Indonesische moslimleider roept op tot ‘rachma’
De leider van de grootste moslimorganisatie ter wereld zei afgelopen zondag bij het Global Forum van het American Jewish Committee (AJC) in Jeruzalem dat religieuze mensen moeten proberen de huidige gewelddadige conflicten op te lossen en ‘rachma’ – barmhartigheid – moeten omarmen.
Yahya Cholil Staquf, de algemeen secretaris van de Hoge Raad van de Nahdlatul Ulama (NU) in Indonesië, sprak over de huidige spanningen tussen islam en jodendom. Hij gelooft dat die spanningen noch onvermijdelijk noch onoverkomelijk zijn.
In een gesprek met Rabbijn David Rosen, de directeur Interreligieuze Zaken van het AJC zei Stafuq onder meer over de relatie tussen jodendom en islam: “Soms is het een goede, intieme relatie, in andere periodes van de geschiedenis zijn er conflicten en spanningen. Het hangt af van de geschiedenis.”
“Maar als geheel,” zo vervolgde hij, “moeten we erkennen dat er [op dit moment] problemen zijn in de relatie tussen islam en jodendom. En sommige van die problemen liggen in wat de religie zelf leert. In de context van onze huidige realiteit moeten religieuze mensen – waaronder aanhangers van de islam en het jodendom – nieuwe wegen vinden, een nieuwe, morele interpretatie van religie vinden.”
Op de vraag of dit ook het herinterpreteren inhoudt van teksten die andere religies aanvallen, zoals anti-Joodse uitspraken in de Koran en de Hadit, antwoordde Staquf: “Dat is niet alleen mogelijk, het moet. Omdat elk vers in de Koran geopenbaard werd in verband met een bepaalde context in de werkelijkheid van die tijd… Dus de Koran en de Hadit zijn in de eerste plaats in wezen historische documenten. Als de situatie, de werkelijkheid verandert, dan moet de interpretatie van de geest van de Koran ook veranderd worden.”
Over religieus extremisme in onze tijd zei Staquf dat het de verantwoordelijkheid is van religieuze mensen zelf om een oplossing te vinden voor dat probleem. Hij merkte op dat er veel conflicten in d wereld zijn waarin “religie wordt gebruikt als rechtvaardiging of als wapen. Nu staan wij voor de vraag: willen we dat dit doorgaat, of willen we een andere toekomst? Als deze conflicten doorgaan, zijn de gevolgen duidelijk: niemand zal dit overleven. (…) Wij religieuze mensen moeten onszelf vragen: is dit echt de ware functie van religie – wat mensen nu doen? Of is er een manier waarop religie kan functioneren om inspiratie te verschaffen voor een oplossing van al deze conflicten?”
Staquf benadrukte dat deze oplossing spiritueel van aard moet zijn en citeerde een vers uit de Koran: “Waarlijk, Allah zal de samenleving van een volk niet veranderen totdat zij veranderen wat in hun hart is.” Deze verandering, zo stelde hij, kan er komen door het omarmen van een elementair gevoel van compassie en empathie.
“Ik zeg jullie, wat ons overblijft, is simpelweg de keuze. Wij geloven dat het een keuze is voor wat in de islam ‘rachma’ wordt genoemd (in het jodendom spreekt men van ‘rachamiem’, in wezen hetzelfde concept, red.). Dit betekent compassie en zorgen voor anderen. Wij moeten rachma kiezen. Als we rachma kiezen, kunnen we over rechtvaardigheid spreken. Wat rechtvaardigheid gaat niet alleen over eisen, maar ook over de bereidheid om rechtvaardigheid te verschaffen voor andere mensen.”
Staquf’s oproep kreeg een staande ovatie van de tweeduizend gedelegeerden op het Global Forum.
De NU is de grootste moslimorganisatie ter wereld met meer dan vijftig miljoen leden. Alleen al in Indonesië heeft de organisatie veertienduizend religieuze scholen. De organisatie keert zich sterk tegen islamitisch en ander extremisme.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren