‘Ik heb geleerd hoe heftig bang mensen zijn’
Judith Meijer werd in september geïnstalleerd als de nieuwe directeur van Joods Maatschappelijk Werk (JMW). Ze volgde Hans Vuijsje op, die de functie twintig jaar had vervuld. Maandag sprak Meijer in een openhartig interview, waarvan u nu het tweede deel kunt lezen. Nadat deze zomer bekend werd dat zij JMW-directeur zou worden, kreeg ze kritiek omdat bleek dat zij lid is van GroenLinks, een partij die niet bekend staat om pro-Israëlische standpunten. Nu de rust is teruggekeerd blikt ze terug.
Afgelopen zomer barstte er een discussie los rond uw lidmaatschap van GroenLinks. Wat heeft dit bij u achtergelaten?
‘Vooral heb ik geleerd hoe heftig bang mensen zijn. Mensen voelen zich zo bedreigd dat het ook zo’n heftigheid geeft, dat heeft het vooral met mij gedaan.’
U voelde zich niet ontmoedigd?
‘Het was wel even au, en het gevoel van: ik bedoel het toch goed? Maar zo werkt het niet. Mensen kennen mij niet, dus ik heb vooral gezien dat hier een open zenuw ligt. En daar moet ik dus heel behoedzaam mee zijn.’
GroenLinks ligt moeilijk in de Joodse gemeenschap omdat het onder andere BDS steunt.
‘Ik heb mij nooit in zaken als BDS verdiept en heb mij dan ook om totaal andere redenen bij GroenLinks aangesloten. Dat was omdat zij veel meer voor een inclusieve en een duurzame samenleving zijn. Ik hoop dat er voor onze kleinkinderen nog een wereld is en daarom kies ik voor een partij die dat op de agenda zet. Gelukkig zijn er nu meer partijen die dit thema op de agenda hebben gezet, maar dat was twintig jaar geleden niet zo. Ik maak me oprecht zorgen over de toekomst van de kinderen van nu. Dat is de reden dat ik lid ben van die partij. En ik ben me er pas heel kort van bewust dat zij ook een buitenlandse politiek hebben. En blijkbaar hebben ze ook een Israël-standpunt, waarover ik geen mening heb.’
Er is ook gereageerd op het feit dat u zelf geen Joodse achtergrond hebt. Hoe voelt dat?
‘Dat had ik verwacht, dat mensen daar problemen mee zouden hebben. Ik ben echter benoemd door de Raad van Toezicht omdat ze er vertrouwen in hebben dat ik binnen JMW goed werk kan verrichten. Ik hoop dat mensen mij op mijn daden afrekenen. Dat ze over een jaar of twee jaar zeggen: die dame doet veel goeds voor ons.’
In uw toespraak tijdens de viering van zeventig jaar JMW zei u dat vooral te willen leren en ontdekken. Hoe gaat u dat aanpakken
‘Ik praat hier met mensen in huis. Eén van de dingen die belangrijk is voor JMW is dat de J essentieel is. Dat we die goed vormgeven, inrichten; dat die onderdeel is van onze identiteit. Voor een deel is het mijn zoektocht maar het is in deze tijd ook belangrijk dat we goed benoemen wat die J van JMW is. Ik ga op verschrikkelijk veel plekken rondkijken, niet alleen hier binnen praten met mensen, maar ook buiten.’
Sjoel
Gaat u ook synagogen en Joodse gemeenten bezoeken?
‘Ja, ik wil graag naar sjoel. Kijk, waar ik word uitgenodigd, daar ga ik heen. Al dat soort dingen wil ik erg graag doen. En ook gewoon leren, ervaren en voelen. Ik heb al stapels boeken gekregen, erg lief. Ik lees ze en daar leer je ook van. Maar ik leer ook door mensen te leren kennen en hun leefwereld te leren voelen. Door liederen, teksten en rituelen.’
Wat zijn uw plannen voor de toekomst van JMW?
‘We zijn er intern mee bezig en dat is al in gang gezet voordat ik hier kwam werken. Samen met de Raad van Toezicht zijn wij intensief aan het overleggen hoe wij het beste verder kunnen gaan. Als dat een stap verder is, kom ik daar op terug.
