Menoeche – column Raya Lichansky

Raya Lichansky (courtesy)
Raya Lichansky (courtesy)

Zomaar een datum op mijn kalender: 7 maart, maar toch iets minder ‘zomaar’; 7 maart zou het tweede lustrum markeren van mijn werkzaamheden voor Joods Educatief centrum Crescas. Bijna tien jaar zou ik de wekelijkse nieuwsbrief onder mijn hoede hebben, maar dit heugelijke feit haalde ik nét niet: begin oktober besloot ik te stoppen. De directe aanleiding was de onverwachte komst van ons derde kleinkind, een geadopteerd Nederlands jongetje van toen drie en een halve maand dat bij mijn zoon en zijn partner mocht komen wonen. Als inmiddels ervaren oma wist ik dat ik een taak bij zou krijgen, want de vaders hebben beiden een drukke baan.

De vraag wanneer ik, pensionada sinds 2012, na tientallen jaren hard werken mezelf zou toestaan op te houden met werken, had ik mezelf al vaker gesteld. Discussies met mezelf won ik altijd met keiharde argumenten als: het is leuk werk, ik leer van alles, niks doen is niks voor mij, en het is toch fijn als er nog iets van me verwacht wordt. In zulke overwegingen ontbrak meestal de tijdsdruk van de donderdagse deadline, terwijl mijn dierbaren daar geregeld met opgetrokken wenkbrauwen of gefronst voorhoofd naar keken. “Je bent 75! Waarom wíl je die werkdruk nog?” Maar tegen mijn eigen argumenten kon niemand, op, vond ik. “Ik ga toch niet achter de geraniums zitten! Nou, ja, niet erachter, in elk geval. Geraniums moeten ook verzorgd worden!” En dus bleef ik aan de slag, en meestal met goede zin.

Maar toen de beslissing eenmaal genomen was, bleek er van het toch wel gevreesde zwarte gat geen sprake. In plaats van een leemte is er opeens tijd voor van alles, van nuttige dingen tot niets doen, ben ik begonnen met tekenles en hoef ik nooit meer te schipperen met het gevoel van ‘ik moet nog (vul maar in)’. Al bekruipt me af en toe, als ik een tijdje helemaal niks heb uitgevoerd, wel een licht schuldgevoel, maar dat laat zich gemakkelijk afschudden.

Ik realiseer me geregeld hoeveel Crescas me in die jaren aan kennis en inzicht heeft gegeven. Dat is voor altijd, net als dat merkwaardige zesde zintuig dat op onverwachte momenten van zich laat weten als ik op iets stuit ‘dat absoluut in de nieuwsbrief moet’. Oude liefde roest niet, zeg maar. Het gebeurde me onlangs nog tijdens een bezoek aan Urk, waar zich een bijzonder stuk Joodse geschiedenis blijkt te hebben afgespeeld. In een volgende column vertel ik daar meer over.

Maar voor nu blijf ik nog even genieten van de tijd die ik mezelf toesta om van deze ongekende menoeche te genieten.

Lees meer over Jonet-columnist Raya Lichansky
Raya Lichansky werd geboren in 1947 in Amsterdam en groeide daar op met een hardwerkende moeder met een eigen balletschool. Na haar middelbare school ging ze Slavische taal- en letterkunde studeren, ‘op zoek naar affiniteit met mijn onbekende Russische vader Maxim’. Het zou nog tientallen jaren duren voor ze hem zou vinden, maar dat is een verhaal apart…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.


Beeldmerk Jonet.nl.Waardeert u dit artikel?

Donatie
Betaalmethode
American Express
Discover
MasterCard
Visa
Maestro
Ondersteunde creditcards: American Express, Discover, MasterCard, Visa, Maestro
 
Kies uw betaalmethode
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren

Categorie: |

Home » Nieuws » Menoeche – column Raya Lichansky