Joodse feestdagen: Chanoeka
Tijdens Chanoeka herdenken de Joden de strijd met, en overwinning van de Makkabeeën, een familie van hogepriesters en hun aanhangers, op de Griekse Seleuciden-koning en vergriekste Joden, die in de aan God gewijde tempel in Jeruzalem een beeld van Zeus wilden plaatsen en er dus een Grieks heiligdom van wilden maken. Na de gewonnen strijd wilde men de Tempel herinwijden en de grote zevenarmige menora (kandelaar) aansteken. Er was nog slechts één kruikje gewijde olie te vinden, net genoeg voor één dag. Acht dagen, zo lang als nodig was om nieuwe gewijde olie te produceren, kwam er uit dat kruikje voldoende olie om de tempelmenora aan te steken. Men spreekt dan ook van ‘het wonder van Chanoeka’. Chanoeka wordt gevierd met het aansteken van kaarsen of oliepitten in een chanoekia, een achtarmige kandelaar met een aparte arm voor de sjamasj, de hulpkaars. Met de sjamasj wordt elke avond een kaars of oliepit méér aangestoken, tot op de achtste dag alle kaarsen of oliepitten branden. Ook worden er soefganiot gegeten, een soort Berliner bollen.
Juda de Makkabeeeër stichtte een zelfstandige staat die tot de Romeinse overwinning bleef bestaan. Na de stichting van de staat Israël in 1948 heeft chanoeka er een niet-religieuze, nationalistische dimensie bij gekregen.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren