‘Lieve lieve sociaal bewogen mensen…’ – column Awraham Meijers

Awraham Meijers
Facebook

Door oorlog de pijn van een volk genezen? Dat betekent dus: iemands hoofd er af slaan als hij kiespijn heeft. (Anastatius Grün, Pfaff von Kahlenberg)

Elf mei 1949. Ik voelde dat er bij ons thuis een bepaalde spanning was. Nee, geen gespannen spanning, zal ik maar zeggen, maar een ontspannen spanning. Alsof er misschien een verrassing stond te wachten, die dag. Vader en moeder deden erg lief tegen elkaar. Af en toe streek een van hen over mijn hoofd en fluisterde iets in de trant van: ‘Vanavond krijg je een extra stukje boterkoek’, en: ‘Daar hebben veel Joodse jongetjes als jij, en Joodse meisjes, heel lang over gedroomd’. Er werden aardige telefoongesprekken gevoerd, zelfs met familieleden waar ze op z’n zachts gezegd geen goede band mee hadden. Ik werd er blij van. Maar vanwaar toch die vrolijkheid? En wat maakt een jongetje van rond de acht überhaupt blij? Een goed schoolrapport? Dat ie met zijn vriendjes op avontuur gaat? Schoolreisjes? Zomaar een ijsje, terwijl het niet eens zondag is? Ik weet het niet meer. Wel herinner ik mij dat wij op een bepaald uur in de huiskamer gingen zitten, de radio werd aangezet en ik werd vriendelijk gemaand om goed op te letten.

Uit het verre New York een nasale stem – wat waren de radioverbindingen nog slecht, toen – kondigde aan dat ‘de stemming’ elk moment zal plaatsvinden. Het geluid werd harder gezet. Het nasale stemgeluid – het leek alsof die radiomijnheer een wasknijper op zijn neus had geklemd – kletste opgewonden verder. Woordelijk weet ik het niet meer, maar wasknijper verkondigde dat de telling was begonnen en de uitslag elk moment bekend zou worden. En dan: ‘Vandaag, de elfde mei 1949, is resolutie 273 door de Algemene Vergadering der Verenigde Naties aangenomen en wordt Israël formeel de 59ste lidstaat….’

Mijn ouders sprongen op. Vader omhelsde mijn moeder en barste in huilen uit. Een vader die huilt? Vaders huilen toch nooit? Ik vroeg moeder waarom pappa huilde. ‘Net begon hij te lachen en gaf u een kus en nu…’ Moeder wilde iets zeggen, trok mij tegen zich aan en huilde. Ik ben ook maar gaan huilen.

Mei 2021, het is precies 72 jaar geleden dat Israël toetrad als lid van de Verenigde Naties. Wat een feest, toen. David Ben Gurion, de eerste premier van Israël, was in de ogen van miljoenen Joden en niet-Joden een held met Bijbelse allure. De goodwill die zijn land aan de Middellandse zee oogstte was ongekend.

Afgelopen mei was een verwarrende en verdrietige maand. In Oost-Jeruzalem zouden Palestijnse bewoners uit hun huis worden gezet om plaats te maken voor orthodoxe Joden. Er waren terecht woedende reacties. Palestijns-Arabische jongeren daagden de Israëlische politie uit, die al snel geen grip meer op de snel escaleerde situatie had. Ze achtervolgden de kolkende massa tot – godbetert – het terrein rond de Al Aqsa-moskee, een plek die voor moslims net zo heilig is als de Klaagmuur voor religieuze Joden. Er vielen doden, er waren gewonden. Vanuit Gaza werden raketten afgevuurd. Israël beantwoordde dit geweld met tegengeweld. Nog meer doden en gewonden.

Wereldwijd gingen mensen de straat op om te protesteren tegen, inderdaad, de beschietingen door Israël. Zo ook in Nederland. Toen schrok ik me een hoedje, want er werd gescandeerd: “From the river to the sea, Palestine will be free!” De oude Arabische natte droom ‘de Joden de zee injagen’, wordt nu ook in Nederland  onderschreven. Er wordt niet gesproken over vrede tussen beide volkeren, maar de definitieve opheffing van het 59ste lidstaat van de VN. Zolang die definitieve oplossing nog niet is gerealiseerd, moet Israël worden geboycot.

Nu wil ik de strapatsen van de Israëlische regering, die – in de wurgreep van de ultra-orthodoxen – steeds nationalistischer wordt, op geen enkel punt bagatelliseren. Maar het is toch veelbetekenend dat op Museumplein en Malieveld geen massa’s bijeenkomen om bijvoorbeeld op te roepen China te boycotten omdat dit land genocide toepast op de Oeigoerse bevolking en in 1950 Tibet binnenviel, en dat land sindsdien bezet. Die lieve lieve sociaal bewogen mensen roepen ook niet op om Rusland te liquideren vanwege het inpikken van de Krim en voortdurend bedreigen van de staat Oekraïne en – om nog een schurkenstreek te noemen – elke vorm van oppositie afstraft met vergiftiging, ontvoering, gevangenisstraf en het verdwijnen van niet welgevallige journalisten in Nacht und Nebel. Jemen, platgebombardeerd door Saoedi-Arabië. Over ‘de lange moorddadige arm’ van Erdogan zal ik het dit keer niet hebben.

Zou die haat tegen Israël van die lieve lieve sociaal bewogen mensen niet berusten op, laat ik het maar ronduit zeggen: Jodenhaat? Ik denk van wel. Alle tekenen wijzen er op. Maar wat als het From the river to the sea, Palestine will be free wordt gerealiseerd? De Joden die het hebben overleefd zullen ondermeer naar Nederland vluchten. Nog meer Joden? Goed opgeleid. Ze zullen onze banen inpikken en met hun entartete kunst onze Arische waarden verzieken. De Joodse elite zal ons land uitbenen. De pedofielen rukken op. Kortom; het ‘Joodse vraagstuk’ betekent een onvermijdelijke bedreiging voor de keihard werkende blanke Nederlanders.

Ik raad daarom die lieve lieve sociaal bewogen mensen aan hun energie te steken in het stimuleren van vredesbesprekingen tussen Israël en de Palestijnen. Vrede daar betekent dat zij hier geen last krijgen van nóg meer Joden in ons vreedzame Nederland.

Lees ook:
Nog eenmaal zo’n overwinning en we zijn verloren – column Awraham Meijers

‘Kom, dacht ik hardop, laat ik het maar weer eens over Israël in het algemeen, en over de man van Sara Netanyahu in het bijzonder hebben. Ergo, over treurigmakend leiderschap en raketten, niet over dat uitgemolken Eurovisie Zangfestival. Op datzelfde moment wapperde eega met een blaadje van de Amsterdamkalender, de datum 22 mei, en zei dat ik dat dan eerst maar eens moest lezen. Dus las ik het. Want dat adviseerde ze nadrukkelijk…’ 

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘Lieve lieve sociaal bewogen mensen…’ – column Awraham Meijers