Marga Minco (103), ‘de eerste Sjoa-auteur van Nederland’ – in memoriam

Minco
Nationaal Archief

Marga Minco is niet meer. Afgelopen maandag overleed ze op 103-jarige leeftijd in haar woonplaats Amsterdam en vlak daarna werd ze in besloten kring begraven. De schrijfster, die in 1957 doorbrak met haar novelle ‘Het bittere kruid’, stond bekend als een van de grote namen uit de naoorlogse Nederlandse literatuur. Tevens was zij een van de eersten zo niet de eerste, die schreef over de Sjoa. Haar autobiografische boek bereikte een groot publiek en staat nog steeds op veel literatuurlijsten van middelbare scholieren. Minco was gelauwerd en ontving in 2019 de P.C. Hooftprijs op 98-jarige leeftijd.

Ginneken

Minco kwam op 31 maart 1920 ter wereld als Sara Menco in Ginneken, tegenwoordig een gegoede buitenwijk van Breda. Ze groeide daarop in een religieus Joods gezin en kreeg al in jaar jeugdjaren te maken met antisemitisme: veel katholieken in haar omgeving discrimineerden en sloten haar buiten. Haar vader was Salomon Menco, de zoon van een orthodox-Joodse procuratiehouder uit Oldenzaal en haar moeder was Grietje Menco-van Hoorn, de dochter van een Groningse textielhandelaar uit ‘t Zandt. Eerder heette de familie Menco, maar door een schrijffout van een ambtenaar werd het ooit Minco. Haar vaders familie heeft wortels in Twente.

Religie

Het gezin Minco was ook orthodox-Joods: op zaterdag werd de Sjabbat strikt nageleefd en ook waren alle Joodse riten en feestdagen in huis aanwezig. In 1925 verhuisde de familie naar Breda zelf, waar haar vader als parnas een vooraanstaand lid werd van de Joodse gemeente. Waar haar vader iedere zaterdag in pak en met hoge hoed op naar sjoel ging, heeft de dienst Minco zelf nooit kunnen bekoren. Zelf trok ze religieus gezien meer naar de liberale waarden van haar moeder, die vond dat de kinderen niet een compleet orthodoxe opvoeding moesten krijgen omdat ze anders sociaal geïsoleerd zouden raken.  

Ontslagen

Na de lagere school ging Minco naar de Nutschool voor Meisjes in Breda, waar ze kennismaakte met schrijven en de Nederlandse literatuur. Het boeide haar altijd. Onder meer het werk van Louis Couperus, Jan Jacob Slauerhoff, Martinus Nijhof en Hendrik Marsman kwamen zo op haar pad. In 1938 ging ze werken voor de Bredasche Courant, waar ze twee jaar later ontslagen werd vanwege haar Joodse achtergrond. Dat gebeurde een dag na de capitulatie, omdat de directie geen Joden in dienst durfde te houden. Later werden op last van de Duitsers meer Joden op redacties ontslagen.

Marga Faes

Omdat een oom van Minco met een Duitse vrouw was getrouwd, was de familie op de hoogte over wat er met de Joden in Duitsland gebeurde. Aan het begin van de oorlog verbleef ze in Breda, Amersfoort en Amsterdam. Ze kreeg een lichte vorm van tuberculose en kwam in ziekenhuizen in Utrecht en Amersfoort terecht. In het najaar van 1942 trok ze in bij haar ouders, die door de Duitsers gedwongen waren om in de Amsterdamse Jodenbuurt te wonen. Later tijdens de oorlog werden haar ouders, broer en zus gedeporteerd. Minco ontsnapte en dook onder, waardoor ze de Sjoa overleefde. Haar schuilnaam werd Marga Faes en later zou ze die voornaam aanouden.

Theelepeltjes

Net als andere Joden die de Sjoa hadden overleefd moest Minco na de oorlog het leven weer oppakken. De bewariërs [mensen die kostbaarheden van Joodse families bewaarden voor na hun terugkeer, red.] van haar familie weigerden haar familiebezit terug te geven. Slechts met wat zelf gestolen theelepeltjes van de familie ging ze bij hen vandaan. In 1945 trouwde ze met dichter en vertaler Bert Voeten, die ze al in 1938 bij de krant had leren kennen. In de oorlog zat ze bij hem ondergedoken. Minco en Voeten kregen twee dochters, Betty en de publiciste Jessica Voeten. Hij overleed in 1992.

Soberheid

In de naoorlogse jaren pakte Minco het schrijven weer op. Ze was boos over de onverschillige wijze waarop de Nederlanders omgingen met de Joden die waren teruggekeerd uit de onderduik en de kampen. Dat was een van haar argumenten om haar debuutroman ‘Het bittere kruid’ te schrijven. In de jaren daarvoor verschenen er van haar hand korte verhalen in periodieken als Mandril, het Haarlems Dagblad en Het Parool. Toen ze aan ‘Het bittere kruid’ begon, besloot ze om het verhaal zo sober mogelijk op te schrijven, in de gedachte dat je niet uitbundig kan schrijven over zo’n groot drama als de Sjoa. Ook paste haar sobere schrijfstijl van toen in het bescheiden Nederland van de jaren vijftig.

Bestseller

‘Het bittere kruid’ was het eerste boek in de Nederlandse literatuur waarin het leed van de Joden tijdens de Sjoa centraal stond. Ondanks dat het veel Nederlanders een spiegel voorhield, werd het een bestseller en een klassieker, onder meer omdat het kort en eenvoudig was. Zo kon een groot publiek het omarmen. Van de novelle werden honderdduizenden exemplaren verkocht en waren er vele herdrukken. Ook werd het verhaal in veel talen vertaald, waardoor het leed van de Nederlandse Joden ook over de grens een extra gezicht kreeg. In 1985 werd het verhaal verfilmd. Minco was niet blij met de film, omdat die teveel afweek van haar boek.

Existentialisme

Los van een korte uitstap naar ander onderwerpen met ‘De andere kant’, een verhalenbundel die Minco in 1959 uitbracht, bleef de oorlog het centrale thema in haar werk. Existentialisme was een ander terugkerend element in haar schrijven. Ze bleef zich haar hele leven op bepaalde momenten waarom haar ouders in de Sjoa waren vermoord en zijzelf bleef leven. Het publiek omarmde haar boeken en leerde haar kennen als een van de getuigen van het grootste drama uit de Nederlandse geschiedenis, de Jodenvervolging en de Sjoa. Collega Harry Mulisch noemde haar eens ‘onze levende Anne Frank’, hetgeen als compliment bedoeld was. Minco zelf was meer van ‘doe maar gewoon’ en liep er niet mee te koop.

Boekenweekgeschenk

Om de paar jaar kwamen er boeken of andere schrijfsels van Minco uit, die voor vele lezers gewaardeerd werden. In 1966 schreef ze in ‘Een leeg huis’ over de ontheemding die een jonge Joodse vrouw na de bevrijding ervaart – ook een autobiografisch werk. In de jaren zeventig werkte ze jarenlang aan een nieuwe roman over de oorlog. Uiteindelijk besloot ze dat het werk niet goed genoeg was voor publicatie. In 1986 schreef Minco het boekenweekgeschenk. In het boekje ‘De glazen brug’ stond wederom een Joodse vrouw centraal die als onderduiker de oorlog doorkomt. Mettertijd werd ‘Het bittere kruid’ een veelgelezen boek onder middelbare scholieren: de dikte en eenvoud bepaalde vaak hun keuze voor dit boek op hun leeslijst.

Echte sterren

Minco bleef tot op hoge leeftijd productief. In 2008 schreef Minco de voordracht bij de Nationale Dodenherdenking. Op 4 mei in de Nieuwe Kerk in Amsterdam las haar dochter Jessica Voeten de tekst voor, omdat ze zelf wegens haar gezondheid niet aanwezig kon zijn. In 2015 verscheen Na de sterren, waarin de roman Een leeg huis is opgenomen, alsmede een kleine twee dozijn verhalen. Hier kwamen eveneens goede kritieken op. Zelf stelde Minco zich altijd bescheiden op. Haar uitgeverij Van Oorschot gaf eerder het werk van generatiegenoten Simon Carmiggelt en Annie M.G. Schmidt uit, volgens haar waren dat de echte sterren.

P.C. Hooftprijs met bijsmaak

In 2019 won Minco op 98-jarige leeftijd de P.C. Hooftprijs en in januari 2020 kreeg ze de prestigieuze prijs thuis uitgereikt wegens haar hoge leeftijd. Aan de onderscheiding was een bedrag van 60.000 euro verbonden. Toen ze te horen kreeg wie de voorzitter was van de P.C. Hooftstichting, die haar de prijs zou uitreiken, moest ze even slikken. Het bleek de kleinzoon te zijn van de mensen die haar familie na de oorlog hebben beroofd. De man, die in 1951 geboren is, was zich van geen kwaad bewust. Voor Minco was het een hard gelag, maar om de euforie van het moment van de bekendmaking niet te bederven, maakte haar woordvoerster dit bittere feit pas daarna bekend. Minco zelf zou de coronatijd overleven en 103-jaar oud worden.

Lees meer:
P.C. Hooftprijs voor Marga Minco krijgt bittere bijsmaak

Toen schrijfster Marga Minco (99) te horen kreeg wie de voorzitter was van de P.C. Hooft-stichting die haar de befaamde P.C. Hooftprijs zou toekennen, moest ze even slikken. Het bleek de kleinzoon te zijn van de mensen die haar familie na de oorlog hebben beroofd. “Het is een bizar toeval. Als je dit zou verzinnen, zou niemand het geloofwaardig vinden,” zegt dochter Jessica Voeten in Trouw.

Categorie: | | |

Home » Nieuws » Marga Minco (103), ‘de eerste Sjoa-auteur van Nederland’ – in memoriam