Links en de Palestijnen – column David Barnouw

David Barnouw (foto: K. Rijken)

Betrokkenheid met strijd elders is van alle tijden, betoogt David Barnouw. De steun van ‘links’ aan de Palestijnse zaak vindt zijn oorsprong in de zestiger jaren, toen linkse mensen bedachten dat ze moesten opkomen voor ‘onderdrukten’. Er wordt niettemin met twee maten gemeten.

Een Jonet-column in deze tijd van oorlog? Ik kan vanzelfsprekend een lege pagina opsturen of een column die grotendeels door mij is zwartgelakt, omdat iets of iemand er aanstoot aan zou kunnen nemen. Ik kan ook een column schrijven waarin ik (bijna) alle partijen on-voor-waar-de-lijk steun of een column waar ik al het bloedvergieten in de hele wereld verwerp.

Ik ga mij niet verdiepen in het feit waarom miljoenen islamisten wereldwijd steeds opnieuw achter hun ‘Palestijnse broeders’ staan. Je zou hen wel iets meer kennis van de geschiedenis toewensen.

Nee, ik zal proberen na te gaan hoe ‘de Palestijnen’ eind jaren zestig in het vizier kwamen van de linkse beweging in West-Europa. Nu was solidariteit met de arme of onderdrukte medemens over de grens niet nieuw en ook niet exclusief links. De missie en de zending deden dat al eeuwen, hoewel je dat natuurlijk ook onder imperialisme kan scharen. Die missionarissen en zendelingen werden door het thuisfront financieel gesteund, maar soms ging dat niet verder dan het inzamelen van melkflesdoppen: een goedkope manier van solidariteit. In die verre landen stonden missionarissen en zendelingen meestal aan de kant van de lokale onderdrukkers. Soms morden ze wat, maar daar bleef het meestal bij.

Zelf naar een bedreigd land gaan om de onderdrukten gewapenderhand te steunen, was ook een mogelijkheid. Te noemen vallen de meer dan drieduizend Nederlandse rooms-katholieke vrijwilligers, de Zouaven, die tussen 1876 en 1880, de paus in Rome militair steunden tegen de troepen van Garibaldi. Meer dan een halve eeuw later zouden Nederlandse vrijwilligers de linkse regering in Spanje steunen tegen de opstandelingen van Franco. Het waren er niet meer dan 600, een schijntje vergeleken met de ongeveer 25.000 Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwillig dienstnamen bij de Waffen-SS.

Na de oorlog was Nederland eerst bezig met de wederopbouw én twee koloniale oorlogen voor er weer oog was voor anderen.

De zending en de missie gingen na de oorlog vrolijk verder, maar waterputten slaan leek nu belangrijker dan zieltjes winnen. De Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog, die eindigde in 1962, kon op steun rekenen van linkse intellectuelen in Nederland, met name van hen die een leuk huisje in Frankrijk hadden. Eind jaren zestig en zeventig waren hoogtijdagen voor linkse steun aan de onderdrukten die zich verzetten. Dat betrof in de eerste plaats de Vietcong, die steeds overtuigender van  het Amerikaans imperialisme en diens Zuid Vietnamese vazallen wist te winnen. Maar ook tal van guerrillagroeperingen uit Zuid- en Midden-Amerika konden op aandacht en steun rekenen via zogenaamde landencomités.

Die overzeese guerrillabewegingen hadden wel oog voor de ‘Palestijnse strijd’ en zagen bijvoorbeeld het kapen van vliegtuigen, een PLO-specialiteit, als een mooie strategie. In Nederland zag je her en der wel een zogenaamde keffiyeh (door mij altijd als Palestijnse theedoek aangeduid). Maar die sjaal stond niet voor ongebreidelde solidariteit en hij werd met name door krakers handig gebruikt worden om het gezicht te bedekken.

Vanuit Duitsland vertrokken eind jaren zestig tientallen sympathisanten naar Palestijnse vluchtelingenkampen, deels om daar humanitair te helpen, maar deels ook voor de strijd: leden van de Rote Armee Fraktion kregen daar wel degelijk guerrillatrainingen. De Nederlandse sympathie en steun voor de RAF centreerde zich vooral rond de vermeende ‘Isolationsfolter’ in Duitsland waar gevangen RAF-leden onder zouden leiden en maar een enkeling steunde daadwerkelijk de gewapende strijd.

De Vietcong, de Sandinistas en de RAF behoren allemaal tot het verleden, alleen de Palestijnen lijken een laatste groep onderdrukten waar (een deel van) links de handen voor op elkaar krijgt. De Tibetanen of Oeigoeren, om maar een paar onderdrukte groepen te noemen, krijgen een stuk minder of helemaal geen steun. En ook omdat solidariteit tegenwoordig wereldwijd moet zijn, worden de Palestijnen erbij gesleept door BLM of Extinction Rebellion. En dat moet ook laten zien dat je inclusief bent, weliswaar exclusief Joden. Die zijn alleen welkom als ze expliciet afstand nemen van het ‘genocidale, racistische en koloniale Israël’. Bovendien herbergt deze ‘solidariteit met de onderdrukten’ wel erg veel antisemitische onder- en boventonen.

O ja, ‘ From the river to the sea…’ is vergelijkbaar met de kreet uit de jaren zestig: ‘Johnson molenaar’, waarbij toch echt ‘Johnson moordenaar’ werd bedoeld.

En ondanks alles ben ik nog steeds voorstander van een eerlijke twee-staten oplossing.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Columns en opinie » Links en de Palestijnen – column David Barnouw