Eindelijk een lichtpuntje – Salomon Bouman

salomon bouman
Salomon Bouman

Eindelijk eens een lichtpuntje in de betrekkingen tussen Joden en Arabieren in Israël. Toen ik onlangs in Israël was, ben ik naar Givat Haviva in Galilea gegaan om met eigen ogen te zien hoe daar een programma is opgezet om Joden en Arabieren tot elkaar te brengen. Dat gebeurt door persoonlijke contacten, talenstudie en tal van samenwerkingsverbanden. Optimistisch gestemd keerde ik naar Tel Aviv terug. Op het hoogte niveau in de Joodse staat wordt de noodzaak van toenadering ingezien en aangemoedigd. Hier is mijn verslag:

Israëls president Reuven Rivlin is doordrongen van de noodzaak om de betrekkingen tussen Joden en Arabieren in Israël te herstellen. “Als we daarin niet slagen zullen we onze toekomst en die voor onze kinderen ruïneren.” Givat Haviva (een oude Britse legerbasis in Palestina) is een uniek idealistisch centrum in Galilea, voor het scheppen van de voorwaarden om voor die door president Rivlin zo cruciaal geachte toenadering tussen beide gemeenschappen.
Niemand is daar meer van overtuigd dan Yaniv Sagee, sedert vijf jaar de doortastende directeur van Givat Haviva, een zich met succes ontwikkelende gemeenschap voor een gedeelde samenleving. Tijdens een vraaggesprek op die plek zei hij in de geest van de waarschuwing van Israëls president “dat als wij er niet in slagen in vrede samen te leven met de Arabieren is dat het einde van onze democratie, van het zionisme en verliezen we ons land”.
Het lijkt vechten tegen de bierkaai, maar Sagee is er met het ontwikkelen van ingenieuze educatieve en sociale programma’s in geslaagd Israëlische Joden en Israëlische Arabieren, jong en oud, samen te brengen. Wat vijf jaar geleden klein begon breidt zich als een inktvlek over het land uit met als welkom bijverschijnsel financiële ondersteuning door de Israëlische regering.

Idealisme
Idealisten van dit formaat met zoveel visie en succes zijn zeldzaam in Israël. De ziel van Yaniv is bevrucht in de linkse, idealistische kibboetsbeweging Hashomer Hatsa’ier, de bakermat van Givat Haviva. Vanaf 1949 heeft deze kibboetsbeweging zich ingezet voor toenadering tot de Israëlisch Arabische gemeenschap die na de Onafhankelijkheidsoorlog in de Joodse staat bleef. Deze toenaderingspoging is gestrand op de verrechtsing van de Israëlische politieke realiteit, in het bijzonder na de oorlog van 1967 toen Israël een bezettende mogendheid werd.

De betrekkingen tussen Joden en Arabieren kwamen op scherp te staan als gevolg van de onlusten in oktober 2000 in Wadi Ara. De Israëlische politie/grenspolitie schoot toen twaalf Israëlische Arabieren dood en verwonde tientallen.
“Vanaf dat moment” zegt Yaniv “definiëren de Arabieren in ons land zich niet meer als Israëlische Arabieren maar als Palestijnse Arabieren.” (Voor de duidelijkheid van dit artikel heb ik Palestijnse Arabieren in Israël omschreven als Israëlische Arabieren en/of Arabieren om verwarring met Palestijnen in de bezette gebieden te voorkomen.) Met als uitgangspunt het scheppen van een “gezamenlijke samenleving” heeft Yaniv zich ingezet om het geschokte vertrouwen tussen beide gemeenschappen te herwinnen. Om dit vanaf de basis in gang te zetten, heeft hij vijf programma’s ontwikkeld: educatie voor een gezamenlijke samenleving, gemeentelijke en regionale samenwerking, gelijkheid, taalonderricht – Arabisch voor Joden en Hebreeuws voor Arabieren – en het beleggen van conferenties.

Enkele basisgegevens: ruim twintig procent van de Israëlische bevolking (in Israël wonen ruim 8,6 miljoen mensen) is Arabisch. Zeker zestig procent van de Israëli’s heeft nog nooit een Palestijns Arabisch dorp in Israël bezocht, slechts twee procent van de Arabieren heeft een hypotheek kunnen krijgen. En zeker tienduizend Israëlische Arabieren studeren aan Palestijnse universiteiten op de Westelijke oever van de Jordaan in Nablus en aan de Amerikaanse universiteit in Jenin, Bir-Zeit en het Islamitische college in Hebron. Duizenden anderen studeren in landen als Roemenië, Hongarije en Rusland.

Hoe doorbreek je deze realiteit?

‘Ik ben kosjer’
Met Givat Haviva als de spil in een gebied met een grote Arabische bevolking is Sagee aan de slag gegaan. Omdat hij uit de idealistische kibboets beweging Hashomer Hats’ier komt “ben ik voor de Arabieren kosjer” zegt hij. “Ze vertrouwen me.”
De nadruk van zijn visie ligt op een gezamenlijke educatie voor jonge en oudere kinderen om de scheiding tussen Arabische en Joodse kinderen te overbruggen. Eén van de belangrijkste programma’s is het onderwijzen van Hebreeuws aan Arabische kinderen door Israëlische onderwijzers en Arabisch door Arabische onderwijzers aan Israëlische Joodse kinderen. Volgens Sagee is dit programma zo succesvol dat de regering geld heeft uitgetrokken om salarissen van deze onderwijzers te financieren.

De beslissing van de fanatieke anti-Palestijnse minister van onderwijs Naftali Bennett, om zijn buidel te trekken, wordt ingegeven door de demografische ontwikkeling in Israël. Over twintig jaar bestaat de helft van de Israëlische bevolking uit Harediem (ultra-orthodoxe Joden) en Arabieren. Deelname van deze bevolkingsgroepen aan het economisch proces is volgens minister Bennett van essentieel belang voor de verdere ontwikkeling van de Israëlische economie. Voor de Arabieren in Israël is kennis van Hebreeuws volgens Sagee noodzakelijk om hen in het productieproces te kunnen op te nemen. “Arabische kinderen van vijftien en zestien jaar kunnen zich niet of nauwelijks in het Hebreeuws uitdrukken,” zegt hij. “Daar moet verandering in komen. De minister heeft dat begrepen en steunt ons onderwijsprogramma.” Bennet is tegen de stichting van een Palestijnse staat maar steunt wel het idee van economische ontplooiing van de Palestijnse autoriteit. Dat is de ideologische draad die zijn steun aan het initiatief van Sagee verklaart om de kloof tussen Israëlische Joden en Palestijnse Arabieren te verkleinen door studie van Arabisch en Hebreeuws op middelbare scholen.

Vanuit dezelfde economische visie heeft de nationalistische regering van premier Benjamin Netanyahu volgens president Reuven vijf miljard shekel (1,2 miljard euro) uitgetrokken om de economische, sociale en educatieve achterstand van de Arabieren ten opzichte van de Joodse samenleving te verkleinen. Het is nodig als vertrekpunt voor betere relaties tussen beide gemeenschappen. Givat Haviva zal in dit proces volgens de Israëlische president tijdens zijn rede een belangrijke rol spelen. De belofte is er maar het geld nog niet en dus draaien de programma’s nog op kleine overheidsbijdragen en geld dat tijdens fundraising naar Givat Haviva wordt gesluisd.

De Israëlische overheid betaalt
Het zich snel ontwikkelende onderwijs in beide talen bereikt volgens Sagee reeds tachtigduizend leerlingen en zal – als de overheid de salariëring van honderd leraren op zich neemt – uitgroeien tot tweehonderdduizend leerlingen, verspreid over heel Israël. Sagee hecht er grote waarde aan dat zijn concept van een “gezamenlijke gemeenschap” gehoor vindt bij de Israëlische overheid. “Het zou goed en mooi zijn als de overheid het hele programma overneemt. Dan heb ik mijn doel bereikt,” zegt hij. Zover is het nog niet. Het begin is er maar de verdere groei van de programma’s van Givat Haviva – er komt ook een hightech middelbare school op de campus – is nog sterk afhankelijk van internationale fundraising en financiële bijdragen uit Duitsland, van de EU en van vriendenstichtingen in verschillende landen.

Kunst verbindt
Het samenbrengen van kleuters en jongeren uit beide gemeenschappen heeft in Givat Haviva tastbare vormen aangenomen. Op de campus van deze op een kibboets lijkende gemeenschap staan een kleuterschool en een middelbare school voor kinderen van beide gemeenschappen. Ook zijn er zijn dormitoriums voor jongeren, is er een ontmoetingsplaats voor Arabische vrouwen uit de omliggende dorpen en is er laboratorium voor de studie van beide talen. Verder zijn er zijn sportvelden, is er een gemeenschappelijke eetzaal en kent het een art-centrum met grote tentoonstellingsruimten voor artiesten en kunstenaars. “Kunst verbindt,” zei Yaniv terwijl, we de grote tentoonstellingsruimte bezochten.

Een hoogtepunt in de ontwikkeling van Givat Haviva als een centrum voor een gezamenlijke samenleving is de opening in september 2018 van een internationale school voor jongeren uit Israël en uit de wereld. De studenten zullen twee jaar op de campus in Givat Haviva verblijven en zullen studeren in het Engels dat hen in staat zal stellen door de beste universiteiten te worden geaccepteerd. De nadruk van deze incubator ligt op het vormen van een kader voor leiderschap in een gezamenlijke samenleving.
Regionale samenwerking tussen kibboetsen en Arabische dorpen en steden is ook één van de speerpunten van het scheppen van de voorwaarden voor een gezamenlijke samenleving. Het aanleggen van een fiets en wandelpad dat gemeenschappen in de regio van Givat Haviva doorkruist is één van dergelijke projecten in uitvoering.

Waar het om draait
De projecten en ideeën die Sagee met zijn gemengde Joods-Arabische staf heeft ontwikkeld brengen mensen tot elkaar. Daar gaat het om, ook wat mij betreft. “Elkaar leren kennen, wantrouwen overwinnen op basis van gelijkheid.” Dat is de boodschap die Givat Haviva uitstraalt. Sagee (oud parachutist van een elite-eenheid) heeft de legerleiding overtuigd dat het in het belang van de co-existentie is om de kleine militaire basis in Givat Haviva te sluiten.
Toen ik er was zag ik een soldate. “Dat is niet de bedoeling.” zei Elja Schwarz, mijn Nederlandse begeleider van de Nederlandse stichting van vrienden van Givat Haviva. “De Israëlische Palestijnse Arabieren zijn hypergevoelig voor militairen.”‘

Categorie:

Home » Columns en opinie » Eindelijk een lichtpuntje – Salomon Bouman