Jodendom

Foto van een Davidster op een boek.

Het Jodendom is een godsdienst. Anders dan bij andere godsdiensten vormen Joden daarnaast ook een volk.

Het Joodse volk

De identiteit van het Joodse volk wordt onder meer bepaald door geloof, traditie, leefregels en gewoontes, geschiedenis, verbondenheid met Israël en lotsverbondenheid.

Het geloof

Het Jodendom is een monotheïstisch geloof gebaseerd op Goddelijke openbaring aan het Joodse volk. De orthodoxe opvatting is dat de Tora met de daarin opgenomen voorschriften door God aan het Joodse volk gegeven is op de berg Sinai. En ook dat de mondelinge leer, de verklaringen en commentaren op de Tora, door God geopenbaard zijn. Een progressieve opvatting is dat de Tora geschreven is met Goddelijke inspiratie. De verklaringen en commentaren zijn door generaties van rabbijnen ontwikkeld.

Wie is Joods?

Dat ligt aan wie de vraag wordt gesteld.
De strikte interpretatie volgt de halacha, het totaal van Goddelijke en rabbijnse wetgeving die eeuwenlang de leidraad is geweest voor het Joodse volk. De halacha bepaalt dat alleen iemand geboren uit een Joodse moeder, of iemand die volgens de regels van diezelfde halacha is overgegaan tot het Jodendom, Joods is en tot het Joodse volk behoort. Het Jodendom wordt steeds opnieuw doorgegeven van moeder op dochter, ongeacht of de persoon gelovig is.
In sommige kringen geldt dat iedereen met een Joodse achtergrond die zich Joods voelt, zich identificeert met het Jodendom, deel uitmaakt van het Joodse volk.
Zowel in orthodoxe als in progressieve kringen laat men personen die tot het Joodse volk willen horen, maar niet aan de door de halacha gestelde regels voldoen, een leerproces en uiteindelijk een overgang doormaken. Deze overgang wordt uitkomen, of ‘gioer’, genoemd en wordt aan het eind bekrachtigd met een onderdompeling in een religieus bad, het mikwe.

Vaderjoden

Bij gebrek aan een betere term worden hiermee personen aangeduid die geen Joodse moeder hebben, maar waarvan wel de vader Joods is. In veel gevallen waarbij Vaderjoden zich sterk identificeren met het Jodendom, kan het zijn dat zij zich onheus behandeld voelen vanwege de eeuwenoude traditie dat alleen iemand uit een Joodse moeder geboren Joods is. Binnen het progressief Jodendom zijn er voor Vaderjoden (beperkte) mogelijkheden om uiting te geven aan de gevoelde Joodse identiteit. Binnen de orthodoxie is dat niet het geval.

Joodse identiteit

De Joodse identiteit kan op vele manieren worden ingevuld, die voor iedere persoon anders is. Onderdelen van de Joodse identiteit zijn: het geloof (de religie, de godsdienst), tradities, leefregels en gewoontes, maar bijvoorbeeld ook een gedeelde geschiedenis, verbondenheid met Israël of een gevoel van lotsverbondenheid. Voor de één kan de Joodse identiteit bijvoorbeeld bestaan uit het aansteken van kaarsen op vrijdagavond of het bezoeken van de sjoel, de synagoge. Ook kan men zich diep gelovig voelen zonder de Joodse leefregels strikt te volgen. Voor de ander kan dat het lidmaatschap van een Joodse sportvereniging of het volgen van cursussen over Israël zijn. Ook trouw aan voorgaande generaties, of deel uitmaken van de Joodse gemeenschap om erbij te horen kan een drijfveer zijn die de eigen Joodse identiteit vorm geeft. Die identiteit is zo uiteenlopend als de kleurschakeringen van de regenboog.

Religieus Jodendom

Het Jodendom kent vele tradities, gebruiken en leefregels vastgelegd in de halacha, die het mogelijk maakt om op vele verschillende manieren daarmee om te gaan. Het is een ‘doe geloof, een orthopraxie. Verschillende sjoelgemeenschappen, orthodox-Joods of  progressief-Joods,  bieden onderdak aan hen die het Jodendom binnen de religieuze gemeenschap willen beleven.

Nationaal Jodendom

Men kan zich ook uit nationale overwegingen identificeren met het Joodse volk. Een uitvloeisel daarvan is het zionisme, de vrijheidsbeweging van het Joodse volk die de Staat Israël heeft voorgebracht en een democratisch en veilig Israël beschouwt als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Joodse volk. Joodse Nederlanders kunnen dus tegelijkertijd Joods en Nederlander zijn. Er is dan sprake van een staatsburgerlijk-nationaal en een affectief-nationale identiteit. Ook kan men in Nederland wonen en zich een zionist voelen, zich identificeren met de hoop op een nationaal tehuis voor Joden in Israël en de beëindiging van de Joodse diaspora, de verstrooiing gedurende tweeduizend jaar van Joden buiten het gebied dat nu Israël heet.

Verbondenheid met Israël

Men kan zich onverbrekelijk verbonden voelen met de Staat Israël. Men volgt het nieuws van dat land en zijn bewoners, onder wie vaak familieleden, met meer belangstelling en emotionele betrokkenheid dan de situatie in enig ander land. Het bestaan van de Staat Israël, als Joodse staat, geeft een gevoel van veiligheid na al wat Joden in tweeduizend jaar verstrooiing is overkomen. Anderen uiten hun verbondenheid met Israël door een kritische opstelling ten opzichte van de wijze waarop het land bestuurd wordt.

Saamhorigheid en lotsverbondenheid

Jodendom is voor velen ook een vorm van saamhorigheid en lotsverbondenheid, een vorm van gezamenlijk beleefd verleden. Deze vorm van Joodse identiteit is tegenwoordig vaak sterk verbonden met de Sjoa, de massamoord op Joden door nazi-Duitsland. Nog steeds zijn er mensen voor wie Jodendomsbeleving sterk bepaald wordt door wat familieleden in de periode 1933-1945 is overkomen. Deze vorm van Joodse identiteit kan ook bestaan uit geborgenheid, uit het gevoel onder elkaar te zijn, dezelfde zegswijzen en uitdrukkingen te gebruiken, hetzelfde gevoel voor humor te hebben. Een uiting hiervan zijn Joodse sportverenigingen of een Joodse bridgeclub.

Lees voor een verdere verdieping over de Joodse identiteit: “Het raadsel van de joodse identiteit”, van Ido Abram (2006).

Tora

De Tora, ook wel Hebreeuwse Bijbel genoemd, omvat de vijf boeken van Mozes: Bereesjiet (Genesis), Sjemot (Exodus), Wajikra (Leviticus), Bemidbar (Numeri) en Dewariem (Deuteronomium). Volgens de Joodse traditie zijn deze geschriften door God aan Mozes gedicteerd tijdens de Openbaring op de berg Sinaï.

De teksten vertellen over de ontstaansgeschiedenis van het Joodse volk en bevatten daarnaast voorschriften op het gebied van ethiek en het inrichten van de samenleving. Een deel daarvan is vastgelegd in 613 zogenaamde mitswot (opdrachten), die op vrijwel elk onderdeel van het leven betrekking hebben. Er zijn dus veel meer dan ‘tien geboden’.

Tora is de basis van het Joodse leven, niet alleen door de expliciete voorschriften die erin staan, maar ook doordat de aartsvaders en -moeders als het ware rolmodellen zijn voor hoe je als Jood in het leven zou moeten staan. De beroemde gastvrijheid van aartsvader Avraham (Abraham), het rechtvaardigheidsgevoel van Mosjé (Mozes) en de moed van rechter en legeraanvoerder Dvora (Debora) zijn voorbeelden van dergelijke rolmodellen.

Eén van de belangrijkste regels in het jodendom is dat je Tora niet ‘zomaar’ moet lezen, dat wil zeggen dat de tekst alleen niet genoeg is om de inhoud te begrijpen. Joden lezen Tora altijd aan de hand van commentaren die door de eeuwen heen door rabbijnen zijn toegevoegd. De bekendste commentator is Rasji, acroniem van Rabbijn Shlomo Yitzchaki, die in de Middeleeuwen in het Rijland leefde en een van de meest productieve commentatoren was.

Categorie: |

Home » Dossiers » Jodendom