Knagend geweten – column Awraham Meijers

Awraham Meijers
Facebook

De kentering in mijn leven begon afgelopen week, op het terras bij ons huuske in de Achterhoek. Een kop koffie met een koekje. Een heerlijke zonnige ochtend tijdens onze zogenaamde quarantaine – of beter gezegd: luxueus leventje. De vogels zongen hun liedje, de eerste hommels zoemden voorbij. De eekhoorns die tijdens de wintermaanden bij ons pinda’s scoren, begonnen ons gaandeweg beter te kennen – ik had ze enkele jaren geleden mijn lidmaatschapkaart van de PvdD laten zien. Kennelijk schept dat vertrouwen, want wij zien sindsdien ook andere dieren op en rond ons erf, zoals reeën. Grote en kleine reetjes. Dus de sfeer is opperbest.

Nadat ik mijn vrouw toestemming had gegeven om even – nou ja, vooruit dan maar – bij mij te komen zitten, begon dat geknaag weer. Nee, het geluid kwam niet uit het huuske, niet uit de tuin of het bos. Toch sinds enkele dagen dat knagen. Ik vroeg mij af waar dat vandaan komt. Had het iets met corona te maken, wellicht? Op dat moment hoorde ik een stemmetje in mij dat zei: “Hallo Meijers, ik ben het die knaagt. Het is je geweten.”

Nou had ik eerlijk gezegd nooit geweten dat ik een geweten heb, maar toen ik er over nadacht herinnerde ik mij het wél te weten, maar het vele jaren geleden verstopt had, ergens ver achter mijn Ziel en Zaligheid.

“Begrijp jij op je mooie terras dan ècht niet dat die corona-pandemie ergens toe dient? De zieken, de doden, het economisch malheur. Wil jij dan niet begrijpen dat zowel de Joodse als christelijke en islamitische God het helemaal met de mensheid heeft gehad? God is er klaar mee. En ja, dus ook met jou, dombo die je bent. En maar consumeren, en maar euro’s binnenharken, en maar in een vliegtuig stappen, en al die vakanties per jaar, en hoeveel overhemden hangen er bij jou in de kast? Het kan niet op, hè? Denk na, Denk in godsnaam eens na over deze Goddelijke vingerwijzing, die trouwens geen straffe Gods is, maar een glasheldere waarschuwing om met die ratrace te stoppen. Consuminderen, dat is de norm. Bekommer je om je naasten, probeer iets voor de wereld te betekenen. En sus mij, je geweten, niet in slaap met loze praatjes en leuke woordgrappen als ‘kleine reetjes’. Ik en God houden je in de gaten, mannetje.”

Ik wilde tegenwerpen dat die quasi vingerwijziging van Hogerhand al vele duizenden jaren slachtoffers maakt, ook en vooral toen er nog geen vliegtuigen waren, ontkerking niet plaatsvond omdat er duizenden jaren geen kerken, synagogen, moskeeën en dat soort heilige huisjes bestonden. Het polytheïsme kende wel bijvoorbeeld heilige tempels, heilige bossen en dito bergtoppen en leed ook onder dodelijke epidemieën. Dat heette toen ‘De gerechtigde wraak der goden’(Nemesis) Maar dat even terzijde.

Ik wilde dat eigenwijze geweten ook aan het verstand peuteren dat er ooit geen euro’s, noch vakantiedagen, vrouwenkiesrecht en korte werkweken bestonden, en nochtans donder en bliksem de mensheid troffen. Volkeren werden weggevaagd van de aarde. En, o ja; wijn was voor de rijken, niet voor arme sloebers, die ooit circa 96 procent van de wereldbevolking uitmaakten. Zij waren voornamelijk degenen die stierven en nog steeds sterven – vooral in derdewereldlanden, maar ook in ons deel van de wereld – aan de cholera (140.000 per jaar) malaria (40.000 doden per jaar) de pokken (300 tot 500-miljoen slachtoffers) de Zwarte Dood (circa tweehonderd miljoen doden) tuberculose (1,5-miljoen per jaar) Spaanse griep (dodental vijftig- tot honderd miljoen) tyfus (150.000 per jaar) gele koorts (30.000 per jaar) en het nog steeds ongeneeslijke HIV (sinds 1981, 35-miljoen slachtoffers).

Als dat de methode is van Onze Schepper om ons, liefdevol en fijnzinnig als Hij naar verluidt is, te laten nadenken om tot inkeer te komen, dan zou ik wel eens willen weten hoe minder milde goden zo’n serieuze kwestie communiceren. Bovendien zou mijn geweten toch moeten weten dat ik een overtuigd heiden ben.

Maar ik zei niets, want wilde mijn overspannen geweten niet verder belasten.

Ik besloot per omgaande voor mijn naasten te zorgen. Er ‘te zijn’. Ik zal de mensheid een zegen zijn. Baat het niet, dan schaadt het niet, zal ik maar zeggen. Dus aan de slag. Vanochtend wilde ik een oud vrouwtje behulpzaam zijn met het oversteken van onze straat en dat mens maar tegen mij schreeuwen: “Anderhalve meter! Anderhalve meter! Houd afstand, vlegel die je bent! Blijf van me af!” Toen ik even later een fietser er netjes op attendeerde dat hij mij bijna van de sokken had gereden, stak ie twee vingers in de lucht en riep dat ik ‘een vuile corona-lijder’ ben. Mensen zijn ondankbaar, het komt nooit goed met ons.

Even checken of er in augustus alweer lijnvluchten zijn; lijkt me leuk om naar Vietnam te gaan, lekker een paar weken niksen op het strand.

Lees ook:
‘Die neusjes, je weet wel…’ – column Awraham Meijers

Na mijn relaas wreef de kennis samenzweerderig over zijn neusvleugel en zei: “Dat is nog een erfenis van die neusjes.” Onze vrienden keek verbaasd en zei niet te begrijpen wat hij bedoelde. Weer wreef de man over z’n neusvleugel: “Dat komt door die neusjes van vroeger. Je weet wel.” 

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Knagend geweten – column Awraham Meijers