‘Het CIDI loslaten was een soft landing’

Ronny Naftaniel
Ronny Naftaniel

Ronny Naftaniel (65) was 37 jaar werkzaam bij het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), waarvan 33 jaar als directeur. Vandaag neemt hij groots afscheid met onder meer premier Rutte als eregast. Maar eerst geeft hij zijn afscheidsinterview aan Jonet. 

Afgelopen week was uw laatste werkweek. Hoe voelde dat? 

“De week werd voor een deel ingenomen door allerlei interviews en dan wordt je ook genoodzaakt om terug te blikken. Vandaag, deze laatste dag, voelt toch wel vreemd. Met weemoed denk ik aan mijn sollicitatie van 37 jaar geleden. Toen ik hoorde dat ik de baan kreeg, was ik ongelofelijk blij. Ik weet nog precies hoe de snackbar er uit zag van waaruit ik naar huis belde om te vertellen dat het sollicitatiegesprek wel erg goed verlopen was.”

Was dat het mooiste moment uit uw leven?

“Op dat moment wel ja. Toen ik cum laude in de economie afgestudeerd was, kon ik allerlei kanten op. Zo had ik rustig iets kunnen vinden in het bedrijfsleven, maar dat wilde ik niet. Eerder wist ik al wat ik wilde doen. In mijn studententijd runde ik een zaak waar producten voor de sigarenindustrie werden verkocht en ik zag hoe ingewikkeld het was om zaken aan de man te brengen waar ik niet achter stond. Ik wilde dus dingen aan de man brengen waar ik wel achter stond. De baan bij CIDI was voor mij dus een levensvervulling.”

U stond 33 jaar lang aan het roer. Was het makkelijk om uw organisatie los te laten?

“Het loslaten was een soft landing hoor. In januari 2012 is Esther Voet adjunct-directeur geworden, afgelopen maart heb ik mijn directeurschap opgegeven en in de maanden daarna heb ik meer taken losgelaten. Ik moet zeggen dat ik het ook wel pleziering vind om de financiële verantwoordelijkheid niet meer te hebben. Het is zwaar om elke keer weer het geld bijeen te schrapen en het budget kloppend te krijgen, want het CIDI werkt niet met overheidssubsidies. Maar met een gerust hart laat ik mijn team achter.”

Hoe kijkt u naar wat er in de afgelopen 37 jaar bereikt is?

“Ik denk dat we een organisatie hebben neergezet die invloed heeft gehad op de Nederlandse maatschappij en die ervoor heeft gezorgd dat veel Nederlanders nog steeds positief staan tegenover Israël en de Joodse gemeenschap. Dat kun je niet echt meten. Maar ik weet wel dat als het CIDI er niet geweest was, dan zouden veel mensen die achter Israël staan hebben geroepen om een organisatie als het CIDI. Tegelijkertijd zijn we er trots op dat we altijd de nuance hebben bewaard. We hebben het beleid van Israël niet koste wat het kost verdedigd. Daar waar het land over de schreef ging hebben we dat gezegd.”

Wat zijn uw wapenfeiten?

“Mijn belangrijkste wapenfeit is het restitutieproces, begin 2000. Met andere Joodse onderhandelaars heb ik ervoor kunnen zorgen dat banken, verzekeraars, de beurs en de Nederlandse staat bijna 400 miljoen euro aan de Joodse gemeeschap aan gestolen Joods bezit hebben teruggegeven. Daarmee kun je de pijn van de Sjoa niet wegnemen, maar konden we wel een stukje onrechtmatigheid wegnemen. Dit proces gaat nog steeds door met de teruggave van Joodse roofkunst. Bij de opstelling van de regels voor teruggave was ik ook betrokken. Verder heb ik begin jaren tachtig er mede voor gezorgd dat er een wet kwam, die discriminatie op de werkvloer in beroep en bedrijf verbiedt.”

Wat heeft u fout gedaan?

“CIDI heeft ongetwijfeld fouten gemaakt, maar die zijn niet van dusdanige aard dat ik nu nog kan zeggen: wat hebben we daarmee een blunder begaan. En ja, ook op het gebied van sociale contacten zijn er wel eens dingen gebeurd die geen schoonheidsprijs verdienen. Ik heb soms mensen niet herkend die erg belangrijk waren. Een mens zit vol met fouten. Hetzelfde geldt voor een organisatie. Maar in zijn algemeenheid geloof ik dat we geen grote politieke fouten hebben gemaakt omdat we onze uitgangspunten – vrede en veiligheid voor Israël en de Joodse gemeenschap, en een tweestatenoplossing – altijd trouw zijn gebleven.”

Een meerderheid van de Nederlanders staat positief tegenover Israël en de Joodse gemeenschap, zo blijkt uit onderzoek. Volgens uw opvolger en Jonet-columniste Esther Voet komt dat mede door u. Hoe ziet u dit zelf?

“Dat is wel erg veel eer. Het CIDI is een team dat bestaat uit mensen die het in hun ziel hebben om iets voor Israël en de Joodse gemeenschap te betekenen. Als team hebben we er hard aan getrokken. We hebben er aan bijgedragen dat Israël en de gemeenschap relatief goed liggen in Nederland, maar het komt niet alleen door ons. CIDI is een organisatie waar naar geluisterd wordt, die invloed heeft en die de stem van veel Joden vertolkt. Maar het is niet alleen aan mij of de organisatie te danken dat de situatie nu zo is.”

Vandaag is er een groot afscheidsfeest voor u. Wat verwacht u daarvan?

“Er komen honderden mensen op af, waaronder minister-president Rutte en schrijver Etgar Keret. Ook krijg ik de mogelijkheid om de vrienden van CIDI en de mensen uit onze achterban te bedanken voor alle steun. Het leukste aan het afscheidsfeest vind ik dat het eindigt met een debatwedstrijd tussen jongeren over betrokkenheid met de wereld. Juist door jonge mensen te laten debatteren, willen we de fakkel overdragen aan de volgende generatie. Voor mij gaat het licht na vandaag trouwens niet uit, want ik ben nog in allerlei Joodse en niet-Joodse clubs als bestuurder actief. Ik ga weg bij CIDI, maar de maatschappij zal zeker nog van mij horen.”

Categorie:

Home » Nieuws » ‘Het CIDI loslaten was een soft landing’