Kabinet: te veel Israël in Mensenrechtenraad
Het kabinet vindt dat de VN-Mensenrechtenraad te vaak en disproportioneel praat over Israël. De Nederlandse regering is er ‘ongelukkig mee’ dat in de raad zoveel gesproken wordt over het conflict tussen Israël en de Palestijnen, zo zegt minister Stef Blok (VVD) van Buitenlandse Zaken. Hiermee sluit Nederland zich aan bij de kritiek van de Verenigde Staten op de vaste agenda. De VS trok zich onlangs uit de Mensenrechtenraad terug, maar ons land zal dit niet doen omdat het wil blijven meepraten.
Blok doelt op de vaste agenda die tijdens vergaderingen van de VN-Mensenrechtenraad gebruikt wordt. Steevast staat op punt zeven een bespreking van ‘Israël en de mensenrechtensituatie in Palestina en andere bezette Arabische gebieden’. Vervolgens wordt dat land verbaal door de mangel gehaald en veroordeeld. Met Amerika vindt Nederland dat dit geen apart agendapunt zou moeten zijn, want de Palestijnse situatie kan ook besproken worden in het algemene deel van de vergadering. In dat geval komt de focus van de raad op andere zaken te liggen.
Vorige maand, op 20 juni, stapte Amerika al uit de VN-Mensenrechtenraad om de aanhoudende subjectiviteit rond Israël. Volgens Nikki Haley, de permanente ambassadeur van Amerika bij de VN, is er sprake van een ‘chronische vooringenomenheid’ waar het Israël betreft. Haar land pikt dit niet langer en vertrekt daarom uit de raad. Volgens Haley en president Donald Trump is de raad uitgegroeid tot een beschermer van mensenrechtenschenders, niet van de mensenrechten. Trump probeert de wereldorde sinds zijn aantreden te tarten.
De VS heeft sinds de oprichting van de Mensenrechtenraad kritiek gehad op het functioneren ervan. In 2006, toen de raad werd opgericht, koos het land voor een boycot. In gebeurde onder leiding van de toenmalige Amerikaanse VN-ambassadeur John Bolton, thans de veiligheidsadviseur van president Trump. Volgens experts heeft Bolton nu zijn kans schoon gezien en heeft hij Israël als alibi genomen om uit de raad te vertrekken. Destijds duurde de boycot drie jaar. In 2009, onder president Obama, kwamen de Amerikanen toch in de raad. Nu zijn ze er weer uit.
