Hypocriet – column David Barnouw

Radio 1

Is het niet enigszins hypocriet dat het niet-ultrarechtse deel van de Tweede Kamer, hijgerig gevolgd door de pers, ernstig verontwaardigd is over FvD-vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog? Onze heilige graal, waar je schijnbaar heel voorzichtig om moet gaan. Het parlementaire en persgeheugen is als een gatenkaas, want sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt door Jan en alleman, hoog en laag, rijk en arm, links en rechts deze oorlog gebruikt om het eigen gelijk aan te tonen en het ongelijk van de ander. De naoorlogse jaren zijn doordesemd van die oorlog; zo werd drie (!) dagen na de bevrijding het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie opgericht. Het was bedoeld als tijdelijk, maar 75 jaar later is het nog springlevend.

‘De oorlog na de oorlog’ werd ook voor een groot deel voortgezet in het parlement. De Parlementaire Enquête over het regeringsbeleid 1940-1945 (PEC) was de grootste enquête ooit gehouden. Gebiedsuitbreiding ten nadele van Duitsland werd in het parlement besproken. Vlak na de oorlog werd Soekarno één-op-één vergeleken met Mussert, ook zo’n landverrader en voormalige verzetsmensen gingen vol vuur naar onze kolonie om hem te bestrijden. Mensen met een ‘oorlogsverleden’ maakten geen enkele kans om in gemeenteraden, Provinciale Staten, waterschappen of het parlement verkozen te worden. In de Eerste Kamer kreeg een senator van de Boerenpartij vanwege diens oorlogsverleden een stevige stomp van een VVD-collega. Het al of niet vrijlaten van de laatste Duitse oorlogsmisdadigers kwam regelmatig in het parlement langs.

Onze literatuur zou zonder de Tweede Wereldoorlog niet hetzelfde zijn geweest; Het Achterhuis, De donkere kamer van Damokles, De Ondergang van de familie Boslowits, De Aanslag of Het bittere kruid; de lijst is eindeloos. Soms zijn er inzinkingen, maar dan komt het veelkoppige monster wat ‘de oorlog’ heet, weer naar boven in de literatuur.

Toneelstukken, films en andere kunstvormen; een beetje oorlog kan nooit kwaad (al is het maar voor de subsidie). En dan zijn er nog de honderden, zo niet duizenden kunstwerken die de herinnering levend moeten houden, zodat ‘het nooit meer mag gebeuren!’ Soms denk je, tegen beter weten in, dat nu wel het laatste monument is uitgehouwen en hup, daar staat er weer eentje.

Herman Vuijsje heeft in 1979 in zijn boek Correct geponeerd dat onze moeizame omgang met emigranten en minderheden mede te danken is aan de Tweede Wereldoorlog en het grote percentage vermoorde Joden. Toen hij Correct schreef, was bijvoorbeeld de Anne Frank Stichting heel stellig in hun antiracisme; als je lelijk deed tegen buitenlanders, lag Auschwitz direct om de hoek.

En om bij Anne Frank te blijven; in 2004 werd zij nummer acht in het KRO-televisie-programma ‘De Belangrijkste Nederlander Aller Tijden’. Toen bleek dat zij geen Nederlandse was, buitelde Tweede Kamerleden over elkaar heen om Anne alsnog postuum de Nederlandse nationaliteit te geven. Gelukkig kun je mensen niet ongevraagd een nationaliteit opdringen, maar dat waren de Kamerleden even vergeten. Overigens was de nummer een, Willem van Oranje, ook geen Nederlander. Een paar jaar eerder ging D66-Tweede Kamerlid Thom de Graaf met Anne Frank aan de haal om tegen Pim Fortuyn te protesteren, of te waarschuwen, dat weet ik niet meer zeker.

Blijf protesteren tegen de protofascisten met hun boreale schijntribunalen en weerzinwekkende Holocaust-vergelijkingen, maar doe niet of het FvD-gedrag nieuw of uniek is.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Hypocriet – column David Barnouw