. En toen kwamen die demonstraties erbij! Ik ben ongerust. Bij een volgende klap van Israël op de Gaza-strook zouden hier ook wraakacties kunnen plaatsvinden. Radicale groeperingen in Gaza zeggen: ‘De Joden houden meer van het leven dan wij van de dood.’ Dat is beangstigend.”

Voor Schomberg was het afwachtende optreden van burgemeester Van Aartsen een volgende stap in de escalatie van de haat. “Je moet niet naïef zijn: een deel van de jongeren radicaliseert. Ik voel me nu nog veilig, maar je weet nooit of iemand iets wil uitrichten. Ik hou de gemeente Den Haag verantwoordelijk voor de verandering. Als een burgemeester zegt dat er geen onoorbare teksten zijn gebezigd geeft dat de volgende groep een vrijbrief om nog verder te gaan.” Schomberg gaat binnenkort in gesprek met de gemeente met het verzoek om vervangende woonruimte voor hem te zoeken.

Joodse patriciërs
Niet veel mensen kennen de geschiedenis van het hofje in de Schilderswijk. De wijk werd gebouwd in 1885 door een groep Joodse patriciërs die arme geloofsgenoten aan een woning wilden helpen. De wijk, waar nog altijd David-sterren in de gevels te zien zijn, was niet heel populair bij de Joden vanwege de sobere inrichting, de hoge huren en verre afstand tot de synagoge.

Mensen met een beetje geld vluchtten al snel weg en settelden zich in het statige Bezuiden- of Benoordenhout. Het hofje kreeg vanaf het begin een gemengde bevolking. In 1977 werden de tweehonderd woningen van ‘het Joodse wijkje’ bijna platgewalst, maar na protesten van de bewoners ternauwernood gered van de sloopkogel. “De situatie is nog steeds niet veranderd”, zegt Mike Durand. “Nog steeds is Het Hofje een plaats voor mensen met een smalle beurs.”

De freelance regisseur (niet joods) bewoont een van de tweehonderd monumentale pandjes in de wijk. Voor het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) maakte de oud-Endemol-redacteur en tegenwoordige postbode een dromerige documentaire over de drie straatjes die met elkaar zijn verboden via labyrintachtige steegjes.

Mindervermogenden
De woningbouwvereniging die in 1887 werd opgericht onder de naam ‘Vereeniging tot het verschaffen van Woningen voor Minvermogenden’ is nog steeds onder deze naam actief. Ook de Joodse wortels zijn nog altijd terug te vinden in de statuten. Voorzitter van de stichting is Robert Kiek, een Joodse advocaat uit de residentie. Een andere bestuurder is Ronny Naftaniel, de dit jaar afgetreden directeur van het CIDI. Voorzitter Kiek relativeert de Joodse identiteit van de woonwijk: “Laat ik voorop stellen dat van de tweehonderd bewoners er slechts een handvol Joods is. Er zijn verder nooit problemen geweest met omwonenden uit de rest van de Schilderswijk. Ik hoop dat in deze situatie géén verandering komt.” De praeses is ongerust over de escalerende situatie in de buurt, maar verwacht geen exodus. “Dat sommige bewoners zich grote zorgen maken is terecht. Het kan echter niet zo zijn dat je niet meer kan wonen in de wijk.”

Ezra Mordechai, die via de vrouw van Kiek – een rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag – aan haar kamer werd geholpen is niet gerustgesteld door de sussende woorden. De 27-jarige ex-student cultuur en maatschappelijke vorming aan de Haagse Hogeschool maakte tijdens haar puberjaren al antisemitische agressie mee.

Antisemitische agressie
Op middelbare school De Rietgors in Gouda werd ze jarenlang beschimpt vanwege haar Joodse komaf, zegt ze. De in naam katholieke scholengemeenschap werd in meerderheid bevolkt door scholieren met een islamitische achtergrond. De Rietgors werd landelijk bekend vanwege het verbod op het dragen van hoofddoekjes. Mordechai: “Ik kwam lange tijd elke dag huilend thuis en de school deed er weinig aan. Toen ben ik naar een andere school gegaan.” Nieuwsrubriek Zembla besteedde destijds aandacht aan de antisemitische pesterijen en haar vlucht naar Israël.

Mordechai: “Tijdens mijn latere schooltijd en studententijd heb ik mijn achtergrond verloochend. Als iemand zei dat ik half-Marokkaans was, liet ik dat maar lekker in het midden om geen lastige vragen te hoeven beantwoorden. Daar heb ik eigenlijk wel spijt van”, zegt ze nu.

Vrijdagavondmaaltijden
In het Hofje, waar ze soms participeert in de vrijdagavondmaaltijden, voelt ze zich beschermd, zegt ze. “Maar hier buiten is het toch anders. Daar is de sfeer dreigend.”

Cnaan Liphshiz woont een paar straten verder, op een bovenverdieping van de Hannemanstraat, om de hoek bij de orthodoxe persschuwe Bar Pinchas Moelker die door sommige bewoners gekscherend ‘de wijkrabbijn’ wordt genoemd. Liphshiz kan de dreiging relativeren, maar wil op termijn ook vertrekken. De freelancer die voor onder meer Jeruzalem Post, The Times of Israel en Haaretz nieuws brengt over de joodse gemeenschap in Europa, constateert dat er geen fysieke bedreigingen zijn geweest, zoals in ‘sharia-wjjken’ in Parijs, maar dat de verbale agressie wel toeneemt. “Raar om te zeggen, maar in de Palestijnse wijk in Jeruzalem voel ik me toch prettiger dan hier. In Israël hebben minderheden grondrechten waar respect voor heerst”,  zegt deze Israëlische brandhaardencorrespondent.

Nare ervaringen
Hij heeft een paar nare ervaringen met de buurt. Liphshiz, die zijn Joodse identiteit niet wilde verzwijgen, werd in een belwinkel doodgewenst toen hij zijn telefoon wilde laten repareren. “Toen de eigenaar, die ik kende, ontdekte dat ik Joods was, zei hij: ’Blijf staan. Dan haal ik mijn geweer en schiet ik je dood.’ Hij zei het enigszins lachend om aan te geven dat het een grap was, maar toen ik wilde weten waarom hij het zei, fulmineerde hij: “Ik haat Joden gewoon.”

Liphshiz laat inmiddels achterwege dat hij Joods is. “Sommige bevriende winkeliers zeiden tegen me: ‘Als je niet vertelt dat je Joods bent is er niks aan de hand.’ Maar daar had ik geen zin. Tot ik weer werd uitgescholden. Na een tijd verzweeg ik het. Sinds de recente ontwikkelingen heb ik besloten dat ik hier uiteindelijk wel weg wil. Ik denk dat ik naar Amsterdam ga.”

Ook zijn Joodse vriendin, een lange blondine uit Utrecht, wil graag vertrekken omdat ze het beu is om te worden nagesist of voor ‘hoer’ te worden uitgemaakt. Liphshiz: “Ik denk dat het misschien beter is als we deze wijk gewoon opgeven. Waarom niet? In Jeruzalem heb je ook orthodoxe wijken waar je niet met blote armen naar binnen mag. Als je dat weet, dan kun je er rekening mee houden.” [bl]

Met dank aan TPO.nl. Lees de rest van dit artikel op The Post Online via deze link.

Categorie:

Home » Nieuws » Deel Joodse bewoners Schilderswijk wil weg