Piusbroederschap verstoort Kristallnacht-herdenking Buenos Aires

De verstoorde bijeenkomst was georganiseerd door katholieken, Joden en protestanten in de kathedraal van Buenos Aires ter gedachtenis aan de Kristallnacht. De door de nazi’s georganiseerde anti-Joodse pogrom in de nacht van 9 op 10 november 1938 wordt beschouwd als de opmaat naar de Holocaust.

Monseigneur Mario Poli, de opvolger van paus Franciscus als aartsbisschop van Buenos Aires, riep op tot kalmte toen aanwezigen opstonden om de demonstranten tegen te spreken. Die werden kort daarop naar buiten geleid door de politie. Voordat hij paus werd, leidde kardinaal Jorge Mario Bergoglio de jaarlijkse herdenking met zijn goede vriend en rabbijn Abraham Skorka. Paus Franciscus zei in juni nog dat een Christen niet antisemitisch kan zijn.

Rabbijn Skorka zei na afloop dat ongeveer veertig mensen met rozenkransen de volle kathedraal binnenkwamen, gebeden riepen en pamfletten begonnen uit te delen waarop stond dat Joden de plek aan het belasteren waren en dat ‘volgers van valse goden uit de heilige tempel moeten worden gehouden’. Volgens de rabbijn riepen demonstranten leuzen als ‘De Joden hebben Jezus vermoord’. Toen een van de aanwezige Joden zei: “Mijn grootmoeder stierf in Auschwitz,” kreeg hij als antwoord: “Geloof je die leugen?”.

Pater Christian Bouchacourt, hoofd van de Zuid-Amerikaanse tak van de priesterbroederschap Pius X, verklaarde woensdag dat de demonstranten tot zijn broederschap behoren. Volgens hem hebben ze het recht zich woedend te voelen als rabbijnen een plechtigheid in een kathedraal leiden.

“Ik erken de autoriteit van de paus, maar hij is niet onfeilbaar en doet in dit geval dingen die wij niet kunnen accepteren,” aldus de pater. “Dit was geen verlangen om een rebellie te beginnen, maar om onze liefde voor de katholieke kerk te tonen, die is gemaakt voor het katholieke geloof. Een mis wordt niet gevierd in een synagoge of in een moskee. Dat accepteren de moslims niet. Op dezelfde manier kunnen wij, die katholieken zijn, de aanwezigheid van een ander geloof in onze kerk niet accepteren.”

Vaticaans woordvoerder Federico Lombardi wilde niet op de zaak reageren. Die ligt volgens hem buiten zijn normale bevoegdheid. [ADV]