Help een ander, dus jezelf – column Chantal Suissa-Runne

Chantal Suissa-Runne
Chantal Suissa-Runne

Opgedragen aan mijn oma en heldin Régine Bremer-Blum 24 feb. 1913 – 6 juli 1999, die iedereen overal en altijd hielp.

Onhandig en instabiel liep ik heen en weer tussen de ziekenhuisbedden. Daarin lagen vrouwen die zojuist waren bevallen, al dan niet met hun pasgeboren baby’s naast zich. De een had veel pijn en moeite rechtop te komen en de ander lukte het met moeite haar baby aan te leggen voor een voeding. Ik probeerde ze te helpen, zo goed als ik kon. Zelf nog rond schuifelend met een infuus waaraan vrolijk gekleurde vogels met belletjes hingen, van een van mijn beste vriendinnen gekregen. “Wat doet u toch steeds uit bed?” vroeg de verpleging. Maar het deed me goed, anderen helpen. Ik vergat erdoor dat ik eigenlijk zelf patiënt was en kort daarvoor was opgenomen met extreem hoge koorts en een zware infectie, drie dagen na de geboorte van Naava, onze oudste dochter.

Het was in de winter van 2009. Ik was 28 jaar oud en hobbelde rond in het OLVG met een infuus aan zo’n kapstok. Naast de verzorging van mijn dochter, zo goed en zo kwaad als dat überhaupt ging, gaf weinig me meer voldoening dan het helpen van vrouwen die het in mijn ogen nog zwaarder hadden. Of dat objectief gezien het geval was viel waarschijnlijk nog te bezien, maar zo ervoer ik het destijds. Ik knapte in rap tempo op, veel sneller dan de artsen hadden voorzien. En zelf denk ik dat het was, omdat ik niet bleef hangen in zelfmedelijden, maar pijn omzette in daadkracht. Degenen die mij kennen, weten dat ik al een tijdje Kabbala bestudeer. Wanneer je wilt dat de Schepper, de Eeuwige, Ein Sof, het Licht of hoe je die kracht ook wilt noemen zich over jou bekommert, bekommer jij je dan vooral om anderen.

Al is mijn drijfveer nooit geweest een wit voetje bij de Eeuwige te halen, ik geloof daar oprecht in. In het Jodendom zijn er religieus gezien twee relaties. Die tussen jou en je medemens en tussen jou en de Eeuwige. Met het risico dat dit tegen het zere been van sommige geloofsgenoten is, ik vind vooral die eerste veelzeggend. Niet dat ik nou zo’n rechtvaardige ben hoor. Ik maak continu fouten en verkeerde inschattingen. Ook ik die zo graag naar de fluisterende stem van haar ziel wil luisteren, laat me heus nog weleens verleiden door dat irritante schreeuwende ego van me.

Tegelijkertijd geloof ik dat de heiligheid van het leven hier en niet pas na de dood centraal staat. En ook dat het ‘goed doen om goed te doen’ en niet ‘om beloond te worden in het hiernamaals’, typisch Joods is. Wie is dan wel een rechtvaardige? Dat kan iedereen zijn, ongeacht afkomst, gender of levensovertuiging. Een rechtvaardige luistert naar zijn of haar ziel, kent zichzelf. Toont zelfcompassie en zoekt altijd naar wegen om barmhartigheid, liefde en rechtvaardigheid in het leven van anderen te brengen. Ik streef ernaar en zal dat mijn hele leven blijven doen.

Een van de belangrijkste lessen is voor mij dat de sleutel tot geluk, niet alleen in spiritualiteit, studie, mediteren of naar sjoel gaan ligt. Geluk ervaar ik wanneer ik tenminste een klein verschil kan maken in het leven van anderen. Juist wanneer we elkaar niet goed begrijpen of wanneer we uit totaal andere werelden komen. Het is het helpen crowdfunden van een levensreddende operatie voor een Syrisch meisje uit de kring van een bevriende vluchteling. Het is het geven van mijn persoonlijke pocket Zohar aan een dakloze, die het harder nodig heeft dan ik en nu een vriend is en niet langer dakloos.

Maar het is ook het ongemak voorbij gaan en toch als enige Jood naar een islamitische dienst in een moskee gaan, omdat een belangrijke vriend uit de dialoogwereld is overleden. Het is het helpen van Oekraïense vluchtelingen in stilte. Het is ook vooral alles wat ik hier niet benoem, omdat in de Joodse traditie de hoogste vorm van tsedaka anoniem is en in stilte. En het is ook lachen met vrienden tot je buikpijn hebt en jezelf niet al te serieus nemen. Het is ontzag voor de natuur en een glimlach van je kinderen.

Mooie woorden en toch ben ik soms nog irritant, jaloers, vervelend, onzeker, betweterig en eigenwijs. Je kunt veel over onze christelijke vrienden zeggen, maar wat dit betreft hadden ze echt een punt: ‘Hij die zonder zonde is werpe de eerste steen!’ Mooi. Goede Joodse jongen ook Jezus. Ik bedoel, zijn moeder geloofde dat hij G’d was, hij ging bij zijn vader in de zaak… Do I need to say more?

Terug naar die scene met de tinkelende vogeltjes aan mijn infuus… In mijn beleving helpt het écht anderen te helpen. Natuurlijk moet je ook jezelf in acht nemen, maar van wat hulp, liefde en een tikje minder zelfmedelijden is nog niemand een slechter mens geworden. Just do it! Dat zegt de commerciële kerk. Ook die hebben een punt.

Lees ook:

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Help een ander, dus jezelf – column Chantal Suissa-Runne