‘March of the living’ brengt duizenden op de been
De zogeheten ‘March of the living’ heeft weer duizenden Joodse jongeren uit de hele wereld op de been gebracht. Samen liepen ze vrijdag naar het voormalige vernietigingskamp Auschwitz-Birkeneu om de moord op zes miljoen Joden te herdenken. Veel van de jongelui droegen Israëlische vlaggen rond hun schouders, terwijl ze zwijgend in Auschwitz onder de poort met ‘Arbeit macht frei’ naar het vernietigingskamp van Birkenau wandelden.
In Birkenau kwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog minimaal 1,1 miljoen Joodse gevangenen om het leven. Auschwitz-Birkenau was het grootste Duitse vernietigingskamp. Ieder jaar lopen Joodse jongeren een wandeling van circa drie kilometer. De mars stond dit jaar in het teken van de Neurenbergse rassenwetten en de Neurenberger processen. Met de rassenwetten werd het verboden voor Duitsers om te trouwen met Joden. Ook werden de Duitse Joden hun burgerrechten ontnomen. De racistische wetgeving maakte uiteindelijk de weg vrij voor de Sjoa.
De March of the living vond voor het eerst plaats in 1988, toen Joodse jongeren spontaan de tocht liepen. Rond de mars wordt altijd een programma georganiseerd dat circa twee weken duurt, waar de jongeren stilstaan bij dat wat gebeurd is en elkaar beter leren kennen. Na de tocht gaan de deelnemers naar Israël om Jom Ha’atsmaoet (de Israëlische onafhankelijkheidsdag) en Jom Hazikaron (de Israëlische herinneringsdag voor de Israëlische doden uit oorlogen en terroristische aanslagen) mee te maken.
