Joodse atleten in turnen herdacht

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

‘Elf jaar na de instelling van de Nationale Sportherdenking is op 4 mei eindelijk werk gemaakt van de tragedie die de joodse turnkampioenen van Nederland trof. Vier Olympische kampioenes van Amsterdam 1928, hun coach, drie mannen van diezelfde Spelen en vier gymnasten van Londen 1908 werden woensdag herdacht. Zij eindigden allen in de vernietigingskampen van nazi-Duitsland.

Tussen 1952 en 1965 werden de turners nog herdacht bij een monument in Amsterdam, een klein mannelijk naakt aan de gevel van het Turngebouw, tegenwoordig Jeugdtheater De Krakeling. Toen oud-bondsvoorzitter John Tielrooij in 1965 een herdenking bijwoonde, die naast hem slechts één bezoeker trok, werd dat eerbetoon gestaakt. Tielrooij, 93 inmiddels, kon door ziekte niet aanwezig zijn in het Olympisch Stadion. Hij was twee weken eerder wel spreker op de Brede School De Kinkerbuurt, dat het monumentje van beeldhouwer Henk Dannenburg heeft geadopteerd. Het is nu een meer algemene herdenkingsplek, memoreerde schoolhoofd Madeleine Schouten.

Dat de olympische turners in Auschwitz en Sobibor zijn vermoord, was Jos Geukers onbekend. Pas na de uitnodiging voor de Sportherdenking verdiepte de huidige voorzitter van de gymnastiekunie zich in de historie van zijn sport.

‘De Joodse sport’
Dat Stella Agsteribbe, Ans Polak, Lena Nordheim en Judikje Simons, de Olympisch kampioenen van 1928, in de vergetelheid waren geraakt, kwam omdat de Duitse kampen registreerden op trouwnamen. Pas in 1993 kwam zicht op het lot dat deze Joodse turnsters had getroffen. Geukers verscheen in Amsterdam met de plaquette die de International Jewish Sports Hall of Fame in 1997 aan de Joodse leden van de gouden 1928-ploeg en coach Gerrit Kleerekoper had uitgereikt.

De plaquette, met de zeshoekige ster, zou een betere plaats moeten krijgen dan te verstoffen in het depot van Kamp Westerbork, zo luidt het plan van Geukers. Bij de herdenking sprak de Amsterdamse wethouder Eric van der Burg over het persoonlijke verhaal van Isidore Goudeket. Als 17-jarige jongen trok hij met zijn turnshow al naar het buitenland. Hij deed mee aan de Spelen van Londen in 1908; werd 62ste. Goudeket stierf op 9 juli 1943 in Sobibor.

Zijn verhaal werd geboekstaafd door Erik Brouwer in Spartacus. Dat Joden zoveel aan turnen deden – het stond met boksen bekend als ‘de joodse sport’ – had met weerbaarheid te maken. Joodse jongens moesten sterk worden om weerstand te kunnen bieden aan wat de toekomst zou gaan brengen.’

Dit artikel verscheen eerder in De Volkskrant.

Categorie:

Home » Nieuws » Sport » Joodse atleten in turnen herdacht