‘Moslims en Joden, werk samen tegen geweldsdreiging’

Beeld: FB
Beeld: FB

‘En aantal incidenten in Zweden de afgelopen weken leidde onder Nederlandse moslims tot veel onrust en gevoelens van onveiligheid. Angst is moeilijk meetbaar. Uitingen van moslimhaat zijn dat, net als uitingen van antisemitisme, wel. Moslims moeten harde data kunnen overleggen als ze in gesprek willen gaan met de Nationaal Coördinator Terrorisme Bestrijding. Het CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël) verzamelt al sinds de jaren tachtig harde data over antisemitische incidenten die jaarlijks worden gebundeld in een speciaal daarvoor in het leven geroepen Monitor.

Het verzamelen van de gegevens is niet zonder problemen. Vandalisme, brandstichting, fysiek geweld, haatmails, dreigementen, pesterijen, schelden en andere vormen van provocatie moeten gemeld worden, ook als die meldingsbereidheid er niet altijd is. Soms is er sprake van meldingsmoeheid, en die moet, keer op keer, overwonnen worden. Er moet aangifte gedaan worden bij de politie, en die bereidheid is er vaak nog minder.

Daarnaast wordt kritiek op het Israelische regeringsbeleid vaak ervaren als antisemitisme, terwijl ze dat niet is, net zo min als kritiek op de islam een uiting van moslimhaat is. Registratie vereist dus professionalisme, overredingskracht en discipline, maar om een goede barometer in het leven te roepen, is het de enige manier om jaarlijks een beeld te krijgen van hoe het er in Nederland voor staat.

De overheid moet garant staan voor de veiligheid van iedereen. Dat neemt niet weg dat de autoriteiten, openbaar bestuur en politie correct moeten worden geïnformeerd over provocaties en bedreigingen aan het adres van moslims of joden. Moslims hebben in dit verband moreel gezien een meldplicht, net zoals joden dat hebben. Meten is weten, ook in dit geval. En uiteraard mogen er geen incidenten worden verzonnen, dat tast de geloofwaardigheid van een hele bevolkingsgroep aan. Het is aan de professionaliteit van de rapporteur om daar doorheen te prikken.

Rechtsongelijkheid
Er zijn mensen die blijven hameren op ‘rechtsongelijkheid van moslims’ in dit land. Dat is onzin. Iedereen die onze rechtsstaat respecteert, heeft hier gelijke kansen. Desondanks is waakzaamheid geboden. Net als in veel EU-landen is ook bij ons sprake van een verharde opstelling tegen moslims en joden. Dat is betreurenswaardig en wordt mede in de hand gewerkt door het fanatisme van kleine groepen. Zelfreflectie, ook bij de minderheidsgroeperingen zelf, is daarom essentieel, ook binnen de verschillende moslimgemeenschappen. Tolerantie en respect voor andersdenkenden is vaak ver te zoeken en ruimte voor discussie en afwijkende meningen is er nauwelijks. Moslims zijn de enigen die de angst voor de islam kunnen wegnemen, stelt de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb terecht.

Het wegnemen van deze angst houdt ook in dat bondgenootschappen worden aangegaan met andere maatschappelijke groeperingen. Joden in Nederland hebben ruime ervaring in de aanpak van provocaties, dreigementen en geweld. Het is voor moslims dus niet nodig het wiel opnieuw uit te vinden. Het CIDI is bereid de jarenlange ervaring met het registreren van haat te delen. In de gemeenschap blijkt men het plezierig te vinden ervaringen te delen met iemand met dezelfde achtergrond. Het is niet ondenkbaar dat dat ook voor de moslimgemeenschap geldt.

In Rotterdam is met de samenwerking al een begin gemaakt en de bereidheid die kennis uit te rollen is er. Deze tijden eisen onderlinge solidariteit. Polarisatie, ook tussen joden en moslims, is ongewenst en destructief. Elkaar leren kennen en ondersteunen helpt daar goed tegen. Laten we de hand naar elkaar uitsteken en als Nederlandse burgers het front versterken tegen krachten die de democratische samenleving willen ontwrichten.’

Esther Voet is directeur van het CIDI en columniste van Jonet. De schreef dit stuk mede met Ibrahim Wijbenga, lid van Strategisch Netwerk Radicalisering en Polarisatie en CDA-lid. Bron: Volkskrant.

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » ‘Moslims en Joden, werk samen tegen geweldsdreiging’