Honderden Joden omgekomen op Titanic
De Titanic, de wereldberoemde zeestomer die op zijn eerste reis ten onder ging, heeft honderden Joodse passagiers meegenomen naar de diepte van de oceaan. Het gaat om onder andere de Joodse zakenman Benjamin Guggenheim, maar vooral om arme Joodse migranten uit Europa die een nieuw leven in Amerika wilden beginnen. Dit blijkt uit onderzoek van een geschiedkundige in de archieven van de Titanic. Alle kennis is gedoneerd aan een permanente Titanic-tentoonstelling in de Verenigde Staten.
Ook werden er koosjere maaltijden aan boord geserveerd die erop duiden dat er erg veel Joden op het schip hebben gezeten. “Volgens de passagierslijst van de rederij White Star Line waren er honderden Joden aan boord van de Titanic”, zegt onderzoeker Eli Moskowitz. “De meesten van hen bevonden zich onder het gepeupel dat in de derde klasse reisde. Deze mensen hadden de minste kans op overleving.” Eerder schreef Moskowitz, die in het dagelijks leven docent is, een boek over de Joden op de Titanic. Hij noemt zichzelf een ‘Titanic-fan’ en promoveerde op het onderwerp.
Moskowitz stelt dat de Joden aan boord van het schip veelal het slachtoffer waren van pogroms in het Russische Rijk. “Ze stonden voor de keuze: moet ik in mijn sjtetl blijven en assimileren of moet ik vluchten en een nieuw leven opbouwen?” vertelt de onderzoeker. Een aantal koos voor het laatste en kwam op de Titanic terecht, waar het noodlot hen uiteindelijk wachtte. De geborgen lichamen die als ‘Joods’ konden worden geïdentificeerd, werden uiteindelijk in Amerika op een Joodse begraafplaats ter aarde besteld.
De RMS Titanic was het tweede van een drietal luxe schepen uit de Olympic-klasse, die een groot deel van het trans-Atlantisch verkeer moesten verwerken. Het schip was eigendom van de rederij White Star Line en werd gebouwd in Belfast. In de nacht van 14 op 15 april 1912 kwam de Titanic op zijn eerste reis kort voor middernacht in aanvaring met een ijsberg; een deel van de stuurboordzijde werd op verscheidene plaatsen doorboord en binnen drie uur was het schip gezonken. Zeker 1.522 opvarenden kwamen om het leven.
Hoewel dit naar het aantal slachtoffers niet de grootste scheepsramp in de geschiedenis is, is het wel de bekendste, vooral omdat het schip als “onzinkbaar” bekendstond. In 1985 werd het wrak teruggevonden onder leiding van Robert Ballard, waardoor veel informatie over het schip en zijn fatale reis aan het licht kwam. Drie grote scheepsdelen en een hoeveelheid kleinere resten liggen op 3.800 meter diepte op de bodem van de oceaan. De Amerikaanse regisseur James Cameron maakte in 1997 een familiefilm over de Titanic die een kaskraker werd.
