Macron en Netanyahu herdenken Vel d’Hiv
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft zondag samen met de Franse president Emmanuel Macron de razzia van ‘Vel d’Hiv’ herdacht. Het was precies 75 jaar geleden dat de Franse politie ruim 13.000 Parijse Joden uit hun huizen jaagden en in het wielerstadion Vélodrome d’Hiver verzamelden. Het merendeel werd vanuit dit stadion of nabijgelegen verzamelkampen in veewagens naar Auschwitz gedeporteerd. Minder dan honderd van hen overleefden de oorlog.
Netanyahu en Macron legden gezamenlijk een krans bij het gedenkteken nabij het wielerstadion. Het was de eerste keer dat een Israëlische regeringsleider bij de herdenking aanwezig was. “Vijfenzeventig jaar geleden daalde een zware duisternis neer over deze stad”, aldus Netanyahu. “De waarden van de Franse Revolutie – vrijheid, gelijkheid en broederschap – werden ogenschijnlijk verpletterd onder de laars van het antisemitisme.” De premier dankte het Franse verzet dat, met gevaar voor eigen leven, Joden heeft geprobeerd te redden. Hij noemde de leden van het verzet “groots”.
De razzia in het stadion ligt nog altijd gevoelig in Frankrijk. Tijdens de laatste verkiezingscampagne zei presidentskandidate Marine Le Pen (Front National) dat Frankrijk niet verantwoordelijk was voor ‘Vel d’Hiv’. Ze schreef dat deel van de Franse oorlogsgeschiedenis toe aan Vichy-Frankrijk, het regime dat onder maarschalk Pétain collaboreerde met de Duitsers. Hierop kreeg Le Pen veel kritiek, omdat de razzia volledig werd uitgevoerd door Franse politieagenten. Er barstte een debat los en Le Pen kreeg het moeilijk in de campagne. Ze verloor de verkiezingen uiteindelijk van Macron.
Een aantal Joodse groepen, waaronder de Unie van Franse Joden voor Vrede (UJFP), was kwaad dat Netanyahu door de president is uitgenodigd. De UJFP vond het bezoek van de premier niet aanvaardbaar, omdat hiermee de indruk werd gewekt dat Israël alle Joden vertegenwoordigt. Echter, Netanyahu vertegenwoordigt alleen de Israëlische bevolking en dus niet de diaspora buiten zijn land, zo stelt de UJFP.
