Hongarije geeft 3 miljoen euro uit voor bestrijding Jodenhaat
De Hongaarse regering trekt een kleine drie miljoen euro uit om antisemitisme in Europa te bestrijden. De helft van het geld gaat naar door de Hongaarse overheid geleide initiatieven. De andere helft gaat naar non gouvernementele projecten die worden gecoördineerd door de Association of the United Hungarian Jewish Congregation (EMIH). Deze Chabad-organisatie staat in contact met de regering in Boedapest. De uitvoering van de projecten komt in handen van de Action and Protection Foundation (TEV), een Hongaars-Joodse antisemitisme-waakhond die tegens gelieerd is aan Chabad. Het bedrag dat de Hongaarse overheid donderdag bekend maakte, is begroot voor het jaar 2019. Mogelijk komt er daarna jaarlijks een vast bedrag in de staatsbegroting voor de bestrijding van het antisemitisme. Premier Viktor Orbán (Fidesz) is akkoord met het bedrag voor 2019.
Het is de bedoeling dat er een vast telefoonnummer komt waar mensen antisemitische incidenten kunnen melden. “Hongarije draagt op een vrij belangrijke manier bij aan de strijd tegen antisemitisme. Ik spreek mijn waardering uit voor de regering,” aldus Rabbi Shlomo Koves, de leider van de EMIH-groep en oprichter van TEV. Hij wordt gezien als een goede vriend van Orbán. Eerder kondigde Orbán al aan dat de Hongaarse regering het antisemitisme meer zou aanpakken. Hij had echter een meningsverschil met de overkoepelende Federatie voor voor Joodse Gemeenschappen in Hongarije (Mazsihisz) over een standbeeld dat verwijst naar de nazi-bezetting. Het beeld bestaat uit een engel die wordt aangevallen door een adelaar. De engel is Hongarije en de adelaar staat voor nazi-Duitsland. Volgens Mazsihisz zou het beeld de rol van Hongarije in de Sjoa vergoelijken, omdat de Hongaarse autoriteiten in de Tweede Wereldoorlog hard meededen aan de Jodenvervolging. Orbán verzette zich tegen deze redenering en zegt het antisemitisme te willen bestrijden. Volgens kenners is dit de reden waarom zijn regering nu in zee gaat met Chabad-organisaties.
Orbán wordt niet gezien als antisemiet, maar zijn regering voert wel een antisemitisch getinte lastercampagne tegen George Soros, een Joodse filantroop van Hongaarse afkomst. Orbán zei onder andere over Soros dat hij behoorde tot de vijanden van Hongarije ‘die niet geloven in werken, maar die speculeren met geld. Zij hebben geen thuisland maar denken dat de hele wereld van hen is.’ Ook prees de Hongaarse premier tot veler ontzetting de Hongaarse nazi-collaborateurs en de beruchte Miklós Horthy, leider van Hongarije in de Tweede Wereldoorlog die antisemitische wetten invoerde en collaboreerde met de nazi’s. Deze zomer kreeg de Israëlische premier Benjamin Netanyahu bezoek van Orbán, waarop veel kritiek te horen. Oppositieleider in de Knesset Yair Lapid van de middenpartij Yesh Atid noemde het bezoek van Orbán een ‘schande’. ‘Vandaag eert Netanyahu premier Orbán van Hongarije, die de antisemitische heerser [Horthy] prees die met de nazi’s samenwerkte in het uitroeien van de Hongaarse Joden. Een schande!’ aldus Lapid op Twitter.
