Gemeente Amsterdam komt DENK niet tegemoet
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de schriftelijke vragen beantwoord die DENK vorige week stelde over het samenwerkingsverband met Tel Aviv. De raadsfractie van de politieke beweging wilde weten of de samenwerking met de Israëlische metropool kan worden gestopt, maar dit zal volgens het college niet gebeuren. Eerder zijn er al kaders gesteld aan de samenwerking met Israëlische bedrijven en instellingen. Deze afspraken blijven van kracht, aldus het college. Er verandert dus niets aan het project tussen Amsterdam en Tel Aviv.
DENK stelde vorige week schriftelijke vragen aan vertrekkend waarnemend burgemeester Jozias van Aartsen (VVD). Als het aan de partij ligt, verbreekt Amsterdam alle samenwerkingsverbanden met Tel Aviv. De aanleiding daarvoor zijn de rellen van onlangs op de grens tussen de Gazastrook en Israël. Raadslid Numan Yilmaz schreef het volgende: ‘Deelt het college de mening dat we niet moeten bijdragen aan de normalisering van de bezetting en onderdrukking van Palestijnen door middel van een samenwerking met Tel Aviv? Kan het college garanderen dat onze Amsterdamse bijdragen en middelen aan Tel Aviv in welke vorm dan ook niet gebruikt zullen worden voor (de voortduring van) de bezetting en onderdrukking van Palestijnen?’
Yilmaz maakte een punt van de samenwerking tussen bedrijven uit Amsterdamse en Tel Aviv. Hij eiste ‘een overzicht verschaffen van alle bedrijven, NGO’s en andere organisaties waarmee we samenwerken’. Verder wil DENK af van samenwerking met Israëlische concerns die ook op de West Bank en de Golan Hoogvlakte actief zijn.
Het college van burgemeester en wethouders heeft antwoord gegeven op de vragen. Volgens de gemeente staat de samenwerking tussen Amsterdam en Tel Aviv niet ter discussie. ‘Amsterdam werkt binnen het internationale beleid voornamelijk samen met steden. Van samenwerking met staten is geen sprake. Zo werkt Amsterdam samen met Tel Aviv en niet met de staat Israël. Het college wil zich niet verbinden met het beleid van Israël, zoals ook naar voren is gebracht in de raadsvergadering van oktober 2015.’
Verder opereert Amsterdam gewoon binnen de internationale beleidskaders en hecht de gemeente ‘veel waarde aan integriteit, in het eigen optreden en dat van partijen waaraan zij steun verleent’. Binnen het internationale beleid met de titel ‘Amsterdam Internationaal Verantwoordelijke Hoofdstad’ maken mensenrechten integraal onderdeel uit van elke samenwerking, zo schrijft het college. Amstedam volgt ook de Guiding Principles on Business and Human Rights van de Verenigde Naties als richtlijn, ‘waar het gaat om de eerbiediging van mensenrechten door het bedrijfsleven of andere derde partijen te bevorderen’. Ook probeert de hoofdstad ‘mensenrechtenschendingen door bedrijven, rechtstreeks of in hun keten, te voorkomen’.
Verder gaat Amsterdam alleen samenwerkingsprojecten met Ramallah en Tel Aviv aan ‘die naar waarschijnlijkheid niet ten gunste komen van nederzettingen, het Israëlische Ministerie van Defensie en het leger. Wanneer een project aantoonbaar bijdraagt hieraan, is dit reden om de samenwerking te beëindigen’. Al deze uitgangspunten stonden al in een brief die het college aan de raad schreef en op 23 mei verstuurde. De fractie van DENK was toen al bijna twee maanden actief en heeft deze punten ook ontvangen. Desondanks wilde Yilmaz vragen stellen over de samenwerking met Tel Aviv. Over Ramallah werd in de schriftelijke vragen niet gerept.
Het CDA wist in 2014 via een motie af te dwingen dat er een stedenband met Tel Aviv zou komen, maar onder leiding van GroenLinks werd Ramallah daar een paar maanden later aan toegevoegd. Na een bezoek in 2015 van wijlen burgemeester Eberhard van der Laan (PvdA) aan Israël en de Palestijnse gebieden, concludeerde de raad dat een samenwerkingsverband beter zou zijn. Het gaat dan om het stimuleren van samenwerking op cultureel en economisch gebied. Een formele stedenband kwam er dus niet. Verder kreeg GroenLinks voor elkaar dat Amsterdam in projecten niet zal samenwerken met partijen, die banden hebben met ‘illegale nederzettingen op bezet Palestijns gebied’ of met ‘partijen die een band hebben met het Israëlische leger’.
