‘Public relations, dat maken wij zelf wel uit’ – column Awraham Meijers

Awraham Meijers
Facebook

In de afgelopen week was veel te doen om het Al Shifa-ziekenhuis in Gaza-stad, waar het Israëlische leger toe binnendrong om Hamas uit te schakelen. In zijn column twijfel Awraham Meijers ernstig aan de betrouwbaarheid van de beelden en informatie van Israël vanuit het hospitaal en de Gazastrook op zich. Israël maakt pr-fouten, zegt hij.

In elke oorlog is het eerste dodelijke slachtoffer de waarheid

Ik was het eigenlijk al vergeten, maar tijdens een gesprek met een collega naar aanleiding van publicaties in de Israëlische pers over de abominabele aanpak van public relations (pr) van de overheid en leger van dat land, schoot mij een ervaring van lang geleden te binnen. Het was midden jaren zeventig van de vorige eeuw toen ik mij realiseerde dat Israël nauwelijks of geen reclame maakte voor toerisme naar dat land. Jammer, ik gunde Israël een dergelijke belangrijke bron van inkomsten.

Dus heb ik de stoute schoenen aangetrokken en telefonisch contact met het Israëlisch verkeersbureau opgenomen. Ik legde uit wat ik er van vond en we maakten een afspraak. Een paar weken later naar het verkeersbureau – nou ja, bureautje – dat was gevestigd aan het Rokin in Amsterdam, boven het boekingskantoor van El Al. De man die mij ontving was niet aardig en naar mijn gevoel nogal wantrouwend. Hij zweeg. Er werd geen koffie aangeboden. En toen zei hij: “Zeg het maar.”

Ik had een aantal A-viertjes met ideeën en voorstellen over ‘Uniek vakantieland Israël’ en hoe je adspirantvakantiegangers kunt enthousiasmeren om daar naartoe te gaan. Sommige ideeën en voorstellen had ik min of meer uitgewerkt. Hij las de informatie nogal door en stelde vragen. Hij merkte op dat er sowieso veel mensen zijn die hun familie in Israël bezoeken en religieuzen die kennis willen maken met het Heilige Land.

Prachtig, dat moeten ze vooral doen, want familie is belangrijk en heilige steden en eeuwenoude geschiedenis zijn uitermate boeiend. Maar er is meer te beleven in Israël en dat moet gecommuniceerd worden. Ik wist een reclamebureau dat ik daarvoor kon inschakelen. Hij sloot de bijeenkomst af met de woorden dat ‘ie er over zou nadenken en contact zou opnemen. Hij wilde mijn informatiepapieren in een bureaulade stoppen. Ik legde uit dat ik ze terug moest hebben, want in deze (begin) fase is het niet gebruikelijk dat… Hij sputterde tegen en vroeg of ik hem misschien niet vertrouwde. Nou, ik vertrouwde hem voor honderd procent. Maar toch. Als hij aantekeningen wilde maken, ga uw gang. Hoefde niet, had geen tijd. Ik heb nooit meer van hem gehoord. Dat was dus zo’n vijftig jaar geleden.

Oorlog

Nu er een oorlog woedt, er duizenden doden vallen, steden gebombardeerd worden, de Israëlische autoriteiten en het leger het grote belang niet begrijpen van voorlichting en informatie over wat er gaande is rondom de Gaza-oorlog. Wat is de achterliggende gedachte? Arrogantie? Wordt er gedacht in de trant van ‘Wij komen er zonder die pr-flauwekul wel uit’.

Nadat Hamas op zeven oktober zijn oorlogsmisdaden had begaan, verkeerde niet alleen Israël in shocktoestand. Ook de geciviliseerde wereld was aangeslagen en leefde met Israël mee in woord en daad. Een dergelijke situatie van (internationale) verbondenheid is mooi, maar je moet er rekening mee houden dat dit kan veranderen. Oorlogsmoeheid. Kleine ergernissen worden grote ergernissen. Dus? Inderdaad: consolideren. Een pr-campagne ontwikkelen waardoor de internationale solidariteit blijft. Dus actie!

Nou, dan ken je Benjamin Netanyahu niet. Zo’n belangrijke man, een wereldleider als hij, die laat je niet vallen. Ik vertel geen geheim als ik zeg dat Israëliërs de naam te hebben dat ze nogal hooghartig zijn. Toch? De wereld is hém, Bibi, het een en ander schuldig. Zo denkt de legertop ook. Zoals bijvoorbeeld vorig jaar, toen tijdens de ‘operatie Breaking Dawn’ in Jabalya (Gaza) zeventien kinderen werden gedood.

Toen generaal majoor Eliezer Toledano het Veiligheidskabinet vertelde dat hij bewijs had dat Israël niet schuldig is aan hun dood, vroeg diplomaat Lior Hayat dit openbaar te maken. Toledano’s antwoord was dat het tijd zou kosten om het te onderzoeken en hij de operaties van de IDF niet wilde schaden. Deze uiterst belangrijke informatie – al of niet schuldig aan de dood van kinderen – is uiteindelijk vrijgegeven nadat een paar ministers de kant van Hayat kozen. Aldus werd (weer) een nieuwe pr-ramp voorkomen. Nee, public relations zit ook niet in de genen van de Israëlische legerleiding.

Al Shifa-ziekenhuis

Wekenlang heeft het Israëlische leger het Al Shifa-ziekenhuis in Gaza-stad belegerd, beschoten, afgesneden van de meest essentiële zaken als medicijnen en energievoorzieningen. Reden zou zijn dat gewapende Hamasleden zich in en onder het ziekenhuis hebben verschanst, er zouden wapendepots zijn. Op 15 oktober viel het leger het ziekenhuis binnen. En wat dacht je? Er ging een persbericht de deur uit dat er inderdaad wapens waren gevonden. Ik had niet verwacht dat een persbericht de wereld ingestuurd zou worden met ‘Oeps, we hebben ons danig vergist. Geen Hamas, geen wapens. Sorry voor het ongemak’.

Spreken ze de waarheid? Liegen ze? Er lopen tientallen journalisten in Gaza rond. Had enkele schrijvende/fotograferende/filmende journalisten onmiddellijk na de inval hun werk ter plekke laten doen, dan was het bewijs geloofwaardig geweest.  

Categorie: |

Home » Columns en opinie » ‘Public relations, dat maken wij zelf wel uit’ – column Awraham Meijers