Feesten gaan niet alleen over iets moois – Column Bart Vink
Het is Pesach, christelijk pasen én ramadan. Tegelijkertijd. Wereldwijd genoeg reden voor godsdienstige en cultureel-traditionele feesten dus. Binnenkort is het in Nederland ook nog Koningsdag en Bevrijdingsdag. Feestelijker kan haast niet. Na de pandemie en alle bijbehorende ellende de afgelopen jaren kan iedereen wel wat plezier gebruiken. Dat geldt ook voor mij. Zeker ook omdat mijn eigen leven en mijn directe omgeving best veel verdriet bevatte de afgelopen paar jaar.
Natuurlijk gaan de feesten niet alleen over iets moois. Pesach gaat namelijk ook over de ellende van de slavernij. Bevrijdingsdag staat niet los van het herdenken de dag ervoor. En ook de andere feesten gaan over meer dan vrolijkheid alleen. Bovendien komt vreugde niet op afroep. Als je denkt het lek boven water te hebben, kan er zomaar iets nieuws de boel komen versjteren. Zo loopt het wereldnieuws sinds de Russische agressie in Oekraïne bepaald niet over van vreugde. En ook Palestijnse extremisten met hun aanslagen scheppen weer duisternis en roepen tegenreacties op, waar juist positiviteit zo broodnodig is. Om over de dagelijkse ellende in bijvoorbeeld Iran, Jemen, Saoedi-Arabië, Venezuela, China en Syrië nog maar te zwijgen.
Ook zonder al het wereldleed, is het soms privé al moeilijk genoeg. Verloor ik in 2019 mijn moeder; nu ineens is het alle hens aan dek omdat mijn oude vader in het buitenland van een trap viel. Ik had gehoopt op vrolijke feestdagen, maar kreeg dus iets heel anders dan verwacht. Eigenwijs als mijn vader is, had hij mij eerst verrast met zijn plotselinge buitenlandse reis die pas tot mij doordrong toen ik van zijn val hoorde. Waar hij mijn woning vanwege de voor hem te vermoeiende trappen niet meer bezoekt, bleek hij ver weg na een lange reis ook nog een trap op te zijn gelopen. Het lijkt, als je het zo hoort, misschien wel vragen om moeilijkheden. En helaas kwamen die er dus ook.
Politiek hield ik me de laatste tijd vooral bezig met windturbines. Tijdens mijn lessen nam ik de studenten mee in de ruimtelijke ordening van Nederland. Op sociale media schrijf ik vooral over mobiliteit, luchtvaart en verstedelijking. Voor mijn Haagse werkgever stel ik, met anderen, teksten op over flexibeler, wendbaarder en meer opgavengericht werken en verdiep ik mij in een klimaatneutrale en circulaire bedrijfsvoering. Maar tussendoor rijd ik dus met mijn middelste broer mee naar het ziekenhuis, naar doctoren en verpleegkundigen en bespreek samen met hem hoe we ervoor kunnen zorgen dat de vele planten in het huis van mijn vader niet in deze periode het loodje leggen. Mijn moeder had er een groene oase van gemaakt en wij weten zeker dat mijn vader die erfenis graag overeind houdt.
Maar natuurlijk is dat niet het enige waaraan we denken en dat wij proberen in goede banen te leiden. We zouden ons het liefste richten op de feestelijkheden die bij deze periode horen en onder andere de bevrijding uit de Egyptische slavernij vieren. Ik doe dat wel, met partner, familie en vrienden, zoals mijn broer dat ook doet, maar wereldwijd én bij mij en mijn broer staan andere beslommeringen en gewenste ‘bevrijdingen’ nu dus hoger op de agenda.
Meestal schrijf ik over groot leed, maatschappelijke en politieke gebeurtenissen, maar dit keer laat het eigen leed van mijn vader mij niet los. Het houdt mij dag en nacht bezig. Misschien is dat wel precies hoe het vele anderen ook vergaat. Het persoonlijke beroert en ontroert ons. Het houdt ons bezig. In Oekraïne. En in al die andere landen. En dus ook in Nederland. En waar ook. Het relativeert en maakt ook mij helder: uiteindelijk telt voor iedereen niet zo zeer het wereldnieuws, maar vooral het kleine, persoonlijke nieuws. Met leed dat we proberen te verwerken en te overwinnen. Chag sameach!
Lees ook:
Vervang ‘zwart’ en ‘Afrika’ eens voor ‘Joods’ en ‘Israël’ – column Bart Vink
Een tekening van Afrikaanse mannen die onder een bananenboom slapen, alcohol drinken en vrouwen lastig vallen. Ze houden zichtbaar hun handen niet thuis. Hun gouden tanden blinken je tegemoet en ze kijken tegelijkertijd begerig naar etalageruiten met dure spullen. Tegen de boom staat ook nog de oproep ‘handen af van Afrika’, terwijl een onzorgvuldig afgedekt televisiescherm flarden van een reportage toont over een bloedbad in een Malinees dorp. Zo maar een tekening met in de verte de contouren van een Nederlandse stad en getekend door een ‘witte’, Hollandse cartoonist…’
Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren