Rituele slacht opnieuw in Tweede Kamer

Bijna vier jaar nadat een initiatief wetsvoorstel tegen de rituele slacht in de Eerste Kamer strandde, komt het onderwerp in de Tweede Kamer terug op de agenda. Aanleiding is een advies van het Bureau Risicobeoordeling en Onderzoeksprogrammering (BuRO) van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), dat in een deze week gepubliceerd rapport aan staatssecretaris van Economische Zaken opnieuw pleit voor een verbod op onverdoofd slachten. Deze vorm van slachten levert volgens de toezichthouder met name bij runderen te veel stress en pijn op.  

Het onderwerp komt volgende week aan bod tijdens het debat met staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken. De Partij voor de Dieren (PvdD), die in 2011 het wetsvoorstel lanceerde, wil dat Dijksma alsnog snel werk maakt van een verbod. In juni van 2011 nam de Tweede Kamer het wetsvoorstel met 116 stemmen aan. Enkele maanden later sneuvelde het alsnog in de Eerste Kamer, die het in meerderheid in strijd met de vrijheid van godsdienst achtte.

Het beoogde verbod op de onbedwelmde slacht raakt met name de praktijk van de religieuze (rituele) slacht – de sjechieta –  die al honderden jaren in Nederland wordt uitgevoerd door de Joodse gemeenschap en de recentere Hallal-praktijk door en voor de grote moslimgemeenschap in Nederland. De kosjere vleesvoorziening in Nederland is grotendeels afhankelijk van de sjechieta, die in Nederland onder verantwoordelijkheid van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) op het slachthuis in Amsterdam wordt uitgevoerd.

Na het mislukte verbod op het onverdoofd slachten, deed de toenmalige staatssecretaris van Landbouw, Henk Bleker, in 2012 een poging om tot een convenant te komen tussen de overheid, het NIK, het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en de betrokken slachterijen. In dit convenant zouden afspraken worden gemaakt over de beoordeling van slachthandelingen en de duur van de verbloeding van runderen. Bleker wilde echter ook komen tot de samenstelling van een technisch-wetenschappelijke commissie, die nader onderzoek moest verrichten, maar dat initiatief stuitte op weerstand van het NIK.

Het advies dat de NVWA in het BuRO-rapport aan de staatssecretaris uitbrengt ten aanzien van het dierenwelzijn bij de onbedwelmde slacht, luidt als volgt:

• Verbied, vanuit het oogpunt van dierenwelzijn, het onbedwelmd doden van dieren, in het bijzonder van runderen.
• Indien het onbedwelmd doden van runderen toch wordt gecontinueerd voeg dan [aan artikel 5.9 lid 2] toe dat geen slachthandelingen gestart mogen worden zolang er tekenen van leven zijn bij de slachtdieren, dit om mogelijke onduidelijkheid te voorkomen.

Het rapport behandelt behalve de onbedwelmde slacht tal van andere onderwerpen, waaronder de risico’s voor de volksgezondheid en dierenwelzijn en gaat onder meer ook in op het tegengaan van fraude in de vleessector en besmetting met ziekmakende bacteriën.